Het eerste boek dat ik van Willem van Toorn las was De lotgevallen van Sebastiaan Terts. Ik was toen een jaar of 23 en ik weet nog waar ik het las: in een tot (primitief) vakantiehuisje omgebouwde varkensstal in Brabant. Het kán aan die varkensstal liggen, want die was ook wel een beetje bijzonder, maar ik denk toch dat het aan het boek ligt dat ik me dat nog herinner. Het maakte veel indruk op me en ik denk dat het de eerste keer is geweest dat ik me realiseerde dat bij een boek niet alleen het verhaal belangrijk is, maar ook de stijl. De stijl van Van Toorn is sober, rustig, onnadrukkelijk, schijnbaar achteloos. Ik vond dat toen heel mooi en ben het altijd blijven waarderen. Lang heb ik gedacht dat het de enige stijl was waar ik echt van zou kunnen houden, maar dat bleek (gelukkig) niet waar. Veel later leerde ik b.v. Vestdijk kennen, die toch heel anders schrijft, maar die me onverwacht toch ook erg beviel. En nog later b.v. Céline, wiens stijl het volstrekte tegendeel van onnadrukkelijk is. En ook van hem was ik erg onder de indruk.
Ik heb voor mezelf wel eens de theorie ontwikkeld (en ik vermoed dat ik hem ook al wel eens op m'n blog heb opgeschreven, maar ik herhaal hem toch nog even) dat je een boek mooi kunt vinden vanwege de inhoud of vanwege de stijl, maar dat de boeken die de meeste indruk op je maken dat doen doordat stijl en inhoud met elkaar overeenstemmen en elkaar versterken, waardoor het geheel meer is dan de som der delen.
Het is natuurlijk maar een theorietje voor eigen gebruik, maar ik heb er af en toe wel plezier van. Het geldt wat mij betreft voor Vestdijk en Céline en ook op Van Toorn vind ik het van toepassing: het sobere en achteloze van zijn stijl vind je ook bij de ínhoud van zijn romans en verhalen. Ze zijn nooit groots en meeslepend, maar gaan altijd over het tamelijk gewone leven van tamelijk gewone mensen. Ze zijn nooit dramatisch, eerder berustend: zo is het leven nu eenmaal. En juist daarom zijn ze zo mooi. Niet mooi op de ruim opgezette manier van Vestdijk of de verpletterende manier van Céline, maar mooi op die sobere, rustige, achteloze manier van Willem van Toorn. Ik zou haast zeggen: op een bedaarde manier. Dat ik dat toch net níet wil zeggen komt omdat Van Toorn de schrijver is die het woord 'bedaard' het allermeest gebruikt van welke schrijver dan ook die ik ken (ik vermoed dat er ook heel veel schrijvers zijn die het woord nóóit gebruiken), iets wat me altijd een beetje irriteert. Maar een geschikt woord zou het wel zijn, om zijn werk mee te typeren.
Van Toorn heeft een essaybundel geschreven over het landschap en hoe dat verpest wordt door dijkverzwaring e.d.: Leesbaar landschap (te vinden in de dbnl). Ik meen me te herinneren dat hij zich in dat boek echt kwaad maakt. Daarom denk ik dat hij het zich kwaad maken en zich opwinden reserveert voor zaken waar misschien nog iets tegen te doen is, of die in de toekomst voorkomen zouden kunnen worden. Maar dingen die nu eenmaal zijn zoals ze zijn en gaan zoals ze gaan: jeugdherinneringen, ouder worden, liefde en het soms weer voorbijgaan daarvan, die beschrijft hij constaterend, accepterend, zonder omhaal van woorden. Dat maakte indruk op me toen ik het voor het eerst las en ik vind het nog steeds mooi.
De geur van gedroogde appels, een bundel verhalen die allemaal iets met reizen (o.a. naar poëzie- en literatuurfestivals) te maken hebben, vind ik zeker niet zijn beste boek. Het mooiste (en langste) verhaal eruit is (voor mij) Haarlem Station, maar dat kende ik al omdat het eerder als apart boekje is uitgegeven. De andere verhalen zijn vooral 'meer van hetzelfde': Van Toorn zoals ik hem al ken, met een hoofdpersoon die ik ook al aardig ken. Meestal heet die hoofdpersoon Leeman. In dit boek heeft de hoofdpersoon ook andere namen en soms is de auteur zelf de hoofdpersoon. Ik vond dat een beetje hinderlijk, omdat ik het gevoel had steeds over dezelfde man te lezen, die dan ineens anders heette (en een andere vrouw/vriendin had). De bundel is zo voor mijn gevoel een beetje een rommeltje geworden en is daarom en ook omdat ik niet alle verhalen boeiend vond, niet het boek dat ik iemand zou aanraden om met Van Toorn kennis te maken. Daarvoor kun je beter een van zijn oudere boeken nemen. Maar voor wie al van zijn werk houdt (ik kan me haast niet voorstellen dat zich onder de lezers van dit blog zo iemand verschuilt, want ik heb sinds ik zijn werk heb leren kennen nog maar twee mensen ontmoet die ook van Van Toorn hielden, waarvan de eerste degene was door wie ik hem ben gaan lezen, maar ze moeten wel bestaan natuurlijk want anders werden zijn boeken niet verkocht) is deze bundel toch wel het lezen waard.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Dag schrijver,
BeantwoordenVerwijderenVan hem houden doe ik niet, maar Twee dagreizen zal toch niet voor niks een acht toegekend gekregen hebben van me....(in 1985!)Toen kocht ik alleen boieken die ik eerst uit de bieb geleend had en die waardevol genoeg waren in mijn ogen om op mijn verlanglijst te belanden. Toen was ik wijzer (of armer) dan nu.
Dag AvA,
BeantwoordenVerwijderenIk neem me dat wel eens voor, om alleen boeken te kopen die ik gelezen heb en mooi vond, maar het lukt me niet. Wat ik wel vrij vaak gedaan heb is het volgende boek kopen van een schrijver van wie ik een boek mooi vond. En dat viel dan nogal eens tegen. Dus had ik beter dat boek dat ik al kende kunnen kopen.
Een deel van de boeken die ik mooi vond heb ik niet zelf en een deel van de boeken die ik wél heb vind ik niet zo mooi. Een kast vol favoriete boeken lijkt me fijn, maar ik ben bang dat ik dat nooit voor elkaar krijg. Zelfs een lijstje met favoriete boeken heb ik niet... Zo'n boekje als jij hebt lijkt me een mooi bezit.
Groet, schrvrdzs