Ik dacht altijd dat ik niet van lange zinnen hield. Totdat ik Vestijk ontdekte. Ik dacht altijd dat ik niet van bovennatuurlijke verschijnselen in romans hield. Todat ik Murakami ontdekte. Beter gezegd: totdat ik Kafka op het strand las. Een paar weken gelezen las ik nl. Spoetnikliefde, ook van Murakami, en daarin stoorde het me nog dat er 'onwaarschijnlijke dingen' in gebeurden. In Kafka op het strand was het allemaal nog heel wat erger, maar ik had er geen enkele moeite mee. Vreemd? Ja, dat vind ik zelf ook. Dat is nou zo mooi aan lezen: vandaag denk je nog dit, maar morgen denk je iets anders. Daarom moeten de mensen lezen. En daarom moeten de bibliotheken ervoor zórgen dat de mensen lezen. Tegen het vastroesten en de vooroordelen. Tegen het denken dat wat jij gewend bent wel het beste zal zijn. Daar kun je voor gaan reizen, maar dat helpt vaak maar een beetje. Lezen helpt beter. Om Proust te citeren: 'Voor de ware ontdekkingsreis behoeft men geen nieuwe landschappen te zoeken, maar moet men nieuwe ogen krijgen.' (Dit heb ik tijdens mijn afgelopen vakantie, voor de zoveelste keer op hetzelfde weggetje lopend -want dat overkomt je nu eenmaal als je geen auto hebt- regelmatig gedacht. Ik vond dat het klopte.)
Maar terug naar Kafka op het strand. Mijn idee dat je van een goed boek eigenlijk iets zou moeten opsteken en dat je niet alleen maar puur voor je lol kunt lezen (want wie Calvinistisch is opgevoed denkt nu eenmaal zulke dingen) was al eerder gesneuveld: dankzij David Mitchell, schrijver van o.a. De geestverwantschap en Wolkenatlas, boeken waar ik al snel toen ik in Kafka bezig was aan moest denken. (Later las ik in een recensie dat Mitchell door Murakami beïnvloed is. Dat vond ik wel leuk natuurlijk.) Anders was het nu gebeurd: Kafka op het strand las ik puur voor m'n genoegen, zonder na te denken over het 'nut' ervan. Een aangename stijl en een knap geconstrueerd verhaal. Wat wil je nog meer? In dit geval alleen dat het lekker dik is en dat is het: 639 pagina's.
Op de laatste pagina is Kafka Tamura, hoofdpersoon van het boek, na een avontuur van enkele weken, weer 'thuis', d.w.z. terug in het huis waar hij zijn reis begon en waar hij tot dan toe woonde met zijn vader. Zijn moeder en zijn zusje zijn weggegaan toen hij 4 was. Met zijn vader leven houdt hij niet langer uit en hij besluit weg te lopen. Op de dag vóór zijn 15e verjaardag vertrekt hij uit Tokyo, waar hij woont, naar Takamatsu, een stad in het zuiden van Japan, een busreis van 10 uur. Onderweg wordt hij 15.
In Takamatsu gaat hij op zoek naar een bibliotheek waar hij over gelezen heeft, de Komura Bibliotheek. Hij leert de bibliothecaris en de directrice kennen en brengt er aanvankelijk zijn dagen door met lezen, maar als hij na een verontrustende gebeurtenis liever niet meer in zijn hotel blijft, mag hij er ook komen werken en logeren.
Een tweede belangrijke persoon is Nakata, een oudere man die door een onverklaarbare gebeurtenis in zijn kindertijd het vermogen om te lezen en te schrijven is kwijtgeraakt, maar die wel met katten kan praten. Hij vult zijn 'bij stand' aan door weggelopen katten op te sporen en komt zo terecht bij een man die katten vermoordt om hun ziel te gebruiken in fluiten.
Er is ook nog sprake van een voorspelling die de vader van Kafka gedaan heeft. Dit alles en nog veel meer wordt een verhaal met verschillende lijnen die elkaar aan het eind raken. Voor het zover is, is er veel onwaarschijnlijks gebeurd dat zó beschreven wordt dat het me geen enkele moeite kostte het te accepteren. Wat wél 'normaal' is wordt net zo beschreven als wat eigenlijk 'niet kan' en de mensen in het boek nemen het allemaal zoals het valt, en als lezer ging ik daar vanzelf in mee. Een onverwachte ervaring.
Alles wat ik verder zou vertellen gaat ten koste van de verrassingen die je te wachten staan al je dit boek gaat lezen (en ik zou het ook wel wat te veel werk vinden om het allemaal op te schrijven). Een uitgebreide bespreking is hier te vinden (NRC Boeken), dus wie meer wil weten kan daar (en elders) terecht.
Leesadviezen zou ik niet meer geven, maar laat ik het zo zeggen: misschien moet je Murakami een kans geven. Kafka op het strand lijkt me daarvoor een geschikt boek, maar in de boekwinkel hoorde ik dat De jacht op het verloren schaap nóg beter is. Maar eerst ga ik denk ik Maarten 't Hart (Verlovingstijd) lezen. Of Ilja Pfeijffer (De filosofie van de heuvel). (Of allebei.)
woensdag 16 september 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Ja, het is een mooi boek en dat is het.
BeantwoordenVerwijderenHa Festina,
BeantwoordenVerwijderenIk zou haast zeggen: het is een bijzonder boek, en dat is het. (Voor het geval je Dik Trom gelezen hebt.)
Groet, schrvrdzs
...... en de mensen in het boek nemen het allemaal zoals het valt, en als lezer ging ik daar vanzelf in mee.
BeantwoordenVerwijderenDat overkomt me vaak.Pas achteraf verbaas ik me dan hoe knap dat is van een schrijver, absurde dingen beschrijven en op dat moment helemaal niet het gevoel hebben dat ze absurd zijn.
Ik vind dat heerlijk, dan ben je echt even weggeweest.
Ha WvS,
BeantwoordenVerwijderenMij overkomt het bijna nooit, daarom vond ik het deze keer juist zo bijzonder. Ik hou om deze reden ook niet van Zuid-Amerikaanse literatuur. D.w.z. tot nu toe niet, want alles kan veranderen zoals maar weer bleek.
Groet, schrvrdzs