woensdag 7 november 2012
Klaar af
Soms kan een eenvoudig zinnetje je van je stuk brengen. Als iemand me zou vertellen 'ik ga in mijn sabbatical door Afrika fietsen', dan zou ik dat erg stoer vinden en beseffen dat ik het zelf niet zou durven, maar ik zou er verder niet mee zitten. Maar toen iemand tegen me zei 'vandaag ga ik de tuin winterklaar maken', toen dacht ik meteen: ik niet maar ik zou het beter wél kunnen doen. Want wie zijn tuin winterklaar maakt, die heeft de zaken in de hand, die heeft opgeruimde kasten en verstand van poëzie, bakt taarten en heeft een uitgekiende garderobe, die weet kortom hoe je moet leven.
Ik heb en doe en weet dat allemaal níet en bij zo'n achteloze opmerking over een winterklare tuin besef ik dat ineens maar al te goed. Ik ben al blij als ik ergens in juni mijn tuin min of meer zómerklaar heb. Om over mijn kasten en mijn kennis van gedichten en de taarten die ik al dan niet bak maar even niks te zeggen.
Ik heb één, zij het schrale, troost: ik had vroeger een collega met een van allermooiste tuinen waarin ik ooit heb rondgelopen en zij deed niet aan winterklaar maken maar liet gewoon alles liggen zoals het lag, tot het voorjaar. Maar dán ging ze ook aan de slag...
En stiekem heb ik nóg een troost, nog schraler, best wel flauw van me eigenlijk, maar ik denk het toch, uit zelfbescherming: 'winterklaar maken', is dat niet een beetje een truttige term? Dat is toch de taal van tuintijdschriften of van tuinprogramma's op de televisie? Zoiets als kokkerellen? Dat zeg je toch niet? Maar ik sluit in het geheel niet uit dat ik het zelf, en misschien zelfs vol (ingehouden) trots, zou zeggen als ik dit jaar voor het eerst in mijn leven mijn tuin wél winterklaar had gemaakt.
Foto hier gevonden.
Labels:
taal,
uitdrukkingen
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten