WELKOM OP MIJN WEBLOG

Dit blog is in de loop der jaren veranderd. Ooit ging het vooral over de bibliotheek, nu gaat het meer over lezen en taal. (Wie denkt: de bibliotheek gaat toch óók over lezen en taal, ziet dat anders dan ik.) Ooit werd het elke dag bijgehouden, nu minder regelmatig. Wat hetzelfde gebleven is: opmerkingen zijn van harte welkom.

dinsdag 20 oktober 2009

Lezersbrief























Op ZBDigitaal was onlangs een brief te lezen die mw. Cora Duin naar NRC Handelsblad had gestuurd. In die brief beklaagt zij zich erover dat het werk van bibliothecaris haar geen 'waardigheid en aardigheid' meer verschaft. Door die brief moest ik er ineens weer aan denken dat ik ooit, lang geleden, ook eens een brief naar diezelfde krant heb gestuurd, óók over de bibliotheek. Er had toen een opiniestuk in de krant gestaan van een Arnhemse bibliothecaris, die ongeveer hetzelfde schreef als mw. Duin nu: dat klanten tegenwoordig aan de bibliothecaris alleen nog maar vragen waar de toiletten zijn, enz. De bibliotheek werd volgens hem alleen nog bezocht vanwege de computers en gewone lezers zag je er niet meer.

Op dit stuk werd toen gereageerd door de heer Huberts, directeur van Bibliotheek Nijmegen, die o.a. schreef dat gewone lezers helemaal niet meer bestaan en dat dat maar goed is ook. Dat schoot mij als gewone lezer toen zodanig in het verkeerde keelgat dat ik voor het eerst (en tot nu toe ook voor het laatst) een ingezonden brief naar de krant stuurde. Mijn brief werd, enigszins ingekort, geplaatst in de NRC van 19-9-2000. Ik heb hem teruggevonden in het digitale archief van de krant. Ik weet nu ook de naam van de Arnhemse bibliothecaris weer: Tom Gitsels.

Dit is mijn brief zoals hij in de krant stond:

Nu in de afgelopen weken enkele bibliothecarissen en bibliotheekmanagers hun mening over de bibliotheek gegeven hebben, wil ik als bibliotheekgebruiker ook iets zeggen. Tom Gitsels, bibliothecaris, betreurt het dat hij in de bibliotheek nooit meer een 'echte' lezer tegenkomt. Willem Huberts, bibliotheekdirecteur, meent zelfs dat die 'echte' lezer niet meer bestaat en dat dat 'maar goed is ook'. (NRC Handelsblad, 2 en 9 sept.)

Volgens mij is in de bibliotheek wel degelijk nog een groep 'echte' lezers te vinden, mensen die niet komen om koffie te drinken of digitale informatie te verzamelen, maar die gewoon 'ouderwets' een mooi, spannend of informatief boek zoeken.

Ik denk niet dat dit voor Tom Gitsels een troost is, want ik vrees dat de lezers hem weinig zullen vragen. De meeste antwoorden zijn nu eenmaal in de computer te vinden.

Ik beschouw mijzelf als zo'n 'echte' lezer. Omdat ik graag lees en niet alles wat ik wil lezen kan kopen, ben ik blij dat er een bibliotheek is. Ik ga er wekelijks heen en zoek dan, al dan niet met behulp van de catalogus, een aantal boeken uit. Soms zoek ik in de computer een recensie op. Af en toe lees ik een tijdschrift. Internet gebruik ik nooit, want dat heb ik thuis. Als ik de aanwezige bibliothecaris een vraag stel is die inderdaad altijd van praktische aard, zoals Tom Gitsels treurig vaststelt. Eerlijk gezegd is de gedachte nooit bij me opgekomen dat ik hem of haar ook zou kunnen benaderen voor een gesprek over boeken. Ik gun iedereen zijn plaats in de bibliotheek: bejaarden die er de krant lezen, daklozen die er koffiedrinken, schakers die er hun partijen spelen, scholieren die er uittreksels printen, informatie-zoekers op internet.

Maar ik hoop van harte dat ook voor 'echte' lezers voldoende aandacht zal blijven.

Er waren meer ingezonden brieven gekomen naar aanleiding van het artikel van Gitsels. Een daarvan, zo zag ik nu, was afkomstig van mw. Cora van Laar uit Amsterdam, die haar brief begon met:

Wat zou ik graag een collega als Tom Gitsels hebben gehad. In de 25 jaar die hij beschrijft, heb ik de ondergang van de bibliotheek op dezelfde manier ervaren.

Ik twijfel er eigenlijk niet aan of mw. Van Laar van toen is mw. Duin van nu. Zij blijkt de woorden 'waardigheid en aardigheid' die mij door hun alliteratie wel bevielen, te hebben ontleend aan Tom Gitsels, die ze destijds in zijn stuk gebruikte.

Gezien in het licht van de recente ontwikkelingen bij Bibliotheek Nijmegen is dit stukje uit de brief van Huberts (van 9-9-2000) ook wel aardig:

Misschien moet Gitsels maar snel de consequentie van zijn opvattingen inzien en de openbare bibliotheek verlaten. Voor mensen als Gitsels is in de openbare bibliotheek van nu geen plaats meer. De gebruiker van vandaag zal Gitsels - de 'man van gisteren' - niet missen.


Schilderij: Gerard ter Borch (1617-1681)
De briefschrijfster, ca 1655

6 opmerkingen:

  1. Mmm, Willem Huberts is de afgelopen jaren dus bepaald niet milder geworden...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ha Tenaanval,
    Maar blijkbaar heeft 9 jaar strijd nog niet de door hem zo gewenste vernieuwing opgeleverd. Die ouderwetse bibliothecarissen zitten er nóg.
    Groet, schrvrdzs

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Meneer Huberts komt niet echt gastvrij over....
    Je zou 'm toch met een boek om de oren slaan! Houd van je klanten en bedien ze! Goed dat je gereageerd hebt, schrijver! De 'gewone' lezers mogen echt niet vergeten worden, ook al zijn ze zelfredzamer. Ze dienen op de troon in plaats van buiten de deur gezet te worden!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Ha Festina,
    Het is al wel 9 jaar geleden en inmiddels kom ik niet zo vaak meer in de bibliotheek. Ik keek er van op dat ik er toen blijkbaar elke week kwam.
    Een tijdje nadat mijn brief in de krant had gestaan kwam ik een andere lezer tegen in de bibliotheek met wie ik wel eens een praatje maakte. Zij zei iets als: 'Ik ben het helemaal met je eens. Mijn dochter moest pas voor school een ingezonden brief maken en vroeg hoe ze dat moest aanpakken. Kijk maar naar de brief van XX, zei ik toen.' Toen was ik wel even een beetje tevreden...
    Groet, schrvrdzs

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Dag schrijver,
    Het heeft wel iets van een detective weg, dit gepuzzel van jou om eens goed uit te zoeken wie wat wanneer schreef, heel leuk. Nog leuker dat je die brief eigenlijk nog steeds ongewijzigd kunt verdedigen. Iets wat dhr. H. toch zwaarder zal vallen mag ik hopen.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Dag AvA,
    Ik was in eerste instantie alleen maar op zoek naar m'n eigen brief, maar in het archief van de krant stond alles netjes bij elkaar. Dat er ook een brief van diezelfde mevrouw die pas geleden ook een brief had geschreven, waardoor ik weer aan de mijne dacht, bij bleek te zijn, was voor mij ook een verrassing. (Als deze zin te volgen is...)
    Groet, schrvrdzs

    BeantwoordenVerwijderen