WELKOM OP MIJN WEBLOG

Dit blog is in de loop der jaren veranderd. Ooit ging het vooral over de bibliotheek, nu gaat het meer over lezen en taal. (Wie denkt: de bibliotheek gaat toch óók over lezen en taal, ziet dat anders dan ik.) Ooit werd het elke dag bijgehouden, nu minder regelmatig. Wat hetzelfde gebleven is: opmerkingen zijn van harte welkom.

vrijdag 7 december 2012

Wat ik las 71

En Kai zei: 'Dat het leven zinloos is, verplicht niemand om te treuren. Ook zinloos.'

Ik verkeerde, hoe dat zo gekomen is weet ik niet meer, in de veronderstelling dat Kinderen van het Ruige Land van Auke Hulst een jeugdboek was. En omdat ik graag af en toe een jeugdboek lees en al een paar keer ergens had opgevangen dat dit een goed boek was, vroeg ik het aan op de bibliotheek (want zo gaat dat met goeie boeken, die zijn altijd uitgeleend) en verheugde me, toen ik het had opgehaald, op een boek 'om even mee bij te komen'.

Maar het is helemaal geen jeugdboek, al lijkt het me zeker niet ongeschikt voor lezers vanaf een jaar of vijftien, zestien. Misschien is het ook wel een boek voor de 'lijst', maar dat moeten de leraren Nederlands maar uitmaken. En 'bijkomen', in de zin van iets lezen dat niet al te moeilijk is en een positieve afloop kent, dat was er ook niet bij. Maar een goed boek vond ik het wel en dat is natuurlijk het belangrijkste.

Hoofdpersoon en verteller in het boek is Kai. Zijn broer Kurt is een jaar ouder, zijn zusje Deedee zes jaar jonger en ergens daar tussenin zit Shirley Jane. Ze wonen met hun ouders in een afgelegen huis in het Ruige Land, een buurtschap met een paar boerderijen, in Groningen. Op enige afstand bevindt zich een dorp met een school, een café, een snackbar en een supermarkt, rondom hun huis is bos. Ze hebben een pony, een hond en poezen. Hun vader is eigenaar van een regionale krant. Vroeger werkte hij bij de radio maar daar kreeg hij ruzie en toen is hij met de krant begonnen. Dit klinkt idyllisch en dat was het misschien ook, maar het verhaal begint met de dood van de vader. Kai is dan (ongeveer) acht.

Hun moeder heeft geen greep op de situatie en de kinderen, waarvan we vooral de twee jongens volgen, groeien min of meer op eigen kracht op. Ze hebben alle vrijheid, kiezen in het huis dan deze, dan die kamer om hun matrassen neer te leggen, slapen 's zomers buiten, spelen in het bos, beginnen een raket te bouwen, maken muziek, gaan naar bed als het hun uitkomt, eten vaak patat of pizza. Op het eerste gezicht een leuk leven, maar er zit een andere kant aan. Hun kleren worden zelden gewassen en zijn kapot. De telefoon doet het niet. Op school horen ze er niet bij en worden ze gepest. Hun moeder zit vaak in het dorpscafé en heeft relaties met mannen waar de kinderen niets van moeten hebben. Koken gaat voor haar niet veel verder dan iets bij de snackbar halen of knakworst opwarmen. Er komen deurwaarders aan de deur, maar ze is er erg handig in om die af te poeieren. Opa en oma springen af en toe bij met geld. Als Kurt en Kai op de middelbare school zitten verdwijnt hun moeder in een zomer een hele tijd min of meer uit beeld. De kinderen zijn nu nog meer op zichzelf en elkaar aangewezen. Het enige vriendje van de jongens, Jarmusch, die thuis juist betutteld wordt, is vaak bij hen.

Als lezer heb je, zo verging het mij althans, wisselende gevoelens: soms jaloezie op de vrijheid die de kinderen hebben, maar ook medelijden omdat ze verwaarloosd worden en bezorgdheid over hoe dit moet aflopen. Ook over de moeder, die in het verhaal een beetje op de achtergrond blijft, maak je je zorgen. Ze is weliswaar handig in het ontlopen van schuldeisers en probeert de indruk te wekken dat het leven zoals ze dat leiden een bewuste keuze is, maar je krijgt sterk het gevoel dat ze helemaal geen keus hééft, omdat ze het gewoon niet aankan. Ze zet de krant nog een tijdje voort maar moet hem uiteindelijk verkopen aan de medewerkers. Een van haar vrienden trekt bij hen in. Blijkbaar heeft die geen moeite met de chaos, want er lijkt niets te veranderen. De pony valt in een greppel en stikt door het touw waarmee hij vast zit. De hond is vals en moet worden opgesloten. Er komen steeds meer katten.

Kai en Kurt gaan na de middelbare school naar de kunstacademie en wonen eerst op kamers in een boerderij en huren later samen een huisje in een dorp. Als Kai drieëntwintig is wordt het huis in het Ruige Land verkocht. De moeder en de zusjes wonen tijdelijk in een tent op een camping. Met een zogenaamd voor een tochtje naar Amsterdam  geleende auto rijdt de moeder met Deedee en Shirley Jane, die zwanger is, en het vriendje van Shirley Jane, naar Zuid-Frankrijk. De auto gaat kapot, de meisjes en het vriendje, wiens ouders geld gestuurd hebben, gaan later terug met de trein. Hun moeder blijft achter en wordt clochard, iets wat ze altijd al als wens geuit had. Ze trekt in bij een andere zwerver en belt Kai op om hem te vragen geld voor haar te halen bij haar ouders. Dat doet hij, hij gaat het geld brengen, betaalt haar schulden, regelt dat de auto teruggebracht wordt naar Nederland en neemt zijn moeder mee terug.

Tegen het eind van het boek lees je een kleine vooruitblik over hoe het met de kinderen verder zal gaan. Deedee wordt juf, heeft een man, een huis en een gevulde koelkast. Shirley Jane maakt geen enkele school af en wordt verkoopster. Kurt trouwt met de eerste de beste vrouw die hem wil en wordt ongelukkig. En Kai wordt schrijver. Hij schreef als kind al science-fictionverhalen en is altijd blijven schrijven.

Het boek beschrijft vooral situaties, maar tussen de bedrijven door denken zowel de kinderen als de lezer na over vragen als wat beter voor een mens is: een geordend bestaan of alle vrijheid? Of een tussenvorm? Hoe beïnvloedt je jeugd de rest van je leven? Hoe belangrijk is verbeelding? Valt de moeder iets te verwijten of is zijzelf net zo goed slachtoffer?

Wat ik tijdens en na het lezen van het boek ook dacht is: dat Ruige Land, hoe echt het ook was (want de schrijver vertelt in zijn nawoord en in interviews dat het een autobiografisch boek is), is het niet óók een metafoor voor het leven, waar we iets van proberen te maken zonder dat iemand ons uitlegt hoe we dat het beste kunnen aanpakken? Zijn regels en normen schijnhouvast? Kunnen we zonder? Word je sterker als je aan je lot wordt overgelaten of kunnen alleen sterke karakters dat aan?

Geen boek dus om mee 'bij te komen', maar wel een boek dat boeit, verrast en aan het denken zet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten