WELKOM OP MIJN WEBLOG

Dit blog is in de loop der jaren veranderd. Ooit ging het vooral over de bibliotheek, nu gaat het meer over lezen en taal. (Wie denkt: de bibliotheek gaat toch óók over lezen en taal, ziet dat anders dan ik.) Ooit werd het elke dag bijgehouden, nu minder regelmatig. Wat hetzelfde gebleven is: opmerkingen zijn van harte welkom.

zondag 29 november 2009

Rotterdam 2009-3

















Afgelopen vrijdag aan het eind van de middag kwam ik van mijn werk en sloeg de hoek van mijn straat om. Bij de Marokkaanse slager/groenteboer stonden een stuk of 50 mannen voor de deur. Even dacht ik: is er een ongeluk gebeurd? Maar toen zag ik het: er stond een enorme koel-vrachtwagen op straat waaruit mannen in het wit kwamen die dode dieren op hun nek droegen. Aha, dacht ik, dat moet voor het offerfeest zijn. Binnen in de winkel stonden ook nog tientallen mannen te wachten.

Van die mannen in een wit pak met een capuchon, met een dood beest op hun nek, die zag je vroeger geregeld, maar tegenwoordig bijna nooit meer. Het heeft iets nostalgisch, zelfs voor wie, zoals ik, inmiddels vindt dat je maar beter geen vlees kunt eten. Een stukje 'cultureel erfgoed' zou ik het bijna willen noemen. Maar daar zal Geert W. het wel niet mee eens zijn. De Partij voor de Dieren misschien ook niet.


Foto: Flickr, gemaakt door Nancee art.

In de box-denken


















Op de voorpagina van NRC Handelsblad stond gisteren een gesprek met Neelie Kroes, de nieuwe Commissaris voor Digitaal Europa (of hoe de functie ook precies mag heten). Daaruit komt dit stukje:















Gek (maar dat heb ik de laatste tijd wel vaker), ik moest ineens aan de bibliotheek denken. En toen bedacht ik stiekem ook even hoe leuk het zou kunnen zijn om zelf in een garage een bibliotheekje te beginnen. Met allemaal mooie prentenboeken, en elke middag voorlezen, en met literaire knuffeldieren, en een eigen avonturenwebsite die Anna dan misschien wel zou willen maken, en... Of...

Maar ja, ik heb geen garage. En het zou vast tegen de regels zijn.


Foto hier gevonden.

zaterdag 28 november 2009

Kaart&boek 17 + Bruna-blues























Op BoekenDingen las ik een bericht over een boekenwidget om op je Hyves-pagina te zetten. (Lees als je tijd hebt eerst even dat bericht alvorens hier verder te gaan.) Toen ik het las dacht ik: waarom kan Bruna dat wel en de bibliotheek blijkbaar niet? Waarom hebben 'wij' iets dergelijks niet allang ontwikkeld, zodat mensen het op de website van hun bibliotheek kunnen vinden om het op Hyves (of ergens anders) te zetten als ze dat leuk vinden? Is dat een kwestie van geld? Zou kunnen, maar wat kost een multi-touch table, wat kost het huren van de Van Nelle-fabriek, wat kost een reis naar Umbrië? Heeft het iets met prioriteiten te maken? Met macht? Met eerst vergaderen? Met onwil? Met versnippering? Of met een combinatie van twee of meer van deze factoren? Komt het nog goed?

Ik vermoed dat bij de in wording zijnde Digitale Bibliotheek wel zo'n soort widget zal zitten. Maar wanneer is die klaar, en kan iedereen er dan meteen gebruik van maken? (Tenaanval, dat weet jij misschien wel.) Blijft nog altijd dat Bruna ons voor was (en dan heb ik het nog niet eens over LibraryThing) en dat dat toch jammer is (vind ik).

Ik zit niet op Hyves (en ook niet op Facebook). Ik zit helemaal niet te wachten op leesadviezen via een widget. Ik ben beslist geen fan van Bruna. Maar er zijn heel wat bibliotheekmensen die vinden dat de bibliotheek iets moet doen met Hyves, er zijn heel wat bibliotheekmensen die het 'delen' van informatie via widgets leuk en belangrijk vinden, er zijn heel wat bibliotheekmensen die denken dat bibliotheken een soort Bruna's moeten worden om te kunnen voortbestaan. Past zo'n boekenwidget daar dan niet prachtig bij? En waarom is die er dan nog niet? Nou?

Omdat het me even hoog zat mopperde ik erover tegen iemand die een beter geheugen bleek te hebben dan ik en die me erop wees dat op ZBDigitaal een jaar geleden al een post stond over een (andere) Bruna-boekengadget die je op je Hyves-pagina kon zetten en dat uit dat stuk ook al frustratie bleek over het feit dat de bibliotheek zoiets niet had. Inmiddels zijn we dus een jaar verder en heeft Bruna alweer een nieuwe widget en hebben 'wij' nog steeds niks.

En wat nou wel een beetje gek is, is dat ik destijds een reactie gegegeven blijk te hebben op dat stuk op ZBDigitaal, nl. deze:

Moeten we in plaats van steeds maar weer bedroefd te constateren dat anderen ons wéér ergens in voor zijn geweest (zoals ook al bij de NRC-boekensite) niet eens bedenken waar we als bibliotheek uniek in zijn en dat zo snel en zo goed mogelijk 'in de markt zetten'? Vraag me niet wáár we dan precies uniek in zijn, want dat weet ik ook niet meteen, maar daar zal toch wel uit te komen zijn zonder er jaren over te vergaderen?
De alomtegenwoordige digitalisering slaat ons heel wat troeven uit handen, maar er móeten dingen zijn die niemand ons nadoet, misschien alleen al omdat we geen winst hoeven te maken.
Moedig voorwaarts! zou Reve zeggen.
Groet, schrvrdzs


Kijk, en dat vind ik nog steeds best aardig gezegd van mezelf. En ik sta er nog helemaal achter. En ik vind eigenlijk zo'n boekenwidget helemaal niet zo belangrijk. Maar ik vind inmiddels wél dat we hem allang hadden moeten hebben.

Is dit nou voortschrijdend inzicht of juist niet?


Kaart: Quint Buchholz, Nachts, mit Buch, Inkognito, Berlijn

maandag 23 november 2009

Kaart&boek16























Kaart: Quint Buchholz, Eines Morgens im November, Inkognito, Berlijn

zondag 22 november 2009

Meten is weten

















In de Nieuwsbrief Nieuw Bibliotheekwerk stond een discussie waar ik al even naar verwees, tussen Wim Keizer en Jan Krol. Ik was hem verder al weer bijna vergeten, maar toen Tenaanval gisteravond in een reactie op mijn dodo-post schreef 'Een goede, inhoudelijke discussie wordt zelden gevoerd.' dacht ik: o ja, ik wou nog iets schrijven over de sandwichformule.

Die discussie van de heren Keizer en Krol ging namelijk over de sandwichformule. Lees hem vooral zelf als je dat nog niet gedaan hebt (zie hier) want het is een belangrijk en actueel onderwerp, maar voor wie haast heeft zal ik proberen hem even samen te vatten (uiteraard zoals ik het begrepen heb). Krol zegt dat de retailbibliotheek een vorm van de sandwichformule is: je biedt de lezer iets eenvoudigs aan, maar vergemakkelijkt daarmee voor hem de weg naar iets moeilijkers. Keizer zegt dat hij niet zo in de sandwichformule gelooft:

Bestaan er wel goede sandwichformules? Ik ben sceptisch over sandwichformules en wacht met belangstelling het onderzoek af waaruit straks blijkt dat de bevolking van (o.a.) Zwolle-Zuid tot de best geïnformeerde mensen ter wereld behoort dankzij de retailformule van de wijkbibliotheek.

Nu vrees ik dat het verwijzen naar zo'n onderzoek ironisch (of wellicht cynisch) bedoeld is en dat er niet echt een plan bestaat om iets dergelijks eens te onderzoeken. Dat neemt niet weg dat het een goede manier zou kunnen zijn om te testen of waar je mee bezig bent het beoogde effect heeft. En dat is precies wat die ethologen en ecologen uit de SLOSS-discussie wél doen: ze tellen dieren en planten en ze maken computermodellen en berekeningen. De tegenpartij vecht dat dan weer aan met andere tellingen en andere modellen en dat leidt misschien niet meteen ergens toe, maar het geeft langzaam maar zeker toch inzicht denk ik, en het besef dat er niet één methode is waarmee je alle problemen kunt oplossen.

En dat is wat bij zo'n sandwichformule-discussie in de bibliotheek helaas ontbreekt: cijfers om naar te verwijzen. De een zegt: ik geloof in de formule, de ander zegt: ik niet. Maar daar kom je niet veel verder mee als je niet kunt aantonen op grond waarván je er al dan niet in gelooft.

Ik moet bekennen dat ik nog nooit van de term sandwichfomule gehoord had, of in elk geval herinnerde ik het me niet. Ik neem aan dat AH er ook mee werkt: als we nieuwe klanten trekken met een goedkope aanbieding dan nemen ze hopelijk ook meteen wat duurs mee en worden misschien zelfs vaste klant. Ik kan er natuurlijk weinig over zeggen, maar wat me opvalt is dat je af en toe, b.v. als de luiers in de aanbieding zijn, veel meer mensen bij AH ziet, die dan alleen een paar pakken luiers kopen. Er zal vast wel eens iemand klant worden door zo'n actie, maar ik heb het gevoel dat de meeste luierkopers daarna weer gewoon naar Bas van der Heijden en Aldi gaan. (Hoe ik dat zo goed kan zien, dat die mensen daarna niet meer terugkomen? Dat komt omdat het bevolkingsgroepen zijn die je normaal wat minder bij AH ziet. Zeg ik het zo politiek correct genoeg? Ik geef die mensen trouwens groot gelijk: Bas ís goedkoper en als AH hier niet toevallig op de hoek zat terwijl ik voor Bas 10 minuten moet fietsen, zou ik zeker vaker voor Bas kiezen. Maar ik dwaal af.)

Ik heb eerlijk gezegd het gevoel dat de retailbibliotheek vooral bedoeld is om mensen te trekken ('verleiden'): meer leners, meer uitleningen, meer overtuigingskracht tegenover de subsidieverstrekker. Dat lezen zo belangrijk is en leidt tot mediawijsheid e.d., dat wordt er wel vaak bijgehaald, maar ik denk wel eens dat men stiekem al dik tevreden is als alleen maar de uitleencijfers omhoog gaan. Wát die leners dan lezen doet er eigenlijk niet zo toe.

Of een retailbibliotheek leidt tot mediawijzere burgers lijkt me vrij lastig te onderzoeken, al zal het vast wel kunnen. Maar of de sandwichformule als je hem wat eenvoudiger definieert werkt, moet volgens mij wél te meten zijn. Zoals Bol.com kan zeggen: 'mensen die dit boek kozen, kochten ook...' moet toch ook voor de bibliotheek een programma te maken zijn met 'mensen die dit boek leenden, leenden ook...' En dan maar eens tellen of de lezers van de boeken van de bestsellerstafel tegelijkertijd (of de volgende keer) ook wel eens iets anders meenemen. En als blijkt dat ze dat inderdaad doen (of niet), dan 'het veld' ingaan en vragen waaróm ze dat doen (of niet) en of het wel voor henzelf is of misschien voor hun tante, enz. Een beetje zoals de ethologen dat aanpakken dus: met computermodellen én met 'ouderwets' veldwerk.

En dan hou je natuurlijk ook nog de principiële discussies of je álles wat mensen willen lezen wel moet subsidiëren en of je nog aan volksopvoeding moet doen enz., maar dan heb je in elk geval een paar cijfers waar je misschien iets mee kunt aantonen. En dan hebben de tegenstanders hopelijk ook cijfers, en dan komt er een polemiek in het Bibliotheekblad en dan heeft Tenaanval het naar haar zin. (En zelf zou ik het ook wel leuk vinden.)


Foto van een (vegetarische) sandwich hier gevonden.

zaterdag 21 november 2009

Kaart&boek 15

Nog een voor Anna en de commune idtvdb:























Kaart: Soizick Meister, Bücherkatze, Inkognito, Berlijn

Een beetje bibliobiogeografie























Ik lees momenteel Het lied van de dodo (ondertitel: Eilandbiogeografie in een eeuw van extincties) van David Quammen. Dat gaat over evolutie en (dus) over het ontstaan en uitsterven van soorten. Van evolutie wist ik tot ik aan dit boek begon weinig en nu nog steeds niet veel, maar toch net iets meer. Van discussies tussen ecologen wist ik helemaal niets, maar door het boek heb ik er een leren kennen die me ineens aan de bibliotheek deed denken. Ik zal namen en jaartallen achterwege laten (wie ze wil weten kan terecht in het boek of b.v. op Wikipedia) en of de discussie nog steeds hier of daar gevoerd wordt weet ik niet (het boek is uit 1996 en ik heb het bovendien nog niet uit), maar ik zal proberen een beetje uit te leggen waar hij (volgens mij) over gaat (of ging).

In de jaren '70 en '80 van de 20e eeuw werd door een aantal ecologen het zogeheten SLOSS-debat gevoerd, waarbij de letters staan voor Single Large Or Several Small. Het ging om de vraag wat beter is: één groot natuurreservaat of verschillende kleine. Het beantwoorden van deze vraag heeft natuurlijk nogal wat conseqenties voor de natuurbescherming. Aangezien de mens voortdurend meer plaats voor zichzelf opeist, moeten dieren en planten het met de overgeschoten stukjes doen. En hoe deel je die dan het beste in? Voorstanders van Single Large zeiden dat je in een groot gebied het minste verval van het eco-systeem hebt en dat het aantal soorten dat een gebied kan herbergen samenhangt met het aantal vierkante kilometers. Several Small-aanhangers beweerden: soms kun je juist meer soorten herbergen door een aantal kleinere stukken natuur in stand te houden, omdat sommige soorten gebaat zijn bij isolatie. En vervolgens is het dan weer de vraag wélke soorten je in je gebied hebt. Een groot (roof)dier redt het alleen in een groot gebied, een ander dier heeft juist meer kans in een gebied waarin dat grote roofdier niet meer voorkomt. En gaat het je om het áántal soorten of om de bijzonderheid en/of kwetsbaarheid ervan? Enz. enz.

Ik weet niet of iemand bij het lezen van het bovenstaande aan de bibliotheek moest denken, maar ik zag toen ik erover las ineens parallellen met het oprichten van basisbibliotheken en ook met de retailbibliotheek. Hoe groot moet een bibliotheek zijn om levensvatbaar te zijn, waar heb je meer aan: één grote of een aantal kleine bibliotheken, welke 'soorten' (boeken/lezers/ informatie/e.d.) gedijen beter in een grote, welke in een kleine? Is het een goed idee om bibliotheken te hebben die maar voor een enkele 'soort' bedoeld zijn: b.v. alleen voor jongeren of alleen voor literaire lezers? Of is het juist goed om een bibliotheek te hebben waar iedereen iets van zijn gading vindt? Voelen pubers zich wel thuis in een bibliotheek waar ook bejaarden komen of verdwijnen ze daar ('sterven uit')? Welke 'soorten' kunnen samen een evenwicht vormen en welke verdragen elkaar niet? Gaan literaire lezers er vandoor als ze voortdurend display-tafels met Mansell en Noort zien? Is een dorpsbibliotheek iets heel anders dan een stadsbibliotheek? Welke soorten lezers/boeken/enz. vinden we het belangrijkst? Gaat het om veel of gaat het om bijzonder? Enz. enz.

In het SLOSS-debat werden van beide kanten computermodellen ingezet, waarvan de tegenpartij dan weer beweerde dat ze niet op elke situatie van toepassing waren. En toen kwam er ook een ecoloog die zei: we moeten het veld weer in en om ons heen kijken en soorten tellen, net als vroeger. Er werden ook experimenten gedaan met geïsoleerde stukken regenwoud. En met een eilandje dat van alle dieren (spinnen e.d.) ontdaan werd, nadat ze eerst allemaal geteld waren, en waar toen gekeken werd door welke soorten het opnieuw gekoloniseerd werd.

Ik denk dat het voor de bibliotheek ook wel eens een idee zou kunnen zijn om wat te experimenteren. En vooral ook om te kijken of ergens misschien situaties zijn waar zich al vanzelf een soort 'natuurlijk experiment' heeft voorgedaan, zoals dat in de natuur op eilanden of in andere geïsoleerde gebieden het geval is.

Toen ik een huisgenoot over het SLOSS-debat vertelde reageerde die meteen met: een groot gebied is natuurlijk altijd beter. Dat was precies wat ik zelf ook in eerste instantie dacht, maar de argumenten van de voorstanders van Several Small hebben me inmiddels toch ook te denken gegeven. Waarmee ik maar wil zeggen dat wat op het eerste gezicht logisch lijkt niet altijd waar hoeft te zijn.

Nou, dit waren zomaar wat associaties dankzij Het lied van de dodo. Wie er voor openstaat denkt blijkbaar vroeg of laat altijd weer aan de bibliotheek...


Tekening: Flickr, gemaakt door: Sugar Donkey Dolls (geen cc, maar té toepasselijk).

Kaart&boek 14

Voor Anna en de commune idtvdb:






















Tanneke Wigersma, Lekker lezen, Manó Kinderboekenpromotie, Dronten

vrijdag 20 november 2009

Kaart&boek 13




Kaart: Quint Buchholz, Landstrasse, Inkognito, Berlijn

donderdag 19 november 2009

Kaart&boek 12

En nog eentje:






















Laurent de Brunhoff: Babar à la pipe (uit: Les leçons de français de Babar, 1963)

Kaart&boek 11

Voor Ton de K. en andere Babar-liefhebbers:























Kaart: Laurent de Brunhoff, Babar lit (uit: Les Leç
ons de français de Babar, 1963)

Kaart&boek 10























Kaart: Jean de Brunhoff, Babar en famille, 1938

woensdag 18 november 2009

Kaart&boek 9 + advies























In de Nieuwsbrief Nieuw Bibliotheekwerk van november 2009 (hier te vinden) voert Wim Keizer een discussie met Jan Krol over retailtechnieken in de bibliotheek en zegt daarin: 'Volgens mij moet voorlezen al prenataal beginnen. Jan Wolkers hoorde zijn vader uit de Statenbijbel lezen toen hij nog in de baarmoeder zat.'

Ik ben het daar geheel mee eens: het belang van voorlezen is volgens mij nauwelijks te overschatten en het is vooral ook heel leuk. Dat het al voor de geboorte zou moeten beginnen leek me aanvankelijk een beetje overdreven, maar wat verder mijmerend over Wolkers en de Statenbijbel begon ik er steeds meer in te geloven. Waar werd enkele tientallen jaren geleden de (Staten)bijbel dagelijks aan tafel voorgelezen? Bij de gereformeerden. Wat was enkele tientallen jaren geleden de bevolkingsgroep die het meeste las? Inderdaad: diezelfde gereformeerden. Het eerste weet ik uit ervaring, het tweede is uit onderzoek gebleken (helaas kon ik daar op internet niet zo snel iets over terugvinden, maar geloof me nou maar). En dat ongeboren baby's muziek kunnen horen wordt in brede kring aangenomen. Dus...

Welke bibliotheek wordt de eerste met een voorleesuurtje voor ongeboren baby's?


Kaart: Joost Swarte, een van de 12 uit de serie LEZEN BRENGT U EN ANDEREN RONDOM U ERNSTIGE SCHADE TOE, uitgave Thomas Rap/Black Olive Press, 2006

dinsdag 17 november 2009

Kaart&boek 8

















Kaart: Fernand Léger (1881-1955), Reclining Figure, 1922

maandag 16 november 2009

Geheimpje




Er lijkt een soort estafette aan de gang te zijn waarbij mensen op hun blog 10 dingen over zichzelf onthullen (zie hier en hier). Zover wil ik niet gaan, maar 1 klein geheimpje durf ik wel op te biechten: pas moest ik huilen om wat ik (in een reactie) op een blog las. Soms huil je van pijn of verdriet, maar het vaakst huil je misschien wel van machteloosheid. Hier was het in elk geval dat laatste.

Ik las dit: 'Wie niet tweet is een loser dus.'

Ik zou het me niet aangetrokken hebben als het niet een zinnetje van een bibliothecaris (eigenlijk moet ik natuurlijk informatiespecialist zeggen) was geweest, die eerst had uitgelegd hoe hij tegenwoordig vrijwel al zijn informatie verzamelt via twitter. Ik heb wel een paar twijfels over die manier van informatieverzamelen, maar dat is het punt niet. Het punt is dat die bibliothecaris (zijn naam doet er niet toe want ik denk dat hij representatief is voor een groep) zei dat je, als je het als bibliothecaris/informatiespecialist anders aanpakt, een loser bent. Welnu: ik pák het anders aan. En ik ken ook nog wel een paar andere bibliotheekmensen die het anders aanpakken.

Ik wil eventueel (als iemand mij weet te overtuigen) best geloven dat een bepaald soort informatie heel goed of misschien wel het allerbest te vinden is op of via twitter. Maar er is ook informatie die je níet op twitter tegenkomt. Soms staat die in de krant, soms in een boek, soms hoor je hem in de trein. Dat heeft veel te maken met wat je rol is in de bibliotheek. Als je je daar bezighoudt met peuters, dan heeft twitter je niet zoveel te bieden. Als je je (zoals ik) bezighoudt met boeken voor hoogbejaarden, dan geldt hetzelfde.

Hier valt over te discussiëren en dat zou ik ook best willen. Maar die term 'loser', die bevalt me niet. Evenmin als het me beviel toen ik onlangs in het Bibliotheekblad las dat er teveel vrouwen in de bibliotheek werken en dat dat de oorzaak van alle ellende is. Evenmin als het me beviel toen gesuggereerd werd dat alle babyboomers maar eens moeten ophoepelen. Evenmin als het me beviel dat wie niet direct enthousiast was over de 'belevenisbibliotheek' ongeschikt werd verklaard om mee te doen in de bibliotheekvernieuwing. En zo nog een paar van die dingen.

Mijn idee is altijd geweest dat we vanuit verschillende invalshoeken sámen konden werken aan de 'bibliotheek van de toekomst' omdat die bibliotheek van de toekomst ook voor veel verschillende groepen gebruikers zou zijn. Variërerend van twitteraars tot krantenlezers, van baby's tot hoogbejaarden, van literatuurlezers tot streekromanliefhebbers, van informatiezoekers tot thrillerlezers, van gamers tot werkstukschrijvers, van arm tot rijk, van autochtoon tot allochtoon, van hyvers tot eenlingen, enz. enz. 'De bibliotheek is er voor iedereen.' Iedereen zou er iets van zijn gading kunnen vinden én een bibliothecaris/informatiespecialist die daarbij past.

Ja, zo dacht ik erover, tot voor kort. Maar nu (even) niet meer. En daar moest ik om huilen. Zo, nu weten jullie het... Lach gerust!

zaterdag 14 november 2009

Kaart&boek 7 + voorspelbaar stukje

















Eigenlijk bevalt het best, zo'n blogpauze, al valt het wel een beetje tegen wat ik met de vrijkomende tijd (toch al gauw zo'n 15 uur per week...) doe: nog niks gestreken en maar één mail geschreven en naar één museum geweest en ook nauwelijks meer gelezen dan anders. Maar gewoon niets doen heeft natuurlijk ook zijn charmes. Ik merk wel dat ik vaker op blogs van anderen begin te reageren, blijkbaar is er toch een niet geheel te onderdrukken behoefte af en toe iets te beweren. Dus kan ik dat misschien maar beter weer eens hier doen in plaats van al te vaak elders. Blijft het probleem: waarover? Dat probleem is nu even opgelost door een soort Pavlov-reactie: als ik iets hoor of lees over de strandbibliotheek wil ik zelf ook altijd meteen iets zeggen of opschrijven. En ik lás iets over de strandbibliotheek: bij Tenaanval.

Ik heb het allemaal al eerder gezegd (b.v. hier), maar ik ga het toch nog eens zeggen. Sommige dingen zijn belangrijk genoeg om ze zo nu en dan onder de aandacht te brengen, in de hoop dat héél misschien iemand ergens ooit zal denken: laten we daar eens iets mee doen. En dat die eventuele iemand dan iemand is die ook echt iets kán doen, iemand met een beetje macht en een beetje geld en met een netwerkje, zo iemand.

Ik zeg het er voor de zekerheid altijd maar bij: ik vind de strandbibliotheek leuk en feestelijk en een goed idee. (Mensen denken al gauw dat je de zon niet in het water kunt zien schijnen, om een toepasselijke beeldspraak te gebruiken.) Dat ik jaloers ben betekent dan ook niet dat ik het iedereen die zich met de strandbibliotheek bezighoudt en iedereen die er plezier van heeft door er iets te kunnen lenen niet gún dat die strandbibliotheek er is. En zo denk ik ook over de stationsbibliotheek en de vliegveldbibliotheek en al die andere nieuwe spannende bibliotheken die er misschien gaan komen. Een Ikea-bibliotheekje met uit het Zweeds vertaalde kinderboeken en iemand die daar uit voorleest, dat zou me ook wel wat lijken. (Trouwens, een rijdende bibliotheek die kleine dorpen aandoet lijkt me ook wel een leuk idee. Vergeef me mijn cynisme.)

Maar wat me ook heel leuk lijkt is een mooi bibliotheekje in een zorginstelling. Het voordeel daarvan is dat je het maar een keer hoeft op te zetten en dat het er vervolgens altijd kan blijven. Als ik het goed begrepen heb zal de strandbibliotheek, nu daar geen provinciale subsidie meer voor is, in een aantal plaatsen volgend jaar niet terugkomen. Dat is treurig, want nu zijn de mensen er net aan gewend en gaan straks zonder boek naar het strand en dan stelt de bibliotheek ze toch weer even teleur. Bij een 'zorgbibliotheek' (een betere naam moeten we maar bedenken als hij er echt komt) heb je dat probleem niet: je stopt er een keer wat geld in en daarna hoef je hem alleen nog maar bij te houden door hem af en toe te verven enzo. (De boeken kunnen elk half jaar gewisseld worden door ProBiblio.)

In zorginstellingen zijn gelukkig vaak wel bibliotheekjes, maar of die leuk zijn vraag ik me af. Eerlijk gezegd heb ik er nog nooit een met eigen ogen gezien, al werk ik er dagelijks (d.w.z. als ik op mijn werk ben) voor, maar ik heb het gevoel dat het hooguit een kamertje met een paar boekenkasten is, of dat het zelfs alleen maar een paar kasten zijn, ergens op de gang. Misschien valt het mee, maar ik weet wel bijna zeker dat er een heleboel van die bibliotheekjes zijn die er veel leuker uit zouden kunnen zien. En ik weet ook wel bijna zeker dat je voor het geld waarvoor je een strandbibliotheek opzet en inricht ook een leuke zorgbibliotheek zou kunnen maken.

Altijd als ik iets lees over de strandbibliotheek, b.v. dat de minister er een biertje kwam drinken of dat schrijvers er hun intrek namen of dat erover geschreven werd in een Amerikaans blad, denk ik: als er nou toch ook eens zo'n mooie vrolijke bibliotheek in een zorginstelling kwam, waar dan misschien ook wel oude mensen uit de buurt lid konden worden, of misschien ook zelfs wel kinderen, waar je kranten en tijdschriften kon lezen, waar je koffie kon drinken en je breiwerkje mee naar toe nemen, en als die nou óók eens geopend werd door een minister, en als er dan eens een schrijver kwam vertellen over zijn werk, wat zou dat nou toch leuk kunnen zijn.

'Ja hoor, droom maar lekker verder,' zegt men dan...


Kaart: Johan Mekkink (1904-1991), De ouders van de kunstenaar, 1954

vrijdag 13 november 2009

Kaart&boek 6























Kaart: Dick Bruna, z.t., 1967

donderdag 12 november 2009

Kaart&boek 5























Kaart: Dick Bruna, z.t., 1968

woensdag 11 november 2009

Kaart&boek 4























Kaart: Soizick Meister, Bücherberg

maandag 9 november 2009

Kaart&boek 3























Kaart: Katja Wehner, Elefant und lesender Junge

donderdag 5 november 2009

Kaart&boek 2























Kaart: Ellen van Dijk, z.t., 1994

maandag 2 november 2009

Kaart&boek























Er is hier sinds kort een nieuwe printer/scanner in huis, want de vorige had kuren. Ik wilde hem proberen en nam daarvoor de kaart die ik een van de mooiste van mijn verzameling 'kaarten waar een boek op staat' vind. Bovendien typeert hij goed wat ik de komende tijd hoop te doen: lezen en niet om me heen kijken. Dus ook niet bloggen.

Tot later!

(Wees a.u.b. zo vriendelijk niet met 'enjoy' o.i.d. te reageren, want daar ben ik eerlijk gezegd een beetje allergisch voor...)


Kaart: Hans Wap, Leesbril, 1987

zondag 1 november 2009

Rotterdam, 2009-2


















Zojuist ging de bel. Ik deed open en op de stoep stond in de stromende regen een oudere allochtone vrouw (zonder papaplu) die aan mij vroeg 'Marokko?' Dat ik daar niet vandaan kwam leek duidelijk, daarna wees ze op verschillende andere deuren en stelde dezelfde vraag. Ik probeerde haar uit te leggen dat ze verderop moest zijn en zei erbij 'bij witte gordijnen', wat ze waarschijnlijk niet begreep. Later realiseerde ik me dat bij die witte gordijnen misschien wel geen Marokkanen maar Turken wonen en dat dichterbij in elk geval wél Marokkanen wonen en dat ze die waarschijnlijk zocht, maar toen was het te laat. Denk je 's in dat je zelf ergens in Marokko aanbelt en vraagt 'Holland?' Zouden ze je dan even gaan brengen? Ik denk het wel eigenlijk...

Op de foto 'mijn' straat in 1952.


Foto: Gemeentearchief Rotterdam.