dinsdag 25 februari 2014
Woorden en daden 2, antwoord aan Tenaanval
Tenaanval schreef onder de titel 'Laaggeletterden als strohalm' op haar blog een reactie op mijn stukje over de bibliotheek en laaggeletterdheid. Hier volgt mijn antwoord.
Ha Tenaanval,
Net als jij vind ik reactievelden lastig om in te schrijven, bovendien vind ik het leuk om een aanleiding tot een blogpost te hebben, dus ik antwoord je op deze manier.
Zeer bedankt voor je reactie! Ik heb net, 'met de kennis van nu', de reportage nog een keer bekeken. Ik merkte dat ik het aantal laaggeletterden niet goed onthouden had, dat was 1,3 miljoen. Stichting Lezen & Schrijven heeft het al tien jaar over een aantal van 1,5 miljoen.
Ik vond het best een leuk programma, maar hoe jij het genuanceerd kunt noemen begrijp ik niet goed. Iedereen vond en zei hetzelfde en aan niemand werd ook maar één kritische vraag gesteld. De kern was 'de bieb moet blijven', het argument daarvoor was het hoge aantal laaggeletterden. Dat ik op twitter in gesprek raakte met Conny en Caroline, een gesprek waar de rest van deze discussie een gevolg van is, kwam omdat het me verbaasde dat niemand vroeg hoe het komt dat er zoveel laaggeletterden zijn terwijl er toch tot voor kort nog overal bibliotheken waren.
Er zijn nog wel meer vragen die ik graag gesteld en beantwoord had willen zien, bijvoorbeeld hoe dat aantal van 1,3 miljoen vastgesteld is, of daar onderzoek naar is gedaan en zo ja hoe dan? En wat is precies laaggeletterd, wanneer komt iemand voor dat etiket in aanmerking? Zijn er tests voor? En het bedrag van 560 miljoen euro dat laaggeletterdheid de samenleving zou kosten, ook al zoiets ongrijpbaars. Wat zijn dat voor kosten? Bijstandsuitkeringen omdat veel laaggeletterden geen werk kunnen vinden? Dat zou best eens kunnen, maar als die mensen wél zijn opgeleid, dan zijn er nog steeds geen banen voor ze, want ook veel 'geletterden' zijn zonder werk.
Wat je schreef over de discussie van enkele jaren geleden over de Lees & Schrijf- en Makkelijk Lezen-pleinen in de bibliotheek, dat vond ik wel onthullend. Ik heb daar ook iets van gemerkt in de tijd dat ik zelf nog in de bibliotheekwereld werkte, ik was het inmiddels vergeten maar het kwam weer boven. Ik herinner me een presentatie van een marketingdeskundige die liet zien hoe zo’n nieuw ingerichte bibliotheek er dan uit zou kunnen zien. Je kon verschillende modules bestellen en ik geloof zelfs dat ik toen nog gevraagd heb of er ook iets voor grote-letterboeken bij was en daar was inderdaad een kast voor bedacht. En voor baby's was er ook wat. Maar de pleinen die eerder al ontworpen waren voor mensen die niet zo goed kunnen lezen, die pasten niet in het concept, dus die zouden helaas moeten verdwijnen. Was Conny toen ook in de zaal, om zich daartegen te verzetten? Anders zal ze dat ongetwijfeld elders gedaan hebben.
Dat tij is nu dus blijkbaar gekeerd, maar het laat volgens mij wel zien dat de bibliotheek een beetje zwalkt in haar aandacht voor laaggeletterden. Ik zou dan ook als wethouder met de bibliotheek in mijn portefeuille eerst graag een paar duidelijke afspraken willen maken voor ik besloot de bibliotheek te blijven subsidiëren vanwege de laaggeletterden. Wat Frank Huysmans in zijn reactie schreef zou ik zeker ter harte nemen:
Gemeenten doen er, als voornaamste subsidiegevers van het openbaar bibliotheekwerk, dan ook goed aan de bibliotheken bij de les te houden en te verlangen dat zij hun leesonderwijsondersteunende rol versterken. Lukt dit hun niet, dan kan dit deel van de bibliotheeksubsidie natuurlijk beter worden besteed aan andere partijen die dit wel voor elkaar krijgen.
Ik begreep uit de reactie van cajunlady dat bibliotheken subsidie kunnen krijgen van het SIOB, speciaal voor de bestrijding van laaggeletterdheid. Begrijpelijk dat bibliotheken daar gebruik van willen maken. Maar dergelijke projectsubsidies houden meestal weer een keer op. Vaak is dat het geval als een programma na een paar jaar net goed begint te lopen. En dan zal de bieb weer iets nieuws moeten zoeken om indruk mee te maken op subsidieverstrekkers.
Wat Frank Huysmans in de reportage vertelde, dat in Noord-Europa het bestaan van en de toegankelijkheid tot bibliotheken iets is dat totaal niet ter discussie staat, dat is in Nederland helaas niet gelukt. Of dat aan de bibliotheek ligt of aan de politiek, wie het weet mag het zeggen. Misschien kan het er alsnog van komen. Maar dan zal veel duidelijker moeten worden waar de bibliotheek voor staat en vooral: hoe dat in de praktijk vorm krijgt. En dan zijn er in de bibliotheek naast marketeers en onderwijsspecialisten en ict-ers en informatiespecialisten en social media-kenners en noem ze allemaal maar op, óók mensen nodig die zelf veel van lezen houden en die vinden dat iedereen in elk geval de kans moet krijgen veel van lezen te gaan houden.
Hartelijke groet, schrvrdzs
p.s. Wat mij betreft mogen mensen die denken met een campagne als Igeekdebibliotheek de bieb te redden meteen elders hun diensten gaan aanbieden.
p.s. 2 Cajunlady schreef 'wiens brood men eet, diens woord men spreekt' en dat deed me denken aan 'wie betaalt, bepaalt'. Dat combinerend met het feit dat Stichting Lezen & Schrijven, zoals Eline in haar reactie vertelde, haar medewerking aan het programma heeft verleend, deed me ineens vermoeden waarom er geen kritische vragen gesteld werden. Maar hier speelt misschien gewoon mijn argwanende aard mij parten.
Schilderij: Gerard Boersma, The Thinker
Labels:
bibliotheek,
laaggeletterdheid
woensdag 19 februari 2014
Woorden en daden
Gisteravond raakte ik via twitter in gesprek over een reportage uit het programma Altijd wat, die over laaggeletterdheid en het sluiten van bibliotheken ging. Omdat een gesprek op twitter al snel een rommeltje wordt dacht ik: laat ik proberen er een blogstukje van te maken.
Ik hou van de bibliotheek en ik vind dat de bibliotheek op zo veel mogelijk plaatsen moet
blijven. Laat ik dat eerst maar even zeggen. Sommige mensen
vinden dat de bieb wel weg kan omdat je toch alles op internet kunt vinden of
omdat er e-boeken zijn. Zo denk ik er dus niet over. Ik hou weliswaar van de
bibliotheek met een wat wanhopige en onbeantwoorde liefde, het soort liefde dat Edwin
Mijnsbergen mooi vergeleek met de tegen-wil-en-dank-liefde die je voor Feyenoord
kunt voelen. Het is een rotclub, maar het is wel míjn rotclub, zoiets.
Omdat ik van de bibliotheek hou keek ik gisteravond naar
Altijd Wat. Iedereen in de reportage was
het er over eens dat de bibliotheek niet weg mag, omdat er zoveel laaggeletterden
zijn in Nederland. We zagen een man die tot voor kort niet
kon lezen en schrijven en die dat nu geleerd heeft. Hij vertelde hoe blij hij
daarmee was en hoe het zijn leven veranderd had en hoeveel hij van de
bibliotheek was gaan houden. Dat was dapper en leuk en een beetje ontroerend en
je gunt natuurlijk iedere jongere en volwassene die niet kan lezen en
schrijven dat hij of zij het zo snel mogelijk alsnog kan leren.
Ik ben eerlijk gezegd vergeten over welk aantal
laaggeletterden het gisteren ging, maar vaak wordt het getal van 1,5 miljoen
genoemd. En omdat het er zoveel zijn blijkt daar meteen uit dat de bibliotheek
hard nodig is, wordt dan gezegd, en is
het dus helemaal fout om overal bibliotheken te sluiten. En dan denk ik: waarom
vraagt nou nooit niemand in zo’n reportage eens: Tot voor kort waren er nog overal
bibliotheken en toch zijn er 1,5 miljoen laaggeletterden in Nederland, hoe zit
dat? Zijn die 1,5 miljoen niet te helpen of hebben de bibliotheken dat niet voldoende
geprobeerd? Hetzelfde vraag ik me ook af bij de Stichting Lezen & Schrijven. Die bestond onlangs tien jaar en ze zeggen al tien jaar dat
ze hard nodig zijn omdat er 1,5 miljoen laaggeletterden zijn in Nederland. Dan
denk ik ook: zou het niet overtuigender zijn als je kon zeggen dat er tien jaar
geleden 1,5 miljoen waren en nu nog maar 0,5 miljoen? Of voor mijn part 1
miljoen?
De man die in het programma aan het woord kwam was lezen en
schrijven gaan leren omdat zijn baas ontdekt had dat hij dat niet kon. Die baas
zei toen: Daar gaan we wat aan doen; de man ging naar school en leende boeken
bij de bieb. De bibliotheek heeft boeken in huis die geschikt zijn voor
volwassenen die net beginnen met lezen. Dat is fijn, maar daar hoeft te bieb
niet voor te blijven. Die boeken hadden ook aanwezig kunnen zijn op de school
waar die man leerde lezen en schrijven. Dan had hij ze daarvandaan mee naar
huis kunnen nemen. Hij was dan misschien niet de bibliotheek als zijn tweede
huis gaan beschouwen, zoals hij vertelde en zoals menig bibliothecaris op
twitter prachtig vond. Maar misschien waren andere laaggeletterden van de
cursus wel blij geweest als ze hun leesboeken meteen mee naar huis hadden
kunnen nemen. Want hoe voelt het als je nog maar net kunt lezen en als je dan in
de bak met makkelijk-lezen-boeken staat te zoeken en ineens staat de buurvrouw
naast je? Dan durf je
misschien wel nooit meer naar de bibliotheek. Niet iedereen is zo dapper als
die man in de reportage.
Ik heb een
beetje de indruk dat de bibliotheek in de laaggeletterden ineens een strohalm
ziet om zich aan vast te klampen in deze tijd van onzekerheid. Eerder
waren het de zzp-ers die in de bieb kwamen werken en de scholieren die er hun
werkstukken zaten te maken. Toen dacht ik ook al: daar heb je de bibliotheek
niet voor nodig, dat kan in een café met internet ook. Want die zzp-ers en die
scholieren, die komen voor de tafels en stoelen en de wifi, niet voor de
boeken. De laaggeletterden komen, áls ze komen, dan nog wel voor de boeken maar
ik vraag me af of de bieb de beste plaats is om die boeken neer te zetten.
Vanwege die buurvrouw.
Natuurlijk
moet er zoveel mogelijk gedaan worden tegen laaggeletterdheid. Elke volwassene
die wil leren lezen en schrijven moet een cursus kunnen volgen, net zolang tot het gelukt is. Er zou geen kind meer de school mogen verlaten dat niet
goed genoeg kan lezen. Iedereen gaat minstens tot zijn zestiende naar school,
hoe is het dan toch mogelijk dat er 1,5 miljoen Nederlanders rondlopen die niet of
nauwelijks kunnen lezen en schrijven? Terwijl er ook al tien jaar een Stichting Lezen & Schrijven is en terwijl de afbraak van de bibliotheeksector nog
maar net begonnen is? Snappen jullie dat? Ik niet.
Ik vind
het erg belangrijk dat laaggeletterdheid wordt aangepakt en vooral: voorkomen. Ik
vind het ook erg belangrijk dat de bibliotheek blijft bestaan. Als plaats waar
iedereen die behoorlijk heeft leren lezen en schrijven kan ontdekken wat er
allemaal te lezen valt. Hoe niet alleen het feit dát je kunt lezen je leven kan
veranderen, maar vooral wát je kunt lezen.
Daarom moet de bibliotheek blijven, om dat uit te dragen. Maar dat is een ander
verhaal.
Schilderij: Ignat Bednarik
Schilderij: Ignat Bednarik
Labels:
bibliotheek,
laaggeletterdheid
zondag 2 februari 2014
Rotterdam 2014
Twee vrouwen en een man kwamen de bus in. Ze gingen zitten en één van de vrouwen zei tegen de anderen: 'Ik stap nooit in die bus! Ik haat de bus. Ik haat de bus, echwaar, ik hou niet van de bus. Dat komt door dat ongeluk dat ik gehad heb. Hij kwam op mijn wegdek, ik haat de bus, ik stap er nooit in. Ik ging naar mijn werk en ik was te laat en de bus kwam eraan en dan zou ik op tijd komen maar ik stap er nooit in, ik haat de bus. Dat komt door dat ongeluk, niet dat ik er een trauma van heb hoor, maar ik haat de bus. Jullie hebben me overgehaald om in de bus te stappen.'
Ik drukte op de stopknop want ik moest eruit, de andere vrouw
zei: 'Die mevrouw gaat eruit door die
verhalen van jou.'
De eerste vrouw: 'Ik zal jullie straks op internet de foto’s
van m'n auto laten zien, die zat helemaal in elkaar, die bus was zó breed, hij
kwam helemaal op mijn wegdek.'
De andere vrouw: 'Was het deze bus?'
De eerste: 'Net zo’n bus, van de RET.'
De andere: 'Was het deze chauffeur?'
Ik moest eruit, kwam langs mevrouw één en zei tegen haar: 'Ik ben dol op de bus.' Zij: 'Ik haat de bus.'
Toen ik al bijna buiten stond hoorde ik de chauffeur naar haar roepen: 'Hé!'
Labels:
Observaties
Abonneren op:
Posts (Atom)