WELKOM OP MIJN WEBLOG

Dit blog is in de loop der jaren veranderd. Ooit ging het vooral over de bibliotheek, nu gaat het meer over lezen en taal. (Wie denkt: de bibliotheek gaat toch óók over lezen en taal, ziet dat anders dan ik.) Ooit werd het elke dag bijgehouden, nu minder regelmatig. Wat hetzelfde gebleven is: opmerkingen zijn van harte welkom.

zondag 21 november 2010

Blogbrief uit Rotterdam-West (14)


















Dag Henk,

Als vervolg op mijn blogbrief over de oorzaken tot slot iets over wat voor mij de aanleiding is geweest om met bloggen te stoppen. In mijn laatste 'echte' blogstukje, dat als titel Voorbij, voorbij had, schreef ik dit:

Vanmorgen gehoord: 'Er zal bezuinigd moeten worden en helaas zijn het de bibliotheek-inhoudelijke onderdelen waarop dit in de eerste plaats invloed zal hebben. De bibliotheken kiezen voor ICT en marketing.'

En toen wist ik het zeker: ik wilde geen 'biblioblogger' meer zijn. En daar zag ik maar een oplossing voor: stoppen met bloggen en wel meteen. Dat was misschien een wat overspannen reactie, maar ik heb er geen moment spijt van gehad. Integendeel, door wat er verder is gebeurd ben ik er alleen maar meer van overtuigd geraakt dat het een goed besluit was.

'Er zal bezuinigd moeten worden' werd ons (d.w.z. alle 'bibliotheekinhoudelijke' medewerkers van de PSO waar ik werk) door onze sectordirecteur meegedeeld tijdens een onverwachts georganiseerde bijeenkomst. Zijn formulering bleek al na korte tijd niet juist te zijn geweest, maar toen had ik het al opgeschreven en heb ik het maar zo gelaten. Hoewel het effect hetzelfde is, is het principe anders: het ging niet om een echte bezuiniging, maar om een 'ombuiging' van provinciale subsidie. Die subsidie wordt nog steeds verleend, maar de gezamenlijke directies van de Noord- en Zuid-Hollandse basisbibliotheken (vertegenwoordigd in SOOB en BOZH) willen hem gedeeltelijk anders gaan inzetten: meer geld voor marketing en ICT en daardoor minder voor andere producten. Die andere producten zijn o.a. collecties en themabussen en daarnaast nog zo'n twintig andere vormen van dienstverlening. Sommige producten kunnen ook met minder subsidie waarschijnlijk nog wel blijven bestaan, andere zullen onherroepelijk verdwijnen.

Ik zou over dit besluit en over hoe het heeft uitgepakt wel het e.e.a. kunnen opschrijven, maar dat zal ik niet doen omdat ik dit weblog daar de plaats niet voor vind en het bovendien geen enkel nut heeft. Ik wil in deze blogbrief alleen proberen uit te leggen waarom het voor mij een doorslaggevend argument was én bleef om dit blog te beëindigen.

Ik vond al langer dat de bibliotheek zich steeds meer begon te richten op alles wat naar buiten toe leuk overkomt. Strandbibliotheek, retailbibliotheek, Schipholbibliotheek, allemaal vrolijke en flitsende vormen van bibliotheekwerk, die er mooi uitzien en die het goed doen in artikelen of filmpjes en die door de gebruikers gewaardeerd worden. Ik heb helemaal niets tegen deze kant van het bibliotheekwerk, maar het begon me steeds meer te hinderen dat er nooit eens aandacht was voor de naar buiten toe wat minder dynamische maar in mijn ogen minstens zo belangrijke kanten van wat bibliotheken doen. Het product waar ikzelf dagelijks aan werk, wisselcollecties voor zorginstellingen, kwam nooit in de krant, werd niet vermeld in het jaarverslag, stond intern regelmatig ter discussie, mocht nooit onder de aandacht worden gebracht bij bibliotheken. Hetzelfde gold voor de themacollecties voor instellingen. De direct betrokkenen in bibliotheken en instellingen wisten deze producten wel degelijk op waarde te schatten, maar voor bibliotheekdirecteuren bleef het een tamelijk onbekend onderdeel van wat hun bibliotheek deed. Zij legden dan ook unaniem en zonder enige discussie de prioriteit bij marketing en ICT, en als gevolg daarvan worden de themacollecties voor zorginstellingen per 1-1-2011 opgeheven. De wisselcollecties voor instellingen kan op termijn hetzelfde overkomen, want voor 2012 en daarna staan nog meer 'ombuigingen' gepland. Hetzelfde lot kan ook de collecties voor het onderwijs gaan treffen.

Ik had het bovenstaande graag wat indringender geformuleerd, maar het lukte me niet. Ik ben er misschien te emotioneel onder of misschien juist niet emotioneel genoeg, ik weet het niet. Ik schreef er, na veel getob, dit stukje over voor Bibliotheek 2.0, dat moet maar genoeg zijn.

Ik heb de bibliotheek lang gezien als een sociale organisatie, waarmee ik iets bedoel als: een organisatie met aandacht voor alle groepen in de samenleving en vooral met éxtra aandacht voor die groepen voor wie die extra aandacht op het gebied van lezen en informatie belangrijk of noodzakelijk is: kinderen, mensen met een taalachterstand, mensen die groteletterboeken nodig hebben, ouderen die niet zelf meer naar de bibliotheek kunnen komen, dementerenden die kunnen opleven door boeken over vroeger, enz.

De laatste tijd ben ik de bibliotheek meer en meer gaan zien als een organisatie die zich vooral richt op wat 'scoort': hoe halen we de krant, hoe trekken we jongeren, wat valt op, wat is hip, zijn zitzakken een idee, zullen we ons op het station vestigen, hoe trekken we meer bezoekers, hoe beïnvloeden we de politiek? En om dat uit te zoeken en te bewerkstelligen is marketing nodig of in elk geval nuttig. En als dat ten koste gaat van b.v. ouderen in zorginstellingen, dan vinden we dat misschien wel jammer, maar het is helaas niet anders, je moet nu eenmaal keuzes maken.

Ik heb ruim twaalf jaar met veel plezier collecties gemaakt, maar ik merk dat ik de laatste tijd cynisch ben geworden. Ik begrijp dat ik gefrusteerd lijk, of misschien jaloers. Ik besef dat het feit dat deze ontwikkeling me misschien mijn baan gaat kosten me beïnvloedt. (Of het inderdaad zover komt hoor ik morgen. En als ik het niet ben, kan het een ander zijn.) En ik realiseer me terdege dat niemand zit te wachten op cynische stukjes over de bibliotheek. Vandaar dat ik besloten heb niet meer over de bibliotheek te bloggen. Want elke blogpost die ik momenteel zou schrijven, zou cynisch worden.

Henk! Het blogbrieven schrijven was me een genoegen. Ik dank je nogmaals heel hartelijk voor jouw kant van onze blogcorrespondentie. Ik ben blij dat we het geprobeerd hebben en ik vind dat het iets is geworden om met voldoening op terug te zien.

Veel goeds, veel groeten en hopelijk tot een ontmoeting elders, schrvrdzs

Foto: Vogezen, augustus 2010.


Naschrift de volgende dag. Voor wie zich afvraagt hoe het is afgelopen met het gesprek over mijn baan: slecht. Voor enkele collega's geldt hetzelfde, voor sommigen liep het beter af, anderen verkeren nog in onzekerheid.

Naschrift op 25-11. Inmiddels zijn tien mensen ontslagen. Of het er nog meer worden weet ik niet. Iemand nog een baan in de aanbieding?

woensdag 17 november 2010

Blogbrief uit Rotterdam-West (13)


















Dag Henk,

Van die teller op je blog word ik een beetje zenuwachtig. Ik dacht dat er nog bijna 20 dagen te gaan waren, maar het zijn er nog maar 13. En ik wil per se vóór je blog verdwijnt mijn laatste blogbrief geschreven hebben. Dus moet ik nu toch echt eens beginnen. Wat ik inmiddels dus gedaan heb, maar nu het vervolg nog...

Om te beginnen wil ik je heel hartelijk bedanken voor al je blogbrieven. Ze hebben onze blogs niet van de ondergang kunnen redden, maar ik vond het experiment zeer de moeite waard en ondanks de niet zo lange duur toch zeker een succes. Ik merkte dat de dialoog me losmaakte uit het stramien waar ik in was komen vast te zitten. Dat beviel me. Wat je me schreef was interessant, leuk, zette aan tot nadenken, daagde me uit de grens op te zoeken van wat ik wel en niet 'openbaar' wilde maken. Dat sommige mensen het waardeerden was fijn, dat het sommige andere mensen ergerde vond ik eigenlijk wel leuk.

Toch stopte ik er acuut mee. De blogbrieven waren onderdeel van mijn blog en het bloggen stond me ineens zó tegen dat de blogbrieven mee ten onder gingen. Dat lag dus zeker niet aan de brieven, al begonnen we beiden al wel te merken dat ook blogbrieven schrijven afhankelijk is van inspiratie en niet altijd vanzelf gaat. Nee, het had een andere oorzaak en een andere aanleiding. Ik was vast van plan je die oorzaak en aanleiding nog eens uit te leggen. De andere lezers van mijn blog zouden het dan meteen ook weten. Het is er tot nu toe niet van gekomen en het begon heel erg op 'van uitstel komt afstel' te lijken. De gestaag tikkende klok op je blog brengt me er nu dan toch eindelijk toe. (Wellicht ben je de enige lezer. Of er nog anderen zijn die dit blog in hun RSS hebben staan of anderszins in de gaten houden, vraag ik me af.) Ik merk dat ik het formuleren een beetje verleerd ben (heb jij dat ook, dat stukjes schrijven iets is dat het beste lukt als je het regelmatig doet?) en ik weet nog steeds niet precies waarom ik ineens het bloggen niet meer kon opbrengen, maar de lange tijdsduur heeft er wel toe geleid dat ik het in elk geval enigszíns denk te begrijpen.

Natuurlijk was er het gebrek aan inspiratie. Na een paar jaar had ik wat ik wilde zeggen wel gezegd en de meeste dingen al twee of meer keer. Onze blogcorrespondentie was me daarom zeer welkom: ineens kwamen er nieuwe dingen aan de orde. Wel bleef mijn blog voor mijn gevoel nog steeds een 'biblioblog'. Ik had er zelf voor gekozen om vooral over 'bibliothecaire zaken' te schrijven. Dat was een logisch gevolg van het feit dat ik mijn blog begon vanwege de 23dingen. En over privé-dingen schrijven wilde ik niet, al heb jij me er toch toe weten te bewegen...

Naast de bibliotheekkwesties werden de door mij gelezen boeken onderwerp voor blogposts. Ik vond het prettig om regelmatig iets op te schrijven over wat ik gelezen had. Als ik weet dat ik er iets over op ga schrijven lees ik aandachtiger en bovendien: als ik er iets over opgeschreven heb kan ik tenminste nog eens opzoeken wat ik ook alweer las en wat ik er van vond. Als ik niets opschrijf over een boek weet ik na enige tijd hooguit nog of ik het al dan niet goed vond en soms zelfs dat niet eens. De discipline om voor mezelf van elk gelezen boek een verslagje te maken heb ik nooit kunnen opbrengen, maar de gedachte dat enkele anderen zo'n verslagje lazen was voldoende stimulans. Natuurlijk deed ik het in de eerste plaats voor mezelf (zoals je volgens mij alles in de eerste plaats voor jezelf doet), maar de gedachte dat anderen er misschien eens een leestip aan konden ontlenen vond ik prettig. Soms dacht ik zelfs iets als: als alle lezende bibliothecarissen nou eens wat opschreven over wat ze lazen, wat zou dat een mooie onderlinge uitwisseling van informatie kunnen zijn.

Maar nu komt het knelpunt. Ik voelde me meer en meer ongemakkelijk bij de gedachte dat ik een 'biblioblog' had. Ik begon mailtjes te sturen naar mensen die mij in lijstjes van 'bibliotheekblogs' gezet hadden, om ze te vragen mij daaruit te schrappen. Dat deden ze dan gelukkig. Maar toch bleef het wringen: mijn blog hinkte voor mijn gevoel teveel op twee gedachten. Ik moet eerlijk zeggen dat ik dit pas enige tijd nadat ik met bloggen gestopt was zo bedacht heb, d.w.z. dat ik er de woorden voor heb gevonden. Vóór die tijd was het een gevoel van onbehagen dat ik niet goed kon plaatsen. Maar langzamerhand meende ik het te begrijpen: een blog dat de bibliotheek en lezen in zich verenigt is een blog dat uiteindelijk wel aan innerlijke tegenstrijdigheid ten onder moet gaan. Dit klinkt natuurlijk vreemd, want wat ligt meer in elkaars verlengde dan lezen en de bibliotheek? Wie graag leest hoúdt toch van de bibliotheek? Ja, dat is misschien wel waar. Wie veel leest en niet al te veel geld heeft, is blij met de mogelijkheid boeken te kunnen lenen. Maar dan heb je het over een klánt van de bibliotheek. En ik blogde niet als klant, maar als werknemer. Ik merkte dat het in de bibliotheekwereld over heel veel onderwerpen gaat: mediawijsheid, gaming, leeskilometers, internetvaardigheden, retail, een landelijke catalogus, noem het maar op. Maar nooit of in elk geval hoogst zelden las ik iets over literatuur, over lezen om schoonheid te ervaren, over lezen om op andere gedachten te komen, om in andermans hoofd te kunnen kijken, om verwonderd te raken of verontwaardigd of blij of treurig. Lezen was iets dat je moest kunnen om geïnformeerd te zijn, om een mondige burger te worden, om je weg te kunnen vinden op internet.

Natuurlijk is dat allemaal waar en nuttig en moet iedereen zo goed mogelijk leren lezen. Dat vind ik ook. Maar wat ik steeds meer begon te missen was de aandacht voor de 'intrinsieke waarde' van literatuur. De gedachte dat literatuur niet in de eerste plaats núttig is, maar dat literatuur móói is. Dat literatuur kúnst is. En nog wel liefst een vorm van kunst waar je voor heel weinig geld of zelfs gratis mee kunt kennismaken, in de bibliotheek. En dat de bibliotheek er daarom actief aan moet meewerken dat iedereen de kans krijgt kennis te maken met literatuur, zoals ook iedereen de kans zou horen te krijgen muziek, schilderijen, films en andere kunstuitingen te leren kennen. En wie daarna besluit: lezen is niks voor mij, in een museum zien ze me nooit meer, laat mij maar lekker sporten, die mag dat gelukkig helemaal zelf weten. Maar onbekend maakt onbemind, zegt het spreekwoord, en ik denk dat dat klopt. En daarom zie ik het als een van de taken van de bibliotheek om mensen in contact te brengen met literatuur. En dan bedoel ik met 'literatuur' niet per se boeken 'van niveau', maar wel boeken 'van een niveau dat mensen uit zichzelf misschien niet gaan lezen'. En die gedachte miste ik langzamerhand zo hevig in alles wat ik las over de bibliotheek, dat ik dacht: ik moet als blogger weg uit die wereld, want ik hoor er niet.

Tot zover voor vandaag. Dit was, denk ik nu, naast het mezelf te vaak herhalen, de oorzaak van het stoppen met mijn blog. Er was ook nog een aanleiding. Daarover hoop ik je vóór het eind van de 13 dagen die jouw blog nog in de lucht zal zijn mijn allerlaatste blogbrief te schrijven.

Ik zou graag je blogbrieven willen bewaren. Is het goed als ik ze uit jouw blog kopieer en in het mijne plak? Of weet je een andere oplossing?

Het was me als vanouds een genoegen je te schrijven.

Ik hoop dat het goed met je gaat!

Hartelijke groet, schrijverdezes


p.s. De foto is van mijn vakantie (augustus 2010) in de Vogezen. En ja, wie daar loopt dat ben ik, onder het motto 'Moedig voorwaarts' (Gerard Reve).