Pablo Picasso, 1881-1973
Two Girls Reading, 1934
Ik had niet vaak meer aan dat huis gedacht,
Noch aan dien tuin. Dit alles is verleden.
Eindlijk raakt ieder ieder leed ontgleden
Al is het hart ook bijna omgebracht.
Vanwaar dan dat, terwijl 't ontembaar hart
Al lang naar andre, verdre dingen haakte,
Ik mij weer in 't voormalige wist verward,
Omdat ik aan de geur dacht, zwoel en lauw,
Die van de kamperfoelie zich losmaakte
Bij 't stijgen van den zomeravonddauw?
De Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) heeft laten onderzoeken wie de volwassen, betalende klanten van de bibliotheek zijn.We weten nu wat voor lifestyle ze hebben, we weten hoe ze zich gedragen in de bibliotheek en wat hun behoeften zijn. We weten ook hoe ze de bibliotheek waarderen en welk imago de bibliotheek bij hen heeft.Dit heeft geleid tot het rapport 'De klant is koningin'. Ik ontdekte het bestaan van dit rapport vandaag op ZBDigitaal, waar je ook kunt doorklikken naar het rapport. Ik heb er al het e.e.a. van gelezen en ik moet zeggen, het is de moeite waard. Het segmenteringsonderzoek is gebaseerd op een steekproef van 1,1 miljoen mensen, wat mij uniek lijkt voor een dergelijk onderzoek. (Ter vergelijking: voor het onderzoek van Opzij en Margriet dat vorig jaar is uitgevoerd werden 1000 vrouwen ondervraagd). Dat maakt het zeker interessant. Het rapport leest als een lifestyle magazine en ziet er ook zo uit: veel 'persoonlijke verhalen', mooie plaatjes. Het is vlot geschreven op een manier die mij vaak (naar ik aanneem onbedoeld) liet lachen maar die mij in feite ergerde en deed denken aan reisgidsenproza in de stijl van 'Engelsen zijn dol op thee'. Een paar voorbeelden:
Derde plaatsen bestaan uit openbare plekken waar mensen informeel bijeenkomen en waar conversatie de belangrijkste activiteit is. Vaak gaat het om horeca-achtige voorzieningen als koffiehuizen, terrassen, pubs en saloons, maar het kan ook gaan om bankjes op een plein, een buurtwinkel, kapper of wasserij. Niet elke openbare gelegenheid verdient volgens Oldenburg het predikaat derde plaats; daarvoor moeten ze zich wel op neutraal terrein bevinden (niet thuis, niet op de werkplek), als sociale gelijkschakelaars functioneren (iedereen is welkom, rijk en arm praat er met elkaar), een speelse atmosfeer kennen en stamgasten hebben die de toon zetten. Men neemt er de wereld en elkaar door, men beoordeelt wat deugt en wat niet deugt, in een setting waarin het bekende en het nieuwe bij elkaar komen.Een deel van deze 'derde plaatsen' is in de moderne tijd verdwenen. Van den Boomen schrijft dat 'virtuele derde plaatsen' hiervoor in de plaats kunnen komen en zo de samenhang van de samenleving kunnen bevorderen. Dit dus in tegenstelling tot het idee dat internet zou leiden tot steeds verder gaande individualisering.