WELKOM OP MIJN WEBLOG

Dit blog is in de loop der jaren veranderd. Ooit ging het vooral over de bibliotheek, nu gaat het meer over lezen en taal. (Wie denkt: de bibliotheek gaat toch óók over lezen en taal, ziet dat anders dan ik.) Ooit werd het elke dag bijgehouden, nu minder regelmatig. Wat hetzelfde gebleven is: opmerkingen zijn van harte welkom.

woensdag 6 januari 2010

Kaart&boek 33 + alweer een pleidooi























Mijn stukjes (dit en dit) over het boekenmuseum waren een klein uitstapje, omdat ik er door het woord 'boekenmuseum' ineens aan moest denken dat de bibliotheek dat eigenlijk best een beetje zou kunnen zijn: een plaats waar de 'uiterlijke schoonheid' van het boek getoond wordt. Natuurlijk realiseer ik me dat het tentoonstellen van boeken niet het belangrijkste is van wat de bibliotheek doet of zou moeten doen.

Wat dan wél het belangrijkste is weet ik niet precies. 'Vroeger' zou ik waarschijnlijk mijn best hebben gedaan hier een mooi rijtje van belangrijke dingen op te schrijven: de bibliotheek als gids in informatieland, als ontmoetingspunt, enz. enz. Maar sinds ik me voorgenomen heb maar eens op te houden met politiek-correct over de bibliotheek te praten, zeg ik het maar zonder omwegen: ik vind dat het een van de belangrijkste taken van de bibliotheek is om zoveel mogelijk mensen er op te wijzen dat lezen iets is dat veel voor je kan betekenen en dat het lezen van 'literatuur' je op de lange duur meer te bieden heeft dan het lezen van 'lectuur'. Bepaald geen sterke zin en niet bruikbaar voor propaganda, maar wel duidelijk denk ik. Anders gezegd: de bibliotheek leert mensen lezen en de bibliotheek leert mensen iets goeds lezen.

Over wat 'goed' is kun je natuurlijk discussiëren en dat lijkt me een prima discussie. Een beetje in de sfeer van 'mag Pietje Bell in de bibliotheek?' en 'mogen strips in de bibliotheek?' maar dan natuurlijk anders. Uitgangspunt lijkt mij: alles mag, maar het een is wenselijker dan het ander. Sandwichmethode? Bruna-formule? Aldi-uitstraling? Hip, klassiek of tijdloos? Allemaal mogelijk en allemaal te proberen, maar het uitgangspunt zou steeds moeten zijn: we moeten de mensen ertoe brengen, aansporen, 'verleiden' voor mijn part, om meer te gaan lezen, of, wat ook kan: om misschien niet meer, maar wel vaker 'iets goeds' te lezen.

Oftewel: ik zou willen dat de bibliotheek zowel een plaats (fysiek en virtueel) als een instituut was waar lezen, en als onderdeel daarvan literatuur, hoog in het vaandel stonden. Daarom moet de bibliotheek, naast al het 'informatieve' en 'recreatieve' waar ze zich mee bezighoudt, altijd óók aandacht blijven schenken aan lezen. Niet om die andere dingen te overschaduwen of opzij te drukken of zelfs niet toe te laten (denk aan gamen), maar gewoon als iets dat zonder enige twijfel in elk geval óók in de bibliotheek hoort.

Let wel: het gaat hier niet om bezoekersaantallen of uitleencijfers, het gaat hier om 'volksverheffing' en om het uitdragen van een overtuiging, nl. de overtuiging dat lezen belangrijk is voor de ontwikkeling van mensen en misschien zelfs kan bijdragen aan een betere maatschappij. Die ontwikkeling en die betere maatschappij lijken mij toch de redenen waarom de bibliotheek, net als het onderwijs maar i.t.t. b.v. de Efteling, een gesubsidieerd instituut is. Niet elke bibliothecaris zal misschien van het grote nut van lezen overtuigd zijn en dat hindert ook helemaal niet, er is genoeg ander bibliotheekwerk te doen. Maar de bibliothecarissen die er wél van overtuigd zijn (en die dus, hoe kan het anders, zelf ook lezen), geef die in elk geval de kans hun overtuiging uit te dragen. Wie daarbij zegt: 'een boek lezen is natuurlijk veel beter dan achter de computer zitten', kan helaas toch niet meedoen, want dát is niet de bedoeling. Het gaat niet om beter of slechter, het gaat niet om concurrentie tussen verschillende manieren van informatie verwerven of van communiceren, het gaat er puur & alleen om dat lezen iets is dat de moeite waard is en waar iedereen daarom op zijn minst uitgebreid kennis mee moet maken, om daarna zelf te kunnen beslissen of hij/zij het de rest van zijn/haar leven wil blijven doen.

Ik bedoel hier niet het 'technisch' lezen, 'zeg maar' het lezen op wat vroeger AVI-niveau heette. Dat is natuurlijk heel nuttig, maar daar staat de bibliotheek een beetje buiten: dat is iets van de school. Maar tussen technisch lezen en 'echt' lezen zit een kloof die overbrugd moet worden en liefst zo vroeg mogelijk. Daarom moet je kinderen, zelfs als ze aan technisch lezen nog lang niet toe zijn, voorlezen. En daarom moet je ook kinderen die inmiddels technisch gezien een eindje gevorderd zijn (of zelfs een behoorlijk eind, óók op de middelbare school), vooral blíjven voorlezen. En daarom moet je kinderen zo snel mogelijk naast hun AVI-verantwoorde niveau-boekjes iets geven waarin misschien wel een paar (te) moeilijke woorden en zinnen staan, maar waarin wél iets verteld wordt dat zo fascinerend is dat je wel door móet lezen, ook al snap je niet elk woord. En als het echt nog te moeilijk blijkt, dan lees je het verder maar voor.

En lezen moet vooral niet iets zijn dat past in het rijtje van tandenpoetsen, groente eten en op tijd naar bed gaan, iets wat je elke dag verplicht moet doen 'omdat het goed voor je is'. Lezen is heus wel goed voor je, maar het moet toch in de eerste plaats horen bij de dingen die je doet omdat ze fíjn zijn: bij taart en patat eten en naar de dierentuin gaan en laat opblijven. Dat wil niet zeggen dat je een kind nooit moet dwingen te oefenen met lezen, want dat moet je wel degelijk doen als het niet uit zichzelf oefent. Maar het wil ook zeggen dat je er daarnaast altijd voor moet zorgen dat er een kant aan zit die die inspanning beloont. Voor een goed verhaal doe je meer moeite dan voor een snertverhaal, dus zorg voor goede verhalen. Zorg als bibliotheek dat je die in huis hebt (en dat de jeugdbibliothecarissen ze zoveel mogelijk zelf gelezen hebben) en zorg dat je ze onder de aandacht brengt van ouders, kinderen en leerkrachten. En zorg als ouders en leerkrachten dat je ze leent (en af en toe koopt).

Tot zover zal menigeen het wel met me eens zijn en misschien zelfs zeggen: maar dat gebeurt allang. Des te beter. Volgende keer meer.


Kaart: Herman Geurts (1954), z.t., 1994, Letterkundig Museum/Kinderboekenmuseum, Den Haag

2 opmerkingen:

  1. Ouderwets en degelijk zou ik haast zeggen. Helemaal niets mis mee. Blinken we al jaren in uit :-)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ha Edwin,
    Waar heb ik dat compliment toch pas nog gehoord? Maar wat ik bedoelde was vooruitstrevend en degelijk hoor!
    Groet, schrvrdzs

    BeantwoordenVerwijderen