
Ongeveer 7 weken geleden begon ik in
Dagboek 1966-1967 van Frida Vogels en nu heb ik het, tot mijn spijt, uit. Ik las er elke avond voor het slapen gaan ongeveer een half uur in en dat zal ik missen. Het volgende deel zal wel weer geruime tijd op zich laten wachten, maar er moeten er gelukkig nog 10 verschijnen (dit was deel 6). Dagboeken zijn heel geschikt om in etappes te lezen, wat wel zal komen doordat ze ook zo geschreven zijn.
Ik ben Frida Vogels gaan lezen omdat zij mij in 1994 nieuwsgierig maakte naar haar werk door niet naar de uitreiking van de Librisprijs te willen komen, die zij in dat jaar won met haar boek
Met zijn drieën (het 2e deel van
De harde kern). Ik las toen alle prozadelen van
De harde kern:
Kanker,
De naakte waarheid (samen deel 1) en
Met zijn drieën. (Er is ook nog een deel gedichten.) Het is lang geleden en ik weet nog maar weinig van deze boeken, maar herinner me nog goed dat ik er erg van onder de indruk was. Toen dan ook in 2005 tot mijn verrassing het eerste
deel van haar Dagboek verscheen, was ik erg benieuwd en al snel wist ik dat ik ze allemaal wilde lezen.
Haar romans zijn tamelijk autobiografisch en in de
Dagboeken kom je daarom veel tegen wat ze eerder in enigszins andere vorm in de romans geschreven heeft. Dat bevalt me zeer en zo komen haar romans ook weer enigszins bij me boven en raak ik er meer en meer van overtuigd dat ik ze vroeg of laat (nu al? of eerst nog een paar
Dagboeken afwachten?) wil herlezen.
De boeken van Frida Vogels vind ik sterk verwant aan
Het Bureau van Voskuil (ook al heb ik eens iemand ontmoet die Voskuil geweldig en Vogels vreselijk vond). Beide schrijvers, die vrienden waren en ook in elkaars boeken voorkomen, proberen door een nauwgezet vastleggen van wat hen overkomt inzicht te krijgen in hun bestaan en in het eigen handelen. Voskuil is hierin humoristischer, Vogels indringender want kritischer tegenover zichzelf. Voskuil gebruikt zijn personage Nicolien als 'geweten', Vogels is haar eigen criticus. Deze voortdurende zelfkritiek kan haar
Dagboeken voor anderen misschien zeurderig en negatief maken, of zelfs onleesbaar, maar mij bevalt hij juist heel goed. Wie eerlijk is realiseert zich dat er in het met elkaar omgaan van mensen veel onbegrip is en veel fout gaat. En Vogels ís eerlijk. De schaarse keren dat het wél goed gaat krijgen daardoor extra gewicht. (Voskuil heeft het in zo'n geval over 'een geslaagd menselijk contact' en dan gaat het b.v. over twee zinnetjes die hij op straat met iemand gewisseld heeft.)
Een term die ik bij Vogels vind passen is 'je rekenschap geven'. (Ik neem aan dat ik hem ook bij haar gevonden heb.) Dat rekenschap geven doet ze altijd achteraf, door op te schrijven wat ze heeft gehoord en gezien. Zelf zwijgt ze vaak in gezelschap, maar ze onthoudt wat ze hoort en schrijft het later op. De relatie met haar Italiaanse man is bijzonder, maar moeizaam. Haar boek
Kanker was niet bedoeld om gepubliceerd te worden (wat gelukkig zo'n 30 jaar later toch gebeurde), maar ze schreef het voor haar man en enkele vrienden, onder wie Voskuil en zijn vrouw. In dit
Dagboek-deel is te lezen dat ze
Kanker af heeft en het haar man te lezen geeft. Die reageert anders dan ze gehoopt had. Hij vindt het een mooi verslag van de gebeurtenissen rond de dood van zijn oom, maar ziet niet wat Frida via de hoofdpersoon aan hem over zichzelf duidelijk wil maken. Frida is erg teleurgesteld en hun relatie leidt eronder.
Het is de tijd van de Vietnam-oorlog en van de demonstraties daartegen. Ook de Zesdaagse oorlog tussen Israël en zijn Arabische buurlanden valt binnen de periode van dit deel. Frida en haar man corresponderen over hun politieke standpunten met Han en Lousje V. en maken er onderling ruzie over. Frida's man E. is vastberaden in zijn standpunten en maakt zich kwaad om die van Lousje V. Frida probeert beiden tegenover de ander te verdedigen, zodat E. zich ook tegen haar richt.
Verder zijn er stukken over diverse poezen, over vrienden, over bezoeken aan de familie in Castellina, periodes in Amsterdam, veel wandelingen (zowel in Italië als in Nederland), literatuur, over het schrijven aan het verhaal over haar jeugd en de relatie met haar moeder (die inmiddels overleden is) en haar broer Michiel (die met haar gebroken heeft), waaraan ze na
Kanker begonnen is en dat ze de titel
Met zijn drieën geeft. Haar vader en zijn tweede vrouw (Frida's ouders zijn gescheiden toen ze nog jong was) komen logeren, wat veel spanning oplevert. Een familielid woont gedurende lange tijd bij hen in omdat haar zuster in Bologna (waar Frida en haar man wonen) in het ziekenhuis ligt. Ook dit leidt tot spanningen. Frida krijgt steeds meer last van angsten.
Tot slot een stukje tekst dat niet echt representatief is, maar wel goed weergeeft hoe Vogels zichzelf ziet.
Ik begeef me altijd en overal in een uitzonderingspositie, voel me dan onveilig en zet me schrap tegen al dan niet vermeende bedreigingen. Omdat ik me zogoed als nooit gewoon zoals een ander gedraag, heb ik een eigen terreintje gemarkeerd dat alleen van mij is en opereer vandaaruit in de grote wereld. Maar zodra ik een concessie doe, me al is het maar in een kleinigheid schik naar wat anderen van me verwachten, brokkelt dat terreintje af en verlies ik mijn kracht. Die dan ook geen kracht maar zwakheid is.(Ik heb dit boek toen ik het gekocht had in LibraryThing gezet en nu is er ineens aan de naam van de auteur toegevoegd: ook onder S. Vogel. Dat is onzin, maar ik weet niet hoe ik het er uit moet krijgen. Verwijderen en opnieuw aan mijn boekenlijstje toevoegen heeft niet geholpen. Iemand een tip?)