Met Imre Kertész maakte ik door toeval kennis, enkele jaren voordat hij de Nobelprijs won. Ik herinner het me zo: in de Centrale van Bibliotheek Rotterdam, die toen nog vol stond met hoge grijze kasten en Gemeentebibliotheek heette, stonden tafels waarop nieuwe boeken werden gelegd. Een van die boeken was van Kertész. Ik ben toen niet dát boek, maar een ander boek van hem (waar misschien achterop naar verwezen werd) gaan lezen: Onbepaald door het lot. Het is een van de (weinige) boeken die een blijvende indruk op me hebben gemaakt.
Als ik een van de andere boeken van Kértesz als eerste gelezen had, zou ik waarschijnlijk gedacht hebben: deze schrijver is te moeilijk voor mij en zou ik verder niets meer van hem gelezen hebben. Maar omdat Onbepaald door het lot mijn kennismaking was, is dat anders verlopen en heb ik een deel van zijn andere boeken ook geprobeerd te lezen, met wisselend succes. Eigenlijk zijn ze inderdaad te moeilijk voor me, maar ik blijf het proberen, d.w.z. af en toe.
De samenzwering ist voor een boek van Kertész tamelijk eenvoudig en begrijpelijk, maar daarnaast wel degelijk indringend. De schrijver vertelt in het voorwoord dat hij het, in tegenstelling tot zijn andere boeken waar hij vele jaren aan gewerkt heeft, in twee weken heeft geschreven, op grond van een idee dat hij al lang had. De uitgever wilde een ander boek van hem alleen uitgeven als er nog een verhaal bij kwam, want anders werd het boek te dun. En er was haast bij.
Het verhaal speelt in een Zuid-Amerikaans land waar een dictatuur heerst. Aan het hoofd staat de Kolonel. In het voorwoord zegt Kertész dat hij het verhaal naar Zuid-Amerika heeft verplaatst om de censuur van zijn eigen land te omzeilen. (Het verhaal is geschreven in 1976 en toen was Hongarije nog communistisch.)
Na de val van de dictatuur zit Martens, een vroegere medewerker van het Korps, de geheime politie van het oude regime, in de gevangenis. Hij heeft op zijn verzoek een pen en papier gekregen en schrijft in afwachting van zijn proces op wat hij weet over de zaak waarvoor hij zich moet verantwoorden. Dat is de zaak van vader en zoon Salinas. Martens heeft nergens spijt van, maar wil schrijven 'over het feit dat ik de logica heb begrepen'.
Antonio R. Martens was eerst een gewone politieagent, maar werd gevraagd voor het Korps. Hij wordt ingewijd in de methodes die daar gehanteerd worden (en die ons bekend zijn uit de geschiedenis van verschillende Zuid-Amerikaanse landen). Hij raakt betrokken bij de zaak Salinas. Federigo Salinas is eigenaar van een grote warenhuisketen en bemoeit zich niet met politiek. Zijn zoon Enrique is student, maar de universiteit is gesloten. Enrique wil niets liever dan zich wél met politiek bemoeien en probeert aansluiting te vinden bij het verzet. Hij heeft het gevoel dat hij daar niet vertrouwd wordt omdat hij een rijkeluiszoontje is. Hij gaat een dagje naar het strand met zijn vriendin en probeert daar contact te leggen met studenten die daar ook zijn en van wie hij weet dat ze bij het verzet betrokken zijn. Dat lukt niet. Zijn vriendin zegt dat hij zich er niets van moet aantrekken, dat ze zich overal buiten moeten houden, trouwen en kinderen krijgen en gelukkig zijn. Op de terugweg rijdt Enrique expres veel te langzaam op een weg waar een minimumsnelheid geldt omdat hij langs een met prikkeldraad omgeven gebouw leidt waar passanten geacht worden niet naar te kijken. Hij wordt aangehouden, maar als men ziet dat hij een Salinas is laten ze hem weer gaan. Zijn vriendin is woedend op hem en het is het einde van hun relatie.
Thuis vertelt hij alles aan zijn vader en hij zegt ook tegen hem dat hij graag bij het verzet zou willen. Zijn vader probeert hem daarvan af te brengen. Dat lukt niet en dan doet zijn vader hem een voorstel: ze kunnen gaan samenwerken en Enrique kan deelnemen aan de verzetsgroep waar hij zich bij heeft aangesloten. Vader en zoon drinken op hun afspraak.
Enrique wordt sinds zijn aanhouding gevolgd door het Korps en ze weten alles wat hij doet. Er worden op verschillend plaatsen enveloppen uitgewisseld, waarbij een werknemer van Salinas als tussenpersoon optreedt. Die werknemer wordt gearresteerd en vertelt aan het Korps dat hij in opdracht van de heer Salinas soms geheime gegevens moet overbrengen waarvan hij denkt dat ze met de beurs te maken hebben. Enrique wordt ook opgepakt. Zijn vader komt naar het bureau van het Korps om te vragen of ze weten waar zijn zoon is. Enrique is inmiddels gemarteld en buiten bewustzijn. Als zijn vader hem ziet vertelt die wat zich heeft afgespeeld. Hij heeft zijn zoon, om hem te beschermen, de indruk gegeven dat er een verzetsbeweging was. Zo kon hij hem er van weerhouden bij het studentenverzet te gaan. In de enveloppes zaten briefjes met ZEROGDIEHDB erop, een anagram van 'bezorgdheid'. Martens, de man die het verhaal later in de gevangenis opschrijft, gelooft dat dit de waarheid is. Maar omdat het Korps zich naar buiten toe geen fouten kan permitteren worden vader en zoon Salina toch terechtgesteld.
Martens koopt het in beslag genomen dagboek van Enrique en kan daarmee later het verhaal reconstrueren.
Als dít boek mijn kennismaking met Kertész zou zijn geweest zou ik waarschijnlijk ook een tweede geprobeerd hebben.
woensdag 8 april 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
En dat lees jij allemaal in de trein?
BeantwoordenVerwijderenHa Festina,
BeantwoordenVerwijderenDit was een heel dun boekje. En ik zit per werkdag anderhalf uur in de trein.
Groet, schrvrdzs