Foto van Literatuurplein
'Vervolgens kwam Tommy Wieringa, die een aanvankelijk rommelige zaal prachtig wist te bespelen en te boeien, waarover in een volgende 'post' nog iets meer,' schreef ik zondag in mijn stukje over de tweede avond van het GDMW-festival. Vandaag dan die beloofde 'post'.
Ik ken Tommy Wieringa, zoals ongetwijfeld de meesten die hem kennen, in de eerste plaats van Joe Speedboot. Later las ik ook Alles over Tristan. Ik heb hem een keer gezien bij Lezen Etcetera Live, waar hij geïnterviewd werd door Pieter Steinz. (Na hem kwam toen trouwens Ilja Pfeijffer, een mooie middag was dat.) Iets wat me van Wieringa zeker zal bijblijven is dat hij een keer als gastschrijver bij TU-Delft de film Vliegtuig over Joost Conijn liet zien en vervolgens een gesprek met Conijn voerde. Een prachtige film waar ik erg van genoten heb en waar ik misschien nog maar 's een stukje over moet schrijven, ook al past dat niet helemaal in de lijn van dit blog.
Al met al verheugde ik me op het optreden van Wieringa, afgelopen zaterdag. En mijn verwachtingen zijn uitgekomen of liever gezegd overtroffen, want wat er gebeurde bezorgde me wat ze in Idols een 'kippenvelmoment' zouden noemen. Ik hoop dat ik het een beetje kan overbrengen.
Wieringa had, zou je kunnen zeggen, de pech dat hij moest optreden tussen twee muziekoptredens, die van Gabriel Rios en Hans Teeuwen. Toen hij al achter zijn lessenaar stond was de zaal nog druk aan het leegstromen. Toen de rust weer was weergekeerd ('Zo, nu zijn we onder ons,' zei Wieringa) zaten er waarschijnlijk naast mensen die speciaal voor hem waren gekomen ook mensen in de zaal die alvast een plekje wilden hebben voor Hans Teeuwen en die Wieringa er maar even bij namen. En krijg nu vervolgens zo'n zaal maar eens mee. Dat lukte hem fantastisch. Hij las bijna allemaal nieuw werk voor, wat ik erg sympathiek vond. Het waren korte, enigszins ironische verhalen, waar je als je ze zelf las af en toe wel om zou kunnen glimlachen. Maar voorgelezen door Wieringa bleken ze de zaal voortdurend luid aan het lachen te krijgen. De combinatie van de tekst én de manier waarop W. hem las, was precies goed.
Ik herinner me min of meer letterlijk deze zin: 'De afgelopen zomer bracht ik door omstandigheden een paar dagen door op een camping in Heeg.' Als je het zo leest lijkt dat niet erg opwindend, maar als je het hoort met de enigszins plechtige, gedragen stem van Wieringa bekruipt je een aangenaam gevoel van verwachting. En dat gevoel was in de zaal duidelijk te bespeuren. Na de titel 'Braadworst', gevolgd door deze beginzin, was er niet veel meer nodig om het ene lachsalvo na het andere te ontketenen met een verhaal over een buurman in een caravan met een brommend koelapparaat op het dak waardoor de 'ik' van het verhaal hem hevig ging haten, een haat die verdween toen de buurman hem de volgende dag tijdens een volleybalwedstrijd een in de gekoelde caravan klaargemaakte braadworst aanbood.
Na een aantal nieuwe verhalen las W. ook nog iets voor uit zijn bundel reisverhalen Ik was nooit in Isfahan. Dit verhaal ging over het verstrooien van de as van een overleden oom, wat uiteindelijk, omdat de as in de urn geklonterd was, uitliep op leeglepelen terwijl de 20 jaar jongere Egyptische echtgenoot van de moeder van de hoofdpersoon, 'papa Afrika', er een Egyptisch dodenlied bij zong. Lees het zelf maar eens.
De verhalen waren de moeite waard, maar wat vooral indruk op me maakte was hoe enthousiast de toehoorders werden. Achter mij zat een jongeman (zo klonk hij althans, ik heb niet omgekeken) die tijdens het optreden van Gabriel Rios een beetje zat te vervelen en te kletsen, je kent die types wel (ze zitten altijd wel ergens achter je). Toen Wieringa binnenkwam en applaus kreeg, zei mijn achterbuurman: 'Nou, ze schijnen hem allemaal te kennen.' Maar al snel kwam hij in de ban van Wieringa en begon hij er duidelijk plezier in te krijgen. Hij lachte om alles waarom te lachen viel en herhaalde genietend sommige woorden, zoals 'braadworst'.
Het was me een groot genoegen om te merken dat literatuur dit met mensen kan doen. Dat wist ik ook wel, maar ik was het een beetje vergeten. Natuurlijk was het niet alleen de tekst maar ook de man die hem bracht. Het interactieve zat hem gelukkig alleen in het feit dat je kon lachen en klappen. Je hoefde niet door te klikken, te taggen, te linken, te delen, je hoefde niet te twitteren, niet mee te denken hoe het verder zou moeten, je had niet eens een pc nodig en je telefoon moest uit. Je hoefde alleen maar te luisteren en te genieten. En dat deed ik. Dankuwel, meneer Wieringa.
En wat het achteraf nog extra leuk maakte: in De Pers, waarin Wieringa een column heeft, schreef hij gisteren over zijn ervaringen op het GDMW-festival. O.a. dit:
'Even tevoren heb ik voorgelezen in de grote zaal van de schouwburg. Het was na middernacht, het moment dat landerigheid en dronkenschap het voor het zeggen krijgen en het publiek eigenlijk alleen maar wacht op de act na jou, Hans Teeuwen die liedjes zingt. Een verloren, stimulerende positie. Ik lees verhalen die ik nog niet eerder heb voorgelezen, langzaam verandert er iets in de zaal, het rumoer gaat liggen, er ontstaat een hoopvolle stemming. De verhalen weven dunne draden tussen mij en de mensen in het donker, de woorden fonkelen als druppels aan een vislijn, elk afzonderlijk woord wordt verstaan en begrepen. Ik stook het vuur langzaam op, het wordt aangeblazen door applaus en gejoel - dit is wat voorlezen moet zijn, het ontketenen van een opstand.'
Website van/over Tommy Wieringa.
wauw dat klinkt als de goed (voor)lees ervaring!
BeantwoordenVerwijderenzo is het toch eigenlijk bedoeld!
Ha Steenwijk23,
BeantwoordenVerwijderenJa, ik vond het ook wel 'wauw'! Op zo'n festival heb je natuurlijk wel schrijvers nodig die goed kunnen voorlezen. Dat kunnen ze niet allemaal en dat geeft ook niet, het zijn tenslotte schrijvers.
Groet van schrvrdzs
Ha Henk,
BeantwoordenVerwijderenLeuk om je stuk over Wieringa in de ZB te lezen. Jammer dat dat interview niet goed ging. Hij had beter wat kunnen voorlezen. Ik ben zelf bij een interview met Wieringa geweest bij TU-Delft dat ik ook helemaal niks vond. De interviewer was iemand van Humo, zijn naam weet ik niet meer maar ik vond hem erg slecht. Daarentegen vond ik het interview dat Wieringa zelf hield met Joost Conijn juist erg goed. En dat terwijl Conijn nou niet bepaald spraakzaam was. B.v. op de vraag: 'Waarom ben je dat eigenlijk gaan doen, een vliegtuig bouwen?' antwoordde hij iets als: 'Tja, dat leek me wel leuk.' Ken je de film over dat vliegtuig trouwens? Ik heb er van genoten.
Groet van schrvrdzs
Dag schrijver,
BeantwoordenVerwijderenWat een feestweekend heb jij gehad!!
Ha AvA,
BeantwoordenVerwijderenJa, ik heb er zeker geen spijt van dat ik gegaan ben en ik ben BoekenDingen dankbaar voor de vermelding. Ik ga niet vaak ergens naartoe, maar dat zorgt er wel voor dat je niet blasé wordt. Na zoiets als dit denk ik overigens meestal: dat zou ik eens vaker moeten doen, maar dat duurt dan soms weer jaren. De mogelijkheid om er iets over te bloggen is overigens wel stimulerend. Het aardige van iets als GDMW vind ik dat ik er niemand ken (al is dat in de pauze wel een beetje ongezellig) en dat je toch een soort saamhorigheid ervaart omdat je blijkbaar allemaal iets voor literatuur voelt en b.v. tegelijk moet lachen om een stukje Wieringa. Zoiets kun je natuurlijk ook bij een concert ervaren.
Groet van schrvrdzs
Ha Henk,
BeantwoordenVerwijderenDaar zal vast nog wel iets aan te doen zijn. Ik hoop er binnenkort iets meer over te vertellen, maar ik hoop wel vaker iets...
Leuk dat ABC in de ZB was! Dank voor de link naar haar stukje in NRC.next.
Je stuk over de hoger- en hooggeplaatsen vond ik ook mooi. De brief van minister P. sprak me aan.
Groet van schrvrdzs
Beste schrvrdzs,
BeantwoordenVerwijderenNota bene vandaag pas je blog ontdekt! En je goeie en boeiende bespreking over het fenomeen Wieringa. Ik ga het allemaal eens rustig tot me nemen.
Dag,
Dag Cees,
BeantwoordenVerwijderenAls dat maar goed afloopt ;-)
Maar heel erg bedankt.
Groet, v/h schrvrdzs