WELKOM OP MIJN WEBLOG

Dit blog is in de loop der jaren veranderd. Ooit ging het vooral over de bibliotheek, nu gaat het meer over lezen en taal. (Wie denkt: de bibliotheek gaat toch óók over lezen en taal, ziet dat anders dan ik.) Ooit werd het elke dag bijgehouden, nu minder regelmatig. Wat hetzelfde gebleven is: opmerkingen zijn van harte welkom.

donderdag 25 februari 2010

Wat ik las 38

Bijna een maand geleden (op 27 januari) overleed J.D. Salinger. Een jaar of acht geleden kwam ik op mijn werk een nieuwe uitgave van De vanger in het graan tegen en dacht: dat moet ik nu toch maar eens gaan lezen. Ik las het en vond het een aardig boek, maar was er onvoldoende van onder de indruk om meteen meer van Salinger te gaan lezen. Maar door wat na zijn dood her en der over hem geschreven is, werd mijn belangstelling voor zijn andere werk alsnog gewekt. Vooral dat ik ergens las dat Een perfecte dag voor bananenvis, uit de bundel Negen verhalen, een van de beste verhalen is die ooit geschreven zijn, maakte me (uiteraard) nieuwsgierig. Negen verhalen kon ik zo gauw niet vinden, maar ik vond wel Heft hoog de nokbalk, timmerlieden en Seymour, een introductie. En toen ik de opdracht in dat boek gezien had besloot ik het te gaan lezen. Dit is die opdracht:

Als er nog een lezer op de wereld over is die voor zijn plezier leest - of iemand die gewoon links en rechts wat doorkijkt - vraag ik hem of haar, met onuitsprekelijke genegenheid en dankbaarheid, de opdracht van dit boek te delen met mijn vrouw en twee kinderen.

Een boek met de titel Heft hoog de nokbalk, timmerlieden en Seymour, een introductie kan bijna geen doorsnee-boek zijn. En dat is het dan ook niet. Ik zou liegen als ik zei dat ik het helemaal begrepen heb, maar ik heb er in elk geval voldoende van begrepen om het te waarderen. Om het echt op waarde te schatten zou ik het zeker twee keer en waarschijnlijk vaker en in ieder geval langzamer moeten lezen, maar daar is het nog niet van gekomen en ik weet ook niet of het er van zál komen. Dat hangt o.a. een beetje van die bananenvis af, waarnaar ik nu opnieuw op zoek ga.

Het boek bestaat min of meer uit twee verhalen, maar die vormen voor mijn gevoel eigenlijk een geheel. Hoofdpersoon in beide verhalen is Seymour, verteller is zijn twee jaar jongere broer Buddy. Het eerste verhaal gaat over de trouwdag van Seymour in New York, 1942, waar Buddy, die dan 23 jaar is, als enig familielid van de bruidegom naartoe gaat. Seymour komt echter niet opdagen en Buddy stapt met enkele andere bezoekers in een taxi om toch maar naar de plaats te gaan waar de receptie gehouden zal worden. De taxi komt vast te staan vanwege een demonstratie en de passagiers gaan naar een restaurant omdat het vreselijk warm is en omdat een van hen wil bellen met de familie van de bruid. Het restaurant blijkt gesloten en Buddy stelt voor naar de flat van zijn zus te gaan, die daar vlakbij is en waar Seymour en hij ook wel eens gebruik van maken. Hij weet dat zijn zus op reis is. Hij zet de airco in de flat aan en zegt dat hij iets te drinken zal maken. Hij vindt het dagboek van Seymour en gaat daar een tijdje op de rand van het bad in zitten lezen. Er blijkt uit dat Seymour gelukkig is. Buddy maakt coktails en neemt zelf een groot glas whisky, hoewel hij niet veel drank kan verdragen. In het telefoongesprek dat een van de andere bruiloftsgasten heeft gevoerd is gebleken dat de bruidegom zich inmiddels gemeld heeft en dat hij en de bruid samen zijn vertrokken. De anderen gaan toch maar naar het huis waar de 'receptie' zonder bruidspaar gehouden wordt en Buddy valt in slaap en wordt na 1 1/2 uur met barstende hoofdpijn wakker.

In het tweede verhaal probeert de inmiddels 40-jarige Buddy een portret te schrijven van zijn broer Seymour. Uit het verhaal blijkt dat Seymour op 31-jarige leeftijd een eind aan zijn leven heeft gemaakt, omdat hij zo gelukkig was. (Dat Seymour zelfmoord had gepleegd was in het begin van het eerste verhaal ook al even gaan de orde geweest, maar pas in het tweede verhaal drong het echt tot me door.) Buddy en Seymour zijn de oudste twee jongens van het gezin Glass, dat zeven kinderen telt. De ouders waren aanvankelijk variété-artiesten, maar zijn daarmee gestopt. Wat ze daarna zijn gaan doen ben ik vergeten (of het wordt niet vermeld). De kinderen (of een aantal van hen, dat weet ik ook al niet) spelen jarenlang een rol in een soort discussieprogramma voor kinderen op de radio. Seymour en Buddy gaan vaak naar de bibliotheek.

Buddy probeert te beschrijven hoe Seymour was en vertelt voorvallen uit hun jeugd en beschrijft zijn uiterlijk. Het beeld dat dat oplevert is voor mijn gevoel meer een beeld van de enorme bewondering en liefde van Buddy en de andere kinderen van het gezin Glass voor hun oudste broer, dan van die broer zelf. Maar ik zei al dat ik het boek minstens nog een keer zou moeten lezen om het beter te doorgronden.

Buddy schrijft verhalen en laat die aan zijn broer lezen. Hij neemt in het boek een aantal van de commentaren over die Seymour op die verhalen gaf. In een daarvan staat dit:

Sluit alsjeblieft vrede met je geestigheid. Die gaat niet weg, Buddy. Die op je eigen advies lozen zou net zo slecht en onnatuurlijk zijn als je bijvoeglijke naamwoorden lozen omdat professor B. dat wil. Wat weet hij ervan? Wat weet je nou eigenlijk over je eigen geestigheid?

Die passage trof me omdat dat vrede sluiten met die geestigheid nou net was wat ik al het hele boek probeerde te doen. In De vanger in graan was het me niet gelukt: ik herinner me (vaag) dat ik toen aan iemand vertelde dat ik dat boek gelezen had en het best aardig vond, maar me had gestoord aan het (voor mij) te hoge Adrian Mole-gehalte. Dat dit alleen duidelijk is (of kan zijn) voor wie iets uit de Adrian Mole-serie gelezen heeft begrijp ik, maar het is lastig uit te leggen. Het gaat voor mij over net iets te leuke formuleringen of misschien over een net iets te groot aantal van dergelijke formuleringen. Ze zijn niet slecht, maar voor mij vormen ze een overdosis.

In Heft hoog enz. is het me tenslotte gelukt me met de geestigheid te verzoenen. Ik heb het gevoel dat het aantal geestigheden minder was dan in De vanger. Het kan ook zijn dat ik me gewonnen heb gegeven. Dat is me bij Grunberg tenslotte ook overkomen. Soms zijn geestigheden misschien gewoon nodig om een drama 'überhaupt' te kunnen vertellen. (Bij Adrian Mole geldt dit volgens mij niet: dat is voor mijn gevoel alleen maar 'leuk bedoeld' en de een houdt daar nou eenmaal van en de ander niet.)

Voor informatie over de stijl van Salinger verwijs ik naar het stuk dat Ton de Kruyff over hem schreef. 'Schilderen met woorden' noemt hij het. Ik had het niet kunnen bedenken, maar ik kan me er helemaal in vinden. En hier las ik dat het bananenvisverhaal een van de beste verhalen ter wereld is. T.z.t., als ik het gelezen heb, hoop ik er op terug te komen.

2 opmerkingen:

  1. De vergelijking tussen Vanger en Adrian Mole had ik zelf nooit gemaakt, of gevonden. Maar nu je hem maakt zie ik m'n eigen "bezwaar" tegen Vanger goed omschreven.

    Nu Bananafish nog (de andere verhalen in "negen verhalen" zijn trouwens ook de moeite waard). Ik blijf nieuwsgierig naar wat je daarvan vindt.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dag Ton,
    Je hoort het t.z.t. Ik moet het eerst nog even opsporen en dan nog even lezen ;-) Ik hoop dat je mijn verslagje van Heft hoog (Salinger is wel iemand wiens titels je snel gaat afkorten...) redelijk vond. Ik heb het boek al weer een tijdje uit en vergeet (helaas) meestal snel hoe e.e.a. precies ging. Ik dacht me b.v. te herinneren dat S. op de avond van zijn trouwdag een eind aan zijn leven had gemaakt en zag pas gisteren (toen ik opzocht wanneer het in het verhaal voorkwam), dat het anders was. (Gelukkig nog nog net op tijd.) Dus er zitten vast meer fouten in.
    Goed dat je gezegd hebt dat De vanger niet zijn beste werk is, anders was ik dit boek niet gaan lezen.
    Wat betreft Adrian Mole, ik herinner me daar weinig van, maar wel dat ik het vervelende leuk vond, als je begrijpt wat ik bedoel. Het is iets in de stijl, wat speciaal gebruikt lijkt te worden om de denkwereld van pubers aan te geven. Ik lees momenteel een verhaal van Willem van Toorn over een 17-jarige jongen en daar zit het ook in, maar gelukkig spaarzaam en daardoor goed te verdragen. Wie weet was Salinger met deze manier van schrijven wel de eerste en volgen de anderen hem na. Daar kan wel 's iemand een scriptie over schrijven. (Als dat niet allang gebeurd is.)
    Groet, schrvrdzs

    BeantwoordenVerwijderen