
Dag Henk,
Als vervolg op mijn blogbrief over de oorzaken tot slot iets over wat voor mij de aanleiding is geweest om met bloggen te stoppen. In mijn laatste 'echte' blogstukje, dat als titel Voorbij, voorbij had, schreef ik dit:
Vanmorgen gehoord: 'Er zal bezuinigd moeten worden en helaas zijn het de bibliotheek-inhoudelijke onderdelen waarop dit in de eerste plaats invloed zal hebben. De bibliotheken kiezen voor ICT en marketing.'
En toen wist ik het zeker: ik wilde geen 'biblioblogger' meer zijn. En daar zag ik maar een oplossing voor: stoppen met bloggen en wel meteen. Dat was misschien een wat overspannen reactie, maar ik heb er geen moment spijt van gehad. Integendeel, door wat er verder is gebeurd ben ik er alleen maar meer van overtuigd geraakt dat het een goed besluit was.
'Er zal bezuinigd moeten worden' werd ons (d.w.z. alle 'bibliotheekinhoudelijke' medewerkers van de PSO waar ik werk) door onze sectordirecteur meegedeeld tijdens een onverwachts georganiseerde bijeenkomst. Zijn formulering bleek al na korte tijd niet juist te zijn geweest, maar toen had ik het al opgeschreven en heb ik het maar zo gelaten. Hoewel het effect hetzelfde is, is het principe anders: het ging niet om een echte bezuiniging, maar om een 'ombuiging' van provinciale subsidie. Die subsidie wordt nog steeds verleend, maar de gezamenlijke directies van de Noord- en Zuid-Hollandse basisbibliotheken (vertegenwoordigd in SOOB en BOZH) willen hem gedeeltelijk anders gaan inzetten: meer geld voor marketing en ICT en daardoor minder voor andere producten. Die andere producten zijn o.a. collecties en themabussen en daarnaast nog zo'n twintig andere vormen van dienstverlening. Sommige producten kunnen ook met minder subsidie waarschijnlijk nog wel blijven bestaan, andere zullen onherroepelijk verdwijnen.
Ik zou over dit besluit en over hoe het heeft uitgepakt wel het e.e.a. kunnen opschrijven, maar dat zal ik niet doen omdat ik dit weblog daar de plaats niet voor vind en het bovendien geen enkel nut heeft. Ik wil in deze blogbrief alleen proberen uit te leggen waarom het voor mij een doorslaggevend argument was én bleef om dit blog te beëindigen.
Ik vond al langer dat de bibliotheek zich steeds meer begon te richten op alles wat naar buiten toe leuk overkomt. Strandbibliotheek, retailbibliotheek, Schipholbibliotheek, allemaal vrolijke en flitsende vormen van bibliotheekwerk, die er mooi uitzien en die het goed doen in artikelen of filmpjes en die door de gebruikers gewaardeerd worden. Ik heb helemaal niets tegen deze kant van het bibliotheekwerk, maar het begon me steeds meer te hinderen dat er nooit eens aandacht was voor de naar buiten toe wat minder dynamische maar in mijn ogen minstens zo belangrijke kanten van wat bibliotheken doen. Het product waar ikzelf dagelijks aan werk, wisselcollecties voor zorginstellingen, kwam nooit in de krant, werd niet vermeld in het jaarverslag, stond intern regelmatig ter discussie, mocht nooit onder de aandacht worden gebracht bij bibliotheken. Hetzelfde gold voor de themacollecties voor instellingen. De direct betrokkenen in bibliotheken en instellingen wisten deze producten wel degelijk op waarde te schatten, maar voor bibliotheekdirecteuren bleef het een tamelijk onbekend onderdeel van wat hun bibliotheek deed. Zij legden dan ook unaniem en zonder enige discussie de prioriteit bij marketing en ICT, en als gevolg daarvan worden de themacollecties voor zorginstellingen per 1-1-2011 opgeheven. De wisselcollecties voor instellingen kan op termijn hetzelfde overkomen, want voor 2012 en daarna staan nog meer 'ombuigingen' gepland. Hetzelfde lot kan ook de collecties voor het onderwijs gaan treffen.
Ik had het bovenstaande graag wat indringender geformuleerd, maar het lukte me niet. Ik ben er misschien te emotioneel onder of misschien juist niet emotioneel genoeg, ik weet het niet. Ik schreef er, na veel getob, dit stukje over voor Bibliotheek 2.0, dat moet maar genoeg zijn.
Ik heb de bibliotheek lang gezien als een sociale organisatie, waarmee ik iets bedoel als: een organisatie met aandacht voor alle groepen in de samenleving en vooral met éxtra aandacht voor die groepen voor wie die extra aandacht op het gebied van lezen en informatie belangrijk of noodzakelijk is: kinderen, mensen met een taalachterstand, mensen die groteletterboeken nodig hebben, ouderen die niet zelf meer naar de bibliotheek kunnen komen, dementerenden die kunnen opleven door boeken over vroeger, enz.
De laatste tijd ben ik de bibliotheek meer en meer gaan zien als een organisatie die zich vooral richt op wat 'scoort': hoe halen we de krant, hoe trekken we jongeren, wat valt op, wat is hip, zijn zitzakken een idee, zullen we ons op het station vestigen, hoe trekken we meer bezoekers, hoe beïnvloeden we de politiek? En om dat uit te zoeken en te bewerkstelligen is marketing nodig of in elk geval nuttig. En als dat ten koste gaat van b.v. ouderen in zorginstellingen, dan vinden we dat misschien wel jammer, maar het is helaas niet anders, je moet nu eenmaal keuzes maken.
Ik heb ruim twaalf jaar met veel plezier collecties gemaakt, maar ik merk dat ik de laatste tijd cynisch ben geworden. Ik begrijp dat ik gefrusteerd lijk, of misschien jaloers. Ik besef dat het feit dat deze ontwikkeling me misschien mijn baan gaat kosten me beïnvloedt. (Of het inderdaad zover komt hoor ik morgen. En als ik het niet ben, kan het een ander zijn.) En ik realiseer me terdege dat niemand zit te wachten op cynische stukjes over de bibliotheek. Vandaar dat ik besloten heb niet meer over de bibliotheek te bloggen. Want elke blogpost die ik momenteel zou schrijven, zou cynisch worden.
Henk! Het blogbrieven schrijven was me een genoegen. Ik dank je nogmaals heel hartelijk voor jouw kant van onze blogcorrespondentie. Ik ben blij dat we het geprobeerd hebben en ik vind dat het iets is geworden om met voldoening op terug te zien.
Veel goeds, veel groeten en hopelijk tot een ontmoeting elders, schrvrdzs
Foto: Vogezen, augustus 2010.
Naschrift de volgende dag. Voor wie zich afvraagt hoe het is afgelopen met het gesprek over mijn baan: slecht. Voor enkele collega's geldt hetzelfde, voor sommigen liep het beter af, anderen verkeren nog in onzekerheid.
Naschrift op 25-11. Inmiddels zijn tien mensen ontslagen. Of het er nog meer worden weet ik niet. Iemand nog een baan in de aanbieding?