WELKOM OP MIJN WEBLOG

Dit blog is in de loop der jaren veranderd. Ooit ging het vooral over de bibliotheek, nu gaat het meer over lezen en taal. (Wie denkt: de bibliotheek gaat toch óók over lezen en taal, ziet dat anders dan ik.) Ooit werd het elke dag bijgehouden, nu minder regelmatig. Wat hetzelfde gebleven is: opmerkingen zijn van harte welkom.

maandag 31 augustus 2009

De maatschappij en wij

Het vorige weekend liep een dancefeest op het strand van Hoek van Holland ernstig uit de hand en viel er een dode. Lees er b.v. hier (NRC Handelsblad) of hier (AD) over (met dank aan ZBDigitaal).

Vanavond staat in NRC Handelsblad een vraaggesprek met burgemeester Aboutaleb van Rotterdam (Hoek van Holland hoort bij gemeente Rotterdam) over de gebeurtenissen. De burgemeester zegt o.a. dit:

"De politie kan dit niet alleen. Als deze jonge kids – zeventien, achttien jaar – nog thuis wonen, wil ik daarom ook de vraag stellen: wat is de rol van het gezin? En wat is de rol van het onderwijs? Hebben we als maatschappij nog corrigerende mechanismen? Deze discussies voeren we wel als het gaat om allochtone jongeren. Over deze nieuwe groep hooligans hebben we tot op heden nog maar weinig gesproken."

Toen ik dit las vroeg ik me even af: kan de bibliotheek hier ook nog een rol in spelen? Misschien ligt het niet zo voor de hand, maar zou er toch niet iets te bedenken zijn? Over het gedrag van hooligans is wel het e.e.a. bekend, o.a. dat het bij een hechte groep horen houvast biedt in het leven. Hebben wij als bibliotheek misschien ook een stukje houvast te bieden? Zouden we dat willen? Zouden we dat aandurven? Zouden we zo'n 'corrigerend mechanisme' kunnen zijn? Of is dit veel te ver gezocht? Zijn dit rare vragen?


Poster hier gevonden.
Lees hier de digitale versie van het interview.

zondag 30 augustus 2009

Taal en getal























Gisteren voerde ik (digitaal) een kleine discussie over de vraag of het 'hierdoor wordt je beïnvloed' of 'hierdoor word je beïnvloed' moet zijn. Ik meende zeker te weten dat het 'word' is, maar mijn 'tegenstander' liet zich slechts moeizaam overtuigen. Mijn opmerking dat het toch ook 'raak je beïnvloed' en niet 'raakt je beïnvloed' is, bleek niet steekhoudend genoeg. En omdat die tegenstander iemand is die veel schrijft en zich daarbij slechts zelden op een taalfout laat betrappen, zocht ik naar bewijzen om hem (en inmiddels ook een beetje mezelf) te overtuigen. Onze Taal leek me duidelijke taal te spreken, zie hier en hier. Maar mijn opponent had ook een klein onderzoekje gedaan en schreef me dat je als je googelt op "wordt je beïnvloed" 15.000 treffers krijgt en bij "word je beinvloed" slechts 180. En dat was inderdaad zo, zie hier en hier (deze keer krijg ik voor 'word' 191 treffers).

Ik begon te twijfelen. Is er in deze zin misschien iets bijzonders aan de hand waar ik nog nooit van gehoord heb? Het 'je' achter de persoonsvorm moet immers wel het onderwerp van de zin zijn om de regel dat er geen t achter die persoonsvorm komt te laten opgaan. Is het hier soms anders? Ik bleef wel in mijn gelijk geloven, maar toch iets minder standvastig. Zouden echt 15.000 mensen het fout doen tegen maar 180 die het goed doen? Dus ik besloot de vraag te stellen aan de Nederlandse Taalunie en aan De Taalprof. De Taalunie werkt niet in het weekend, maar de onvolprezen Taalprof wel en dit was vandaag zijn antwoord:

@(mijn naam): ik heb de gewoonte om bij die googletellingen altijd even door te bladeren. Als je dat doet zie je dat 'wordt je beïnvloed' eigenlijk toch maar 58 vindplaatsen heeft. Ik denkt dat er toevallig sprake is van een paar pagina's die in heel veel kopieën opgenomen zijn in de tellingen.

Hoe dan ook, het is vrij eenvoudig om aan te tonen dat je gelijk hebt. Maak van 'wordt je beïnvloed' eens 'zul je beïnvloed worden.' Dan zie je dat je 'zul je' krijgt en niet 'zult je.' Als je dit niet overtuigend vindt, kun je ook de voltooide tijd 'ben je beïnvloed' maken, dat ook niet 'bent je beïnvloed' of 'is je beïnvloed' wordt. Het betreft dus inderdaad een persoonsvorm met onderwerp 'je' erachter, waardoor de vervoegingsuitgang '-t' wegvalt. Dus is het ook 'word je beïnvloed.'

Dat ik gelijk had, daar was ik inmiddels alweer van overtuigd geraakt. Toen ik mijn probleem aan een huisgenoot voorlegde, had die geen enkele twijfel: natúúrlijk is het 'word' zonder t. Die 15.000 Google-treffers deden mijn huisgenoot niets: je wéét toch dat de mensen niet meer kunnen spellen?

Dus het interessantste van het antwoord van de prof was niet dat ik gelijk had, maar dat die 15.000 er in feite maar 58 zijn en dat de rest herhaling is. En inderdaad, na 58 treffers zie je:

Om de meest relevante resultaten te tonen, hebben we er een aantal weggelaten die heel sterk lijken op de reeds weergegeven 58. Indien gewenst kunt u de zoekbewerking herhalen met de weggelaten resulaten.

Mijn discussiegenoot schreef me dat hij pubers kent die, als ze niet weten hoe je een woord schrijft, het even googelen en dan kiezen voor de versie die het vaakst voorkomt.

Dit ging in eerste instantie over taal, maar inmiddels toch over meer, en al met al was het voor mij wel iets wat je een 'leermoment' zou kunnen noemen. Vooral dat ik me bijna liet inpakken door de macht van het grote getal vind ik verontrustend. En dat ik daarin niet alleen blijk te staan vind ik eveneens zorgwekkend. 'Als iedereen het zegt zal het wel waar zijn.' Maar zo is het natuurlijk niet en zo was het óók niet geweest als die 15.000 treffers écht naar 15.000 verschillende stukjes hadden verwezen. Waar herinner ik me de kreet 'Denk zelf' toch ook alweer van?

Plaatje hier gevonden.

vrijdag 28 augustus 2009

Plaatje zoveel























Berthe Morisot (1841-1895)
La lecture, 1869-70

woensdag 26 augustus 2009

ff nix


















Gedurende twee weken had ik geen gelegenheid me op internet te begeven en nu het weer wél kan vraag ik me af: waarom zou ik eigenlijk? De blogs die ik gewend was te lezen ben ik maar weer eens gaan bekijken en ook naar m'n eigen blog heb ik wat zitten staren, me verbaasd afvragend hoe ik het allemaal bedacht heb. Wat was ook alweer het belang van dit alles? Ik ben het even kwijt, sorry. Gelukkig had ik nog een mooie gastcolumn klaarliggen om toch een teken van leven te geven. Maar verder ontbreekt me vooralsnog alle inspiratie. Nou ja, laat ik om te beginnen af en toe maar weer 's een plaatje zoeken, misschien komt de rest dan vanzelf. En zo niet lijkt het me ook geen ramp.

Klik op de foto om hem te vergroten.

dinsdag 25 augustus 2009

Gastcolumn: Boekenbonnetjes



















Alweer bijna een jaar geleden schreef Tachtigplusser een gastcolumn over het letterdoosje. Vandaag opnieuw een bijdrage van zijn hand:


Boekenbonnetjes

Op 2 augustus jongstleden publiceerde 'Schrijverdezes' het stukje 'Dankzij internet'. Het plaatje dat daarbij geplaatst was, trok onmiddellijk mijn aandacht. Ik meende het tafereeltje uit eigen waarneming te kennen. Ik bleek me te vergissen. De foto was in 1915 ergens in Hongarije gemaakt. En hoewel ik wel oud ben, zó oud ben ik nou ook weer niet. Mijn vergissing was echter wel te begrijpen. Het plaatje had namelijk gemakkelijk in de twintiger of begin dertiger jaren van de vorige eeuw in ons eigen land gemaakt kunnen zijn.

Hoe mooi en eigenlijk ook wel ontroerend de foto is, ik heb sterk het vermoeden dat er voor geposeerd is. Kinderen die in dergelijke omstandigheden opgroeiden, hadden over het algemeen geen boeken. En zo ze er al een hadden, dan moet dat zo'n kostbaar bezit geweest zijn dat het zeker niet mee naar buiten genomen was. Ik spreek uit ervaring. Bij ons thuis, in de crisisjaren ten tijde van Colijn, was er echt geen geld voor boeken. Mijn moeder las graag. Iedere week haalde ze een of twee boeken uit de plaatselijke Nutsbibliotheek. Die bibliotheek was ondergebracht in een kleuterschool en was één avond per week gedurende twee uur geopend. Ze werd gerund door een paar vrijwilligers. Mijn moeder vond het ook belangrijk dat haar kinderen boeken zouden gaan waarderen. En dus spaarde ze ijverig bonnetjes en punten waarop kinderboeken verkregen konden worden. Uiteraard moesten die punten voorkomen op artikelen die ze toch nodig had. Maar het merk was dan minder belangrijk. Zo dronken wij bijvoorbeeld Van IJsendijk's koffie en thee, een merk dat vrij onbekend was. Maar op de pakjes zaten bonnetjes die gespaard konden worden voor boeken van de destijds bekende kinderboekenschrijver G.Th. Rotman.

Van Rotman bezaten we drie boekjes: De apenstreken van Bobby, Mijnheer Pimpelmans en zijn auto en De luchtreis van de Pegasus. Van de laatste twee herinner ik me niet veel meer. 'Bobby' was echter op rijm geschreven en dat bevordert het onthouden. De boekjes werden door mijn oudere zusje vele malen voorgelezen en zo werden 'de apenstreken' er als het ware ingeslepen. Dat voorlezen ging overigens nogal stuntelig. Mijn zusje kon zelf ook nog maar nauwelijks lezen. Soms verwaardigde een buurmeisje zich een poosje voor te lezen. Die zat al in de tweede klas van de mulo en werd door ons dus met ontzag bekeken en beluisterd. Het viel namelijk op dat ze sommige moeilijke woorden heel anders uitsprak dan mijn zusje! Van 'Bobby' kan ik door het vele voorlezen nog hele stukken uit mijn hoofd opzeggen.

Beschuit en ontbijtkoek aten we van Paul C. Kaiser ('Paula'). Op die manier kwam de eerste trilogie in ons bezit: Benito de jonge zwerver, in drie delen dus. De boeken waren geschreven door niet minder dan de toen erg bekende jeugdboekenschrijver C. Joh. Kieviet. Het verhaal ging over een weesjongen die met zijn ezeltje rondtrok en zijn kostje opscharrelde door op zijn fluit te spelen. Gelukkig ontfermde later een schatrijke heer zich over hem en nam hem mee op verre reizen. De fabrikant had een en ander handig bekeken. De plaatjes voor het boek zaten bij de beschuit verpakt en die stimuleerden weer om verder te sparen voor de boeken zelf.

Gelukkig spaarde de familie van mijn moeder ijverig met ons mee. Anders was het nooit gelukt al die boeken in ons bezit te krijgen.

In die tijd lazen we het dagblad De Standaard. Daarin stond (dagelijks, wekelijks?) een vervolgverhaal van W. G. v. d. Hulst: In de soete suikerbol. Het verscheen in wat tegenwoordig de stripvorm zou heten. Mijn moeder knipte alle afleveringen netjes uit en plakte ze in een schrift. En zo ontstond voor ons weer een leuk boekwerk!

Ook de klassieker Het tovervisje (Piggelmee) behoorde tot ons boekenbezit. Voor dat boek kon gespaard worden met punten van Van Nelle. Nou kan je natuurlijk niet gelijk Van IJsendijk en Van Nelle drinken. Een kinderloze kennis van ons gezin spaarde de punten voor Piggelmee en deed ons het boek cadeau. Een kostbaar geschenk! Ook Piggelmee stond op rijm en zodoende kan ik ook van Het tovervisje nog hele stukken reciteren!















Een kostbaar geschenk, schreef ik. En nou ben ik weer bij het begin van mijn verhaal. Je gelooft toch niet dat je zoiets zomaar mee naar buiten nam om daar op de rand van de stoep met niet al te schone buurkinderen in te gaan zitten kijken? En dus: echt een heel mooi plaatje. Maar wel geposeerd!

Tachtigplusser.


Plaatjes gevonden via Google-afbeeldingen.

donderdag 6 augustus 2009

Plaatje 2




















Reading Man Detail, George F. Fishman's 1991 Mosaic Faces Of Flower Avenue (Silver Spring, MD)

Foto gevonden op Flickr, gemaakt door: takomabibelot

woensdag 5 augustus 2009

Plaatje
















Max Beckmann (1884-1950)
Woman Reading at the Beach (1939)



Het werd weer eens tijd voor een plaatje...

dinsdag 4 augustus 2009

Zij wel
















Laat ik het weer eens over Birkenstocks hebben, het is komkommertijd tenslotte en het blijft een fenomeen dat me (af en toe) bezighoudt. Een maand geleden las ik op zbdigtaal-twitter: 'Vandaag van een puber geleerd dat birkenstocks helemaal hip zijn.' (Een paar dagen later bleek al dat wat je wel eens leest, nl. dat twitter sneller is met het nieuws dan de krant, helemaal waar is, want toen las ik in De Pers een artikeltje over verspreidingskaartjes o.i.d. -dat ik helaas niet meer kan terugvinden- waarin stond dat Zeeland m.b.t. Birkenstocks nog een witte plek was.)

Sindsdien kijk ik weer eens wat vaker naar de voeten van mijn stadgenoten en heb ik geconstateerd dat de Birkenstock in Rotterdam inmiddels het stadium van 'hip' gepasseerd is en werkelijk door iedereen gedragen wordt, het meest door vrouwen, maar zeker ook door mannen en kinderen. En door alle bevolkingsgroepen. Pas nog zag ik een oudere dame in traditionele Indiase/hindoestaanse kleding. Meestal worden daar sierlijke sandaaltjes bij gedragen, maar deze mevrouw droeg zilverkleurige Birkenstocks. Al langer geleden zag ik een orthodoxe moslim, geheel in het wit gekleed met blinkend witte Birckenstocks onder zijn ruim boven de voet vallende broek. Ik zag veel zwarte Birkenstocks bij zwart gelakte teennagels, felroze Birkenstocks bij een net zo felroze truitje, panterbirkenstocks, kinderbirkenstocks, hippe meisjes op Birkenstocks, omvangrijke dames op Birckenstocks, enz. enz. Wie er een beetje op let kan elke dag tientallen mensen zien die ze dragen.

Af en toe kom ik langs de R'damse Birkenstockwinkel (na die in Alkmaar als 2e in Nederland geopend) en het is er altijd druk tot zeer druk, zelfs vlak voor sluitingstijd. Het is een winkel zonder opsmuk: banken in het midden, planken met slippers tegen de muur. Soms mag je er niet eens meer in omdat hij te vol is (heb ik zelf gezien). Soms mag je vanwege de drukte alleen de rechterslipper passen (is mij verteld). Maar het maakt allemaal niks uit: de mensen willen Birkenstocks en de mensen willen hun Birkenstocks nú. Hoe lang dat goed blijft gaan vraag je je af, maar dát het goed gaat is zeker.

Ik schreef het al eerder (in een van mijn eerste stukjes op dit blog na 23dingen) maar ik denk het nog steeds: wat is hun geheim? Wat hebben zij van Birkenstock wat wij van de bibliotheek niet hebben? Hoe hebben ze het voor elkaar gekregen een dergelijk verstoft en alom truttig gevonden product zo'n enorme opleving te bezorgen? Kan de man of vrouw (of het team) hierachter niet eens op een bibliotheekcongres komen spreken? Er móet iets van te leren zijn, dat kan haast niet anders. En nu bedoel ik niet dat we hun marketingtechnieken moeten overnemen, maar ik denk eerder aan een visie op 'wat de mensen willen' samen met het geen concessies doen aan kwaliteit. Want dat laatste doen ze volgens mij niet bij Birkenstock: de nieuwe slippers zien er wel anders uit dan de vroegere verpleegsterssandaal, maar ze hebben nog steeds dat bijzondere voetbed.
Overigens: zelf heb ik ze niet, want ik vind ze helemaal niet lekker zitten...

Foto: Evert Elzinga/GPD, hier gevonden.

zondag 2 augustus 2009

Dankzij internet


















Soms (zie b.v. hier en hier) maak ik me zorgen over wat er allemaal kan op internet, maar daarnaast heb ik vaak plezier van wat er óók allemaal kan. Zoals dit. Festina wees me een dag of 10 geleden geleden op een bericht bij De Papieren Man, over een tentoonstelling in Londen van door André Kertész gemaakte foto's van lezende mensen. Ik was toen bijna jarig en wist tot op dat moment niets te wensen, maar toen ik een paar foto's van Kértesz had gezien, dacht ik: als er nou eens een catalogus van die tentoonstelling zou zijn, dan zou ik die wel graag willen hebben. Ik uitte die wens en mijn dochter sloeg aan het googelen. Een catalogus vond ze niet, wel het boek On Reading, te bestellen bij Bol.com. Ik zocht zelf naar 'Kertész On Reading' in Google-afbeeldingen en zag nog meer foto's. Toen wist ik het zeker: dit boek wilde ik heel graag hebben. Mijn dochter bestelde het bij Bol en de dag na mijn verjaardag werd het al bezorgd. Ik ben er erg blij mee. Op de meeste foto's staan lezende mensen, op sommige alleen boeken. De foto's zijn gemaakt tussen 1915 en 1970. De foto hierboven is de oudste van de reeks en is gemaakt in Estergom, Hongarije.

Zonder internet zou ik dit boek waarschijnlijk nooit op het spoor zijn gekomen en hoewel ik niet zou weten wat ik miste zou dat toch jammer zijn.

Foto: André Kertész

zaterdag 1 augustus 2009

Met goed fatsoen























Nog even verder over lezers in de trein. Gisteren dacht ik ineens: zouden (boeken)lezers 'fatsoenlijker' zijn dan niet-lezers? En komt het misschien daardoor dat ik relatief vaak naast ze zit? In de trein zetten veel mensen hun tas op de bank naast zich. Ook in een volle trein houden ze dat vaak stug vol tot iemand vraagt: 'Mag ik daar misschien zitten?' Meestal (maar niet altijd) wordt de tas dan wel zonder al te kwaaie blikken weggehaald, soms antwoordt iemand zelfs met 'Natuurlijk!' Toch blijft het vervelend om het te moeten vragen en je merkt dat mensen eerst proberen een plekje te vinden waar géén tas op staat. Pas als dat er niet meer is vráágt men om een plekje. Zo doet eigenlijk iedereen het en zo doe ik het zelf ook. (Dat de brutalen de halve wereld hebben is hier weer duidelijk. De niet-brutalen hebben weliswaar de andere helft, maar zij moeten hem met meer mensen delen.)

Maar nu kreeg ik gisteren ineens het gevoel dat lezers vaker mensen zijn die hun tas al op schoot nemen vóórdat iemand het hun vraagt. En dat ik daarom relatief vaak naast een lezer kom te zitten. Het zou leuk zijn als het eens werd uitgezocht, maar ja, wie heeft daar zin in? En áls het dan zo blijkt te zijn, dan heb je nog geen verklaring. Word je van lezen fatsoenlijker of is lezen vooral iets waar 'nette mensen' zich mee bezig houden? Of willen die lezers gewoon niet in hun lectuur gestoord worden door mensen die vragen 'Zou ik hier misschien mogen zitten?' en voorkomen ze dat daarom maar liever?

Foto: Flickr, gemaakt door: sekihan.

Een liefde in Rotterdam
















Ik zit in de trein af en toe naast iemand die een boek zit te lezen en ik probeer dan meestal te achterhalen welk boek dat is. Soms lukt dat. Gisteren, op weg van Schiphol naar Rotterdam, zat ik naast een jonge man (van een jaar of 28 denk ik) die een dik boek las. Ik keek even opzij en zag twee namen op de pagina: Tatiana en Alexander, en ik dacht: zou het soms Oorlog en Vrede zijn (dat ik niet gelezen heb)? Maar op het stukje omslag dat ik kon zien stond een foto van een vrouw, dus dat kon niet. En het was wel dik, maar ook weer niet zó dik. Vlak voor Rotterdam vouwde de jongen (of vanuit een ander perspectief: de man) tot mijn lichte afschuw een flinke hoek van een bladzij om en sloeg het boek dicht. Het bleek Een liefde in Leningrad van Paulinna Simons te zijn. Nooit van gehoord, maar daar hebben we internet voor en ik schaar het nu onder wat bij ons op het werk 'tussengenre' wordt genoemd en wat mijn collega en ik wel betitelen als 'Binchy-achtigen'. Dit vooral door 'Liefhebbers van dit boek bestelden ook' bij Bol.

Ik vind dat typisch 'damesromans' en had eerlijk gezegd niet verwacht dat mannen ze wel eens lazen. Althans, ik ken geen enkele man die dat doet. Of in elk geval niet in het openbaar. Maar misschien was hij het wel aan het lezen omdat zijn vriendin het prachtig vond en hij alles van haar wilde weten. Toen ik vijf minuten bij de tram zat te wachten kwam de man daar ook aanlopen. Hij had een bos rode rozen gekocht. We stapten in dezelfde tram en gingen er bij dezelfde halte weer uit, maar toen verloor ik hem uit het oog.

Foto: Flickr, gemaakt door paparutzi