zaterdag 31 mei 2008
Twee doelgroepen
Prinses Laurentien leest voor, foto: CPNB
Sinds ik met 23dingen bezig ben denk ik wat vaker na over de toekomst van de bibliotheek dan ik daarvóór deed. Of dat winst is weet ik niet, want vanaf mijn plaats in het geheel kan ik er eigenlijk niks mee, behalve er af en toe iets over opschrijven zolang mijn blog nog in de lucht is.
Ik dacht o.a. over het volgende. Een van de redenen waardoor bibliotheken leden verliezen is dat mensen vaker dan vroeger hun boeken kopen i.p.v. lenen, wat wel een gevolg zal zijn van de toegenomen welvaart. Dit lijkt me minstens twee 'aandachtspunten' op te leveren: 1. zouden de mensen die hun boeken kopen wél naar de bibliotheek willen komen om daar boeken te lenen die niet meer te koop zijn? en 2. zijn er nog groepen die hun boeken niet kopen terwijl ze wél lezen?
Wat betreft 1.: Ik schreef al bij de omschrijving van mijn 'droombibliotheek' (die overigens gewoon schijnt te bestaan in Middelburg, wat jammer genoeg niet naast de deur is; in R'dam is hij er volgens mij níet) dat ik zou wensen dat daar de boeken niet standaard na een bepaald aantal jaren of uitleningen werden weggegooid, maar dat men zou proberen ze te vervangen als dat zinvol werd geacht. Dan kun je, als je voor je verjaardag een recent verschenen boek gekregen hebt van een auteur die je nog niet kende én die je erg beviel, naar de bibliotheek gaan om ook oudere boeken van deze auteur te leren kennen. Ik citeerde al eens de directeur van de OBA, die ongeveer zei: in de boekhandel hebben ze nog maar een paar titels van Vestdijk; wij hebben ze allemaal. (Ik heb overigens nog niet gekeken of het klopt.) Of dit, als het algemeen gebruikelijk was, nieuwe klanten zou trekken weet ik natuurlijk niet, maar dat zou misschien te onderzoeken zijn.
Wat betreft 2.: Ik denk dat er twee belangrijke groepen lezers zijn die hun boeken in elk geval voor een deel, en soms ook allemaal, willen lenen: de jongste en de oudste lezers. Ik ben er van overtuigd dat het heel leuk en heel belangrijk is om kinderen voor te lezen, zowel kinderen die zelf nog niet kunnen lezen als kinderen die dat al wel kunnen. Ik denk dat het de basis vormt voor later leesgedrag en veel bijdraagt aan een goede taalontwikkeling. Meestal is het voor ouders die hun kinderen willen voorlezen niet mogelijk alle boeken te kopen. Een prentenboek heb je snel uit en het kost heel wat. Het is leuk om er zelf een aantal te hebben, maar het is ook leuk om er elke week een paar uit de bibliotheek te halen. En ook hier geldt weer wat ik hierboven schreef: niet te gauw afschrijven en als dat toch moet, proberen de mooiste boeken te vervangen. Er zijn zoveel prachtige prentenboeken van 20 jaar geleden die het nog steeds waard zijn om gelezen te worden. 'De bibliotheek heeft geen bewaarfunctie,' zeggen mijn collega's die de bibliotheekacademie hebben gevolgd dan. Hoezo niet, eigenlijk? Kan die stelling niet eens heroverwogen worden in het licht van de huidige ontwikkelingen?
Ook na de prentenboekentijd is het voor kinderen die graag lezen (en dat zijn er volgens mij best veel) fijn als ze naar de bibliotheek kunnen gaan. Een boek krijgen voor je verjaardag en een voor Sinterklaas en een in de Kinderboekenweek, dat is als je graag leest veel te weinig. Natuurlijk hoor je sommige boeken zelf te hebben (vind ik dan), maar daarnaast kun je er een heleboel lenen. In de bibliotheek kun je soms ook schrijvers ontmoeten (en heel soms zelfs een prinses) of leren hoe je zelf een verhaal schrijft, er wordt elke week voorgelezen, je kunt er misschien wel op een kinderleesclub (en je kunt er ook nog gamen, maar dit even tussen haakjes), en er is in de Kinderboekenweek altijd een groot feest met voorstellingen en schminken en marmeren en schrijvers die signeren enz. enz. (En dát hadden ze in R'dam, in elk geval toen ik nog jonge kinderen had, wél. En het was elk jaar weer heel erg druk en heel erg leuk.) Kortom: zorg dat je kinderen en hun ouders binnenhaalt en vasthoudt.
Bron: Flickr, foto: Tebis
Een tweede groep die veel plezier aan de bibliotheek kan beleven wordt gevormd door de ouderen. En dan bedoel ik niet de 55+ers of de 65+ers en vaak zelfs niet de 75+ers, maar wel alle mensen die afhankelijk zijn van grote-letter-boeken (soms zijn die natuurlijk nog níet oud, maar meestal wel) of die in een zorginstelling wonen waar je vaak zelfs geen ruimte meer hebt voor een klein eigen boekenkastje. Grote-letter-boeken koop je meestal niet zelf. Ze zijn duur en nemen veel plaats in. Hier is de bibliotheek onmisbaar lijkt mij. En als je in een zorginstelling woont ben je afhankelijk van wat daar in de bewonersbibliotheek staat, maar daar heb ik het al eerder over gehad. Kortom: zorg als bibliotheek dat je ouderen zo goed mogelijk van dienst bent.
Natuurlijk zitten er tussen heel jong en heel oud nog verschillende andere groepen klanten en potentiële klanten. Het is vanzelfsprekend de moeite waard te proberen die ook vast te houden of te winnen voor de bibliotheek. Maar ik vind dat de twee groepen die ik hierboven noemde in elk geval erg belangrijk zijn en dat ze speciale aandacht verdienen, en dat we niet moeten denken dat ze vanzelf wel (blijven) komen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten