'Iedereen heeft zijn geschiedenis,' zei hij, 'maar het is zelden een belangrijke.' De 'hij' die dit zegt is Frits van Egters, hoofdpersoon in De Avonden van Gerard Reve. Op 22 december begon ik er weer in te lezen, met de bedoeling het op de 31e uit te hebben. Het duurde een paar dagen langer, maar ik heb het weer met genoegen gelezen, nu voor de vijfde keer denk ik. En ik ben het elke keer ietsje beter gaan vinden. Vorig jaar, toen ik vertelde dat ik De Avonden aan het herlezen was, vroeg iemand me of ik het geen overschat boek vond. Ik heb daar toen geen antwoord op gegeven, want ik begon te twijfelen. Of de vraagsteller dit leest weet ik niet, maar hier komt alsnog mijn antwoord: nee, ik vind het geen overschat boek. Ik weet natuurlijk niet of er ergens al te overdreven lof over het boek is geuit, maar als iemand zou zeggen: dit is een heel goed boek dat het verdient elk jaar herlezen te worden, dan zou ik het daar mee eens zijn. Als ik mij goed herinner zei de vraagsteller er nog bij dat hij het boek wél humoristisch vond. En dat vind ik zelf ook wel, maar hoe vaker ik het lees hoe minder de humor me opvalt. Want het is toch vooral een treurig boek en dát valt me elke keer dat ik het lees juist een beetje meer op.
Het boek navertellen lijkt me niet nodig, wie het niet kent moet het maar lezen of heeft misschien ooit besloten dat niet te doen. Wat me er deze keer vooral in trof is hoe Frits en zijn ouders met elkaar omgaan. Tot elkaar veroordeeld en zich aan elkaar ergerend, maar tegelijk ook met een soort liefde tegen wil en dank. Dat stijgt voor mijn gevoel ver uit boven de gezinssituatie, al is het als sfeerbeeld van een gezin ook zeker geslaagd te noemen. Maar voor mijn gevoel gaat het boek over 'de mens' in het algemeen. De mens die zijn medemens ziet maar niet begrijpt en weet dat hij zelf ook niet begrepen wordt. Die zich ergert aan de ander maar ook aan zichzelf. Die beseft dat die ander ook maar een mens is, net als hijzelf. Die inziet dat het leven zinloos is maar toch probeert er betekenis aan te geven. Die vrienden heeft maar eenzaam blijft. Die elke dag maar weer moet zien door te komen.
De mens met zijn zelden belangrijke geschiedenis, dáár gaat De Avonden over. En dus over onszelf. Althans, zo lees ik het. Het gaat óók over de mogelijkheid tot mededogen met de ander. En natuurlijk bewijst het boek tegelijkertijd dat je van een onbelangrijke geschiedenis belangrijke kunst kunt maken, waarmee het naast alle treurigheid ook troost biedt. Ik hoop het in december weer te lezen.
En nu wordt het tijd om mijn 'Auster-project' weer op te pakken.
zondag 6 januari 2013
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten