zondag 28 februari 2010
Blogbrief uit Rotterdam-West (2)
Dag Henk,
Veel dank voor je brief. Boeiend om te lezen hoe je in de bibliotheek bent terechtgekomen en hoe het je daar verging. Grappig is dat wij onze bibliotheekcarrière enigzins op dezelfde manier begonnen zijn, met dit verschil dat er bij mij van een carrière verder geen sprake is geweest... Dit klinkt natuurlijk onbegrijpelijk, maar ik zal het uitleggen. Toen ik op de middelbare school zat was mijn moeder vrijwilligster in de bibliotheek van het dorp (een forenzenplaats op zo'n 20 km van Rotterdam) waar wij toen woonden. Ik denk dat ze er een avond per week werkte, misschien ook wel twee. Soms ging ik dan ook naar de bibliotheek en dan mocht ik wel eens wat opruimen of kaartjes op volgorde zetten, althans zo herinner ik het me. En ik meen me ook te herinneren dat ik daardoor op het idee gekomen ben dat ik wel in een bibliotheek zou willen werken.
Ik had dan ook het plan (nog tamelijk vaag, maar het was toch het meest concrete toekomstplan dat ik had) om na de middelbare school naar de Bibliotheekschool (of hoe die destijds heette) te gaan. Nu was het zo dat twee meisjes met wie ik in de klas had gezeten, maar die een jaar eerder eindexamen deden dan ik omdat ik een keer was blijven zitten, ook naar de Bibliotheekschool wilden. Zij gingen inderdaad, hielden er allebei al snel mee op en zeiden tegen me: Niet doen, het is heel vervelend! En dat geloofde ik en ik hield me aan hun advies. Pas veel later, toen ik mijn huidige baan al had en van collega's wel eens wat over hun bibliotheekopleiding hoorde, dacht ik: het was misschien toch best wat voor me geweest. Een van de collga's kon b.v. met veel weemoed vertellen over de lessen van Kees Fens, en hoe ze daar van genoten had. En een andere collega vertelde wel eens over wat ze allemaal over literatuur geleerd had. Dat klonk ook heel interessant en aanlokkelijk.
Maar goed, mijn bibliotheekcarrière ging dus niet van start. Wat wel begon was een zoektocht naar 'wat dan wel?' Een vraag die eigenlijk nooit beantwoord is, behalve door tijd & toeval (die, zoals je je nog uit Prediker zult herinneren, ons allen treffen). Ik deed een poging tot studeren, ik probeerde de verpleging, deed een nieuwe studie-poging (die eindigde met het kandidaatsexamen sociologie) en vervolgens trouwde ik (21 jaar oud). En toen moest er geld komen en ging ik werk zoeken. Dat vond ik niet erg, want de studie zei me toch niet veel meer.
Het probleem was natuurlijk dat ik eigenlijk nog steeds niks nuttigs geleerd had, dus werk vinden was niet zo simpel. We leefden van de studiebeurs van mijn man: 500 gulden in de maand, dat ging net, maar wat aanvulling was natuurlijk welkom. Na een half jaar (geloof ik) had het Arbeidsbureau iets voor me: op de boekhouding van een expeditie- en opslagbedrijf in de Rotterdamse haven. (Het kantoor zat toen nog in een woonwijk, later verhuisde dat ook naar het havengebied.) Computers speelden al wel een rol bij het boekhouden, maar bevonden zich nog in een speciaal gebouw: het Computercentrum. Mijn taak bestond uit het invullen van gegevens op zogeheten ponsconcepten (soort formulieren). Die concepten gingen dan naar de ponstypistes die ze overtikten op ponsbanden. Die ponsbanden gingen vervolgens naar het Computercentrum om daar 'ingelezen' te worden. En dan kwamen de uitgeprinte gegevens weer naar onze afdeling. (Dit voegt eigenlijk niks toe aan mijn verhaal, maar ik vind het toch leuk om het op te schrijven, omdat het zo pré-historisch aandoet.) Het werk beviel me wel, maar de neiging een boekhoudcursus te gaan volgen heb ik nooit gevoeld.
Ik werd moeder toen ik 28 was en kreeg in totaal drie kinderen. Ik ben altijd (part-time) blijven werken en had het daarnaast natuurlijk druk met het huishouden, de was, kinderen naar school en zwemles brengen, kleren kopen, enz. enz.
Ik werkte ruim 20 jaar bij het havenbedrijf, maakte de komst van de pc mee, kreeg ook ander, vergelijkbaar, werk te doen (opslagadministratie), had aardige collega's en had het best naar mijn zin en hoopte daar eigenlijk mijn pensioen te halen. Maar dat liep anders: het bedrijf ging, na een paar keer verkocht te zijn, failliet. En toen was ik dus werkloos (en ruim in de 40). Nog steeds had ik eigenlijk niks nuttigs geleerd (had ik nou tóch maar dat boekhouddiploma gehaald...), dus weer viel het niet mee om werk te vinden. Ik vulde mijn dagen o.a. met mezelf wat computervaardigheden bijbrengen en op de basisschool waar toen nog twee van mijn kinderen opzaten af en toe meehelpen, o.a. door elke week mee naar zwemles te gaan. Ik merkte dat ik in de supermarkt zomaar gesprekjes begon met vreemde mensen, iets wat ik voorheen van anderen altijd heel stom vond.
Ik solliciteerde als ik wat geschikts zag (dat moest natuurlijk ook vanwege de ww-uitkering) en ik schreef me in bij een paar uitzendbureau's. Dat laatste leverde na een jaar iets op: Randstad had een baan op de financiële administratie van ProBiblio, in Schiedam. Het werk dat ik daar zou moeten doen was precies wat ik altijd gedaan had: crediteurenadministratie. Men zat erg omhoog omdat mijn 'voorganger' zomaar ineens was weggebleven en ik kon meteen beginnen. Ik herinner me dat ik op het sollicitatiegesprek vroeg of ze me niet te oud vonden (domme vraag, dat geef ik toe, maar mijn ervaring was dat men dat meestal vond), maar mijn toekomstige cheffin antwoordde: Ik ben zelf ook niet meer zo piep. (Zij was ouder dan ik.) Dat beviel me wel. En het werk beviel me ook. Totdat... Maar daarover later, want deze brief is inmiddels wel lang genoeg. We moeten tenslotte ook een beetje met onze mee-lezers rekening houden ;-)
Op je vraag wat ik, als ik het over kon doen, voor werk zou kiezen zal ik ook een volgende keer ingaan. Ik vind het inderdaad eigenlijk een zinloze vraag, maar dat betekent bepaald niet dat ik me nooit bezighoud met dit soort bespiegelingen. Ik denk, 'met de kennis van nu', dat ik misschien wel het liefst jeugdbibliothecaris had willen worden! Later vertel ik waarom.
Je foto's zijn mooi. Ik kom je naam ook regelmatig op Flickr tegen als ik een illustratie bij m'n blogstukjes zoek. Zelf zal ik het moeten doen met foto's van anderen. Ik maak af en toe in de vakantie wel foto's, maar dan staat er vaak een knopje verkeerd ofzo. En mijn woonomgeving heb ik nog nooit gefotografeerd. Ik ga ter illustratie van deze brief maar 's op zoek naar een foto van de moskee die hier op 5 minuten loopafstand vandaan staat. Je kent hem waarschijnlijk wel, want hij is te zien vanuit de trein. Mijn dochter hoorde een keer in de trein een meisje tegen haar moeder zeggen: 'Kijk, de Efteling!'
Wat ik, naar aanleiding van je brief, wel zou willen weten: die sollicitaties naar bibliotheken buiten Zeeland, waren die omdat je gewoon iets anders wilde, of omdat je Zeeland uit wilde?
En in een reactie schreef je dat je vaker correpondenties hebt gevoerd. (Dat geldt voor mij ook.) Wil je daar eventueel wat over vertellen?
Dat was het dan voor vandaag. Wordt vervolgd!
Hartelijke groet, schrijverdezes
Foto: Flickr, gemaakt door Miek37.
Labels:
blogbrief
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Ha Henk,
BeantwoordenVerwijderenMij ook, dus laten we nog maar een poosje doorgaan ;-)
Groet, schrvrdzs
"Ik ga ter illustratie van deze brief maar 's op zoek naar een foto van de moskee die hier op 5 minuten loopafstand vandaan staat."
BeantwoordenVerwijderenLeuk, waarvoor dank, maar wat de foto met het verhaal te maken heeft ontgaat me moet ik eerlijk bekennen. ;-)
Dag Miek,
BeantwoordenVerwijderenDe dank is geheel aan mijn kant! De foto heeft inderdaad niks met het verhaal te maken, maar omdat het een 'Brief uit Rotterdam-West' is, past hij er toch wel bij vind ik. Boven mijn eerste brief zette ik de Euromast. De moskee vind ik ook nogal Rotterdams én ik woon er vlakbij.
Verrassend dat je je foto hier gevonden hebt, aardig van je dat je hem een CC-licentie gaf en leuk dat je reageerde!
Groet, schrvrdzs