WELKOM OP MIJN WEBLOG

Dit blog is in de loop der jaren veranderd. Ooit ging het vooral over de bibliotheek, nu gaat het meer over lezen en taal. (Wie denkt: de bibliotheek gaat toch óók over lezen en taal, ziet dat anders dan ik.) Ooit werd het elke dag bijgehouden, nu minder regelmatig. Wat hetzelfde gebleven is: opmerkingen zijn van harte welkom.

dinsdag 13 november 2012

Troost op de plank 2
















Gisteren schreef ik over een plankje met troostboeken en dat ik niet wist waarmee ik dat zou kunnen vullen. Ik dacht aan boeken die mooi maar niet al te somber zijn maar ook niet al te vrolijk, en kwam er niet erg uit. Jeugdboeken, zoals De brief voor de koning, zijn misschien het geschiktst, omdat die meestal positief zijn en je je er ook niet zo voor hoeft te concentreren. Of de paar beste van Maarten 't Hart. Zoiets misschien.

En toen ik dat had opgeschreven ging ik stofzuigen en naar AH en koken en 's avonds las ik het laatste stuk van Man in het duister van Paul Auster. Dat is een droevig en aangrijpend boek, vergelijkbaar met In ongenade van Coetzee. Toen ik het uithad begon ik weer opnieuw, dat had ik halverwege het boek al besloten. Misschien had ik dat met In ongenade ook moeten doen, het meteen herlezen. Later durfde ik het niet meer, zowel omdat ik bang was dat het me een tweede keer zou tegenvallen als omdat ik opzag tegen de somberheid ervan.

Toen ik opnieuw in Man in het duister begon zag ik ook de opdracht weer en besefte ik ineens dat het een troostboek was, in elk geval dat het zo bedoeld moet zijn. En dat vond ik, zacht uitgedrukt, nogal verwarrend. De opdracht van het boek luidt:

Voor David Grossman,
   zijn vrouw Michal,
   zijn zoon Jonathan,
   zijn dochter Ruthi,
en ter nagedachtenis aan Uri

Voor wie dit misschien niet weet: David Grossman is een Israëlische schrijver en zijn zoon Uri sneuvelde als dienstplichtig soldaat in de oorlog met Libanon in 2006. Uri was toen twintig.

In het boek van Auster gaat ook een jonge man dood. Geen soldaat, maar een Amerikaanse vrachtwagenchauffeur in Irak. En er worden in het boek meer somber stemmende gebeurtenissen verteld. Het bestaat voor een deel uit een gesprek tussen een grootvader en een kleindochter. De kleindochter was de vriendin van de vrachtwagenchauffeur.

'Waarom is het leven zo klote, opa?'
'Omdat het gewoon klote ís. Meer kan ik er niet van maken.'

Over  het boek zal ik later iets proberen op te schrijven. Wat me nu bezighoudt is de vraag waarom Auster juist dit zo droevige en dramatische boek aan de familie Grossman opdraagt. Hij zal daar ongetwijfeld over hebben nagedacht. Misschien heeft hij het boek zelfs met hen in gedachten geschreven. In eerste instantie zou ik denken: die mensen hebben zelf al ellende genoeg, wat hebben ze eraan om over de ellende van anderen te lezen? Maar Auster ziet dat blijkbaar anders. Zou hij willen zeggen dat het leven weliswaar klote is maar dat dat voor iedereen geldt, zij het misschien niet in gelijke mate, en dat dát een troost is? Of in elk geval: dat wie dat beseft zich minder alleen voelt in zijn verdriet? Of beter gezegd misschien: wel alleen maar niet meer de enige?

Misschien vergis ik me dus door te denken dat een troostboek een beetje luchtig moet zijn. Vreemd dat ik dat net gisteren moest ontdekken. 'Alles hangt met alles samen' is een van de thema's van Auster, voor zover ik hem begrijp. Ook daar moest ik aan denken.

Op de foto zie je links David Grossman en rechts Paul Auster.

Foto hier gevonden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten