WELKOM OP MIJN WEBLOG

Dit blog is in de loop der jaren veranderd. Ooit ging het vooral over de bibliotheek, nu gaat het meer over lezen en taal. (Wie denkt: de bibliotheek gaat toch óók over lezen en taal, ziet dat anders dan ik.) Ooit werd het elke dag bijgehouden, nu minder regelmatig. Wat hetzelfde gebleven is: opmerkingen zijn van harte welkom.

vrijdag 31 juli 2009

Boek&bieb 16















Als ik het goed begrepen heb (want het is een wat merkwaardig verhaal) is de hoofdpersoon van De tegenhanger van Atte Jongstra, een man die ook Atte Jongstra heet, in het hiernamaals terechtgekomen. Hij verblijft daar in een hotel dat in Frankrijk lijkt te staan. Hij wil een toren gaan bouwen om van daaruit een stad te kunnen zien waarvan hij vermoedt dat zijn vrouw Mary er verblijft. Hij zegt tegen de eigenaar van het hotel dat hij boeken over torens nodig heeft en die zegt dat hij het voor hem zal regelen.

Een opgewonden uur volgde, waarin Jongstra wederom op de tuinbank gezeten over de vorm van zijn toren nadacht en zich alvast verheugde op zijn vergezicht op Mary.
Hij hoorde een automotor naderen en liep naar boven. Links van het hotelgebouw, op de hoger gelegen weg stopte een auto en toeterde luid. Even meende hij de vormen van een stadsmobiel in de wagen te herkennen, maar het bleek een bestelbus met gesloten flanken, waarop met grote letters 'Bibliobus' stond geschilderd. De bestuurder stapte uit, een bibliothecaristype: de wilde bobberd van een lezer en een papierbleek gezicht boven het standaard colbert van stof uit Manchester, de elleboogstukken ontbraken niet, de plompe spekzoolschoenen completeerden het beeld.
'U bent die torenbouwer?'
'Eh ja...'
De bestuurder opende beide achterdeuren van de bus. Jongstra zag een gezellig ingerichte ruimte. Boekenkasten aan beide zijden, een gemakkelijke fauteuil en een staande lamp, waarbij het goed lezen leek.
'Gaat u maar eens lekker op uw gemak zitten. Ik heb de hele afdeling over torens uit de centrale vestiging meegenomen, er zit vast bij wat u zoekt.'


Foto hier gevonden.

woensdag 29 juli 2009

Geboeid lezen

















Af en toe stop ik wel eens een thriller of detective van George Pelecanos in een collectie. Toen ik gisteren in De Pers een interviewtje met hem zag, n.a.v. zijn nieuwste boek, De weg naar huis, was ik dan ook geïnteresseerd. Uit dat interview komen deze regels:

De weg naar huis kun je lezen als een pleidooi voor betere jeugddetentiecentra. 'Ik ben realistisch. Mijn boek zal niets veranderen aan de opvang van probleemjongeren. Politici zullen niet hun beleid veranderen. Mijn maatschappelijke bijdrage zit eerder in het feit dat ik met jonge gevangenen een boekenclub heb opgestart waarin we wekelijks samen boeken lezen. Als één jongen in zijn cel door mij begint te lezen, dan heb ik genoeg bereikt.'

En toen dacht ik weer wat ik al langer (af en toe) denk: waarom doen we als bibliotheek niet wat meer voor gevangenen? De gevangenisbibliothecarissen (o.a. deze) die ik heb leren kennen zijn stuk voor stuk enthousiaste en betrokken mensen die veel van hun werk houden en zich realiseren hoe belangrijk bibliotheekwerk is, juist in de bajes. Maar een beetje meer aandacht van 'buiten de muren' zou vast welkom zijn. Kan b.v. Giphart als hij bij de strandbibliotheek klaar is niet 's in een gevangenis gaan voorlezen? Of een thrillerauteur? Saskia Noort misschien? Zou je dat ook 'Flexibele Bibliotheek' kunnen noemen? En dat geld dat de provincie gaat overhouden als de strandbieb stopt, kan daar niet wat van naar een leesproject voor gevangenen? Ik mijmer zomaar even wat, maar zou het een kansje maken?


Foto van de
High Down Prison Reading Group hier gevonden. Lees vooral ook de bijbehorende tekst.

Wat ik las 23

Ongeveer 7 weken geleden begon ik in Dagboek 1966-1967 van Frida Vogels en nu heb ik het, tot mijn spijt, uit. Ik las er elke avond voor het slapen gaan ongeveer een half uur in en dat zal ik missen. Het volgende deel zal wel weer geruime tijd op zich laten wachten, maar er moeten er gelukkig nog 10 verschijnen (dit was deel 6). Dagboeken zijn heel geschikt om in etappes te lezen, wat wel zal komen doordat ze ook zo geschreven zijn.

Ik ben Frida Vogels gaan lezen omdat zij mij in 1994 nieuwsgierig maakte naar haar werk door niet naar de uitreiking van de Librisprijs te willen komen, die zij in dat jaar won met haar boek Met zijn drieën (het 2e deel van De harde kern). Ik las toen alle prozadelen van De harde kern: Kanker, De naakte waarheid (samen deel 1) en Met zijn drieën. (Er is ook nog een deel gedichten.) Het is lang geleden en ik weet nog maar weinig van deze boeken, maar herinner me nog goed dat ik er erg van onder de indruk was. Toen dan ook in 2005 tot mijn verrassing het eerste deel van haar Dagboek verscheen, was ik erg benieuwd en al snel wist ik dat ik ze allemaal wilde lezen.

Haar romans zijn tamelijk autobiografisch en in de Dagboeken kom je daarom veel tegen wat ze eerder in enigszins andere vorm in de romans geschreven heeft. Dat bevalt me zeer en zo komen haar romans ook weer enigszins bij me boven en raak ik er meer en meer van overtuigd dat ik ze vroeg of laat (nu al? of eerst nog een paar Dagboeken afwachten?) wil herlezen.

De boeken van Frida Vogels vind ik sterk verwant aan Het Bureau van Voskuil (ook al heb ik eens iemand ontmoet die Voskuil geweldig en Vogels vreselijk vond). Beide schrijvers, die vrienden waren en ook in elkaars boeken voorkomen, proberen door een nauwgezet vastleggen van wat hen overkomt inzicht te krijgen in hun bestaan en in het eigen handelen. Voskuil is hierin humoristischer, Vogels indringender want kritischer tegenover zichzelf. Voskuil gebruikt zijn personage Nicolien als 'geweten', Vogels is haar eigen criticus. Deze voortdurende zelfkritiek kan haar Dagboeken voor anderen misschien zeurderig en negatief maken, of zelfs onleesbaar, maar mij bevalt hij juist heel goed. Wie eerlijk is realiseert zich dat er in het met elkaar omgaan van mensen veel onbegrip is en veel fout gaat. En Vogels ís eerlijk. De schaarse keren dat het wél goed gaat krijgen daardoor extra gewicht. (Voskuil heeft het in zo'n geval over 'een geslaagd menselijk contact' en dan gaat het b.v. over twee zinnetjes die hij op straat met iemand gewisseld heeft.)

Een term die ik bij Vogels vind passen is 'je rekenschap geven'. (Ik neem aan dat ik hem ook bij haar gevonden heb.) Dat rekenschap geven doet ze altijd achteraf, door op te schrijven wat ze heeft gehoord en gezien. Zelf zwijgt ze vaak in gezelschap, maar ze onthoudt wat ze hoort en schrijft het later op. De relatie met haar Italiaanse man is bijzonder, maar moeizaam. Haar boek Kanker was niet bedoeld om gepubliceerd te worden (wat gelukkig zo'n 30 jaar later toch gebeurde), maar ze schreef het voor haar man en enkele vrienden, onder wie Voskuil en zijn vrouw. In dit Dagboek-deel is te lezen dat ze Kanker af heeft en het haar man te lezen geeft. Die reageert anders dan ze gehoopt had. Hij vindt het een mooi verslag van de gebeurtenissen rond de dood van zijn oom, maar ziet niet wat Frida via de hoofdpersoon aan hem over zichzelf duidelijk wil maken. Frida is erg teleurgesteld en hun relatie leidt eronder.

Het is de tijd van de Vietnam-oorlog en van de demonstraties daartegen. Ook de Zesdaagse oorlog tussen Israël en zijn Arabische buurlanden valt binnen de periode van dit deel. Frida en haar man corresponderen over hun politieke standpunten met Han en Lousje V. en maken er onderling ruzie over. Frida's man E. is vastberaden in zijn standpunten en maakt zich kwaad om die van Lousje V. Frida probeert beiden tegenover de ander te verdedigen, zodat E. zich ook tegen haar richt.

Verder zijn er stukken over diverse poezen, over vrienden, over bezoeken aan de familie in Castellina, periodes in Amsterdam, veel wandelingen (zowel in Italië als in Nederland), literatuur, over het schrijven aan het verhaal over haar jeugd en de relatie met haar moeder (die inmiddels overleden is) en haar broer Michiel (die met haar gebroken heeft), waaraan ze na Kanker begonnen is en dat ze de titel Met zijn drieën geeft. Haar vader en zijn tweede vrouw (Frida's ouders zijn gescheiden toen ze nog jong was) komen logeren, wat veel spanning oplevert. Een familielid woont gedurende lange tijd bij hen in omdat haar zuster in Bologna (waar Frida en haar man wonen) in het ziekenhuis ligt. Ook dit leidt tot spanningen. Frida krijgt steeds meer last van angsten.

Tot slot een stukje tekst dat niet echt representatief is, maar wel goed weergeeft hoe Vogels zichzelf ziet.

Ik begeef me altijd en overal in een uitzonderingspositie, voel me dan onveilig en zet me schrap tegen al dan niet vermeende bedreigingen. Omdat ik me zogoed als nooit gewoon zoals een ander gedraag, heb ik een eigen terreintje gemarkeerd dat alleen van mij is en opereer vandaaruit in de grote wereld. Maar zodra ik een concessie doe, me al is het maar in een kleinigheid schik naar wat anderen van me verwachten, brokkelt dat terreintje af en verlies ik mijn kracht. Die dan ook geen kracht maar zwakheid is.


(Ik heb dit boek toen ik het gekocht had in LibraryThing gezet en nu is er ineens aan de naam van de auteur toegevoegd: ook onder S. Vogel. Dat is onzin, maar ik weet niet hoe ik het er uit moet krijgen. Verwijderen en opnieuw aan mijn boekenlijstje toevoegen heeft niet geholpen. Iemand een tip?)

Ter interpretatie



















boeken hebben hun geschiedenis

het boek is nog niet uit
het is wel een uiterst klein dun boek
een handboek een schemerboek
in de boekenkast is het altijd zoek
ook valt het van tafel in het niets
valt het tussen de woorden van praters
tussen het gebrul van elokwente sprekers
ver weg ontbladert het in het witte woud
schurftig komt het soms terug zacht
is zijn vragend oogopslag in een hoek
vergeten gaat het liggen en vergeelt
tussen de onverschillige pissebedden
wordt het een stehgeiger voor stijfkoppige
dovemansoren geen eenvoudige boodschap
verlaat meer het boek het is slaapwekkend
ook de lezer is slaapwekkend maar die eet
vrijt slaapt en doet aan krachtsport
die werkt zich zeker tevreden in het zweet
die danst met hanetred rond zijn windei
en bereikt zo de juiste vorm de hemel op aarde

Lucebert


Lees hier Gerrit Komrij over dit gedicht.
Schilderij: Marc Chagall (1887-1985): De rode haan

maandag 27 juli 2009

Een gewaarschuwd mens 3



















Zoals iedereen wel weet gaat het slecht met de bijen. Vaak wordt in de berichtgeving erover Einstein aangehaald, die gezegd heeft dat de mens het uitsterven van de bij niet lang zal overleven. Het lijkt me een uitspraak waarvan we het waarheidsgehalte maar beter niet proefondervindelijk kunnen vaststellen.

Blogvriendin Anna wees gisteren op een mogelijkheid om iets voor de bijen te doen: je kunt gratis zaad krijgen van bloemen die aantrekkelijk zijn voor bijen. Ook kun je een petitie tekenen waarin de regering wordt opgeroepen maatregelen te nemen om de bijensterfte terug te dringen. Lees erover bij Vroege Vogels.

Ik stond vanmorgen bij de bushalte en daarachter is een berm waar gras en onkruid groeien. Ik dacht: daar kan ik mooi mijn zakje, als ik het gekregen heb, leegstrooien.

Foto: Flickr, gemaakt door: autan.

zondag 26 juli 2009

Een gewaarschuwd mens 2
















In het gebouw waar ik werk worden momenteel ook enkele ruimtes gebruikt door de projectgroep (commissie?) die zich bezighoudt met de toekomstige 'Digitale Bibliotheek'. Deze tijdelijk inwonende heren en dame werden aan ons voorgesteld tijdens een personeelsbijeenkomst. Daarbij werd meteen iets verteld over wat de bedoeling is van de Digitale Bibliotheek. Wat mij daaraan enigszins schokte waren de gedachte om voor het nieuwe 'pasje' misschien het burgerservicenummer te gaan gebruiken én het plan om een landelijke database op te zetten waarin alle informatie over bibliotheekgebruikers bij elkaar komt. Vooral de combinatie van deze twee dingen vind ik tamelijk eng.

Ik was aanwezig bij die bijeenkomst maar hoopte dat iemand anders een vraag zou stellen over wat ik hierboven noemde. Niet dat ik het zelf niet durfde, maar ik had ook nog een andere vraag en ik hoopte bovendien dat iemand met meer gezag het zou doen. Helaas vroeg niemand er iets over. Het antwoord zou overigens vast en zeker geweest zijn dat alles met de best mogelijke veiligheidsmaatregelen omgeven zou worden, o.i.d. Een principiële discussie zou het vast niet geworden zijn.

En sindsdien loop ik rond met de vraag: hoe kan dit? Hoe kan dit idee in bibliotheekland leven zonder dat iemand zich er druk over lijkt te maken? Of heb ik de discussie gemist en is die er wel degelijk? Ik hoop het. Want het is nogal wat: hiermee geef je de overheid toch de mogelijkheid om te zien wat mensen lezen en waar ze naar zoeken? Nee, natuurlijk, niet zómaar. Maar als de politie inzage eist, wat doen we dan? En als er een andere overheid komt?

En vooral: waarom zouden we dat willen, het burgerservicenummer gebruiken voor een bibliotheekpasje? Ik begrijp daar helemaal niks van en ik zie er geen enkel voordeel aan dat tegen de (in mijn ogen) grote nadelen op kan wegen. Ben ik misschien een beetje paranoïde aan het worden, of hoe zit dat? Of heb ik het verkeerd begrepen?

Er werd tijdens de bijeenkomst in elk geval niet de indruk gewekt dat het iets was waar misschien privacy-aspecten aan verbonden zouden kunnen zijn. Nee, het leek gewoon een handig idee. En niemand leek verontrust. Achteraf heb ik toch een beetje spijt dat ik er niets over gevraagd heb. De vraag die ik wél stelde, was veel minder belangrijk. Maar ja, te laat.

Plaatje van dit weblog.

zaterdag 25 juli 2009

Een gewaarschuwd mens




















Een paar maanden geleden zag ik bij Pauw & Witteman Tinkebell die, samen met nog iemand, een boek had gemaakt over de haatmail die ze kreeg omdat ze haar doodzieke poes had doodgemaakt en verwerkt tot een tasje. Het bleek niet al te moeilijk om allerlei gegevens van de (anonieme) mailstuurders te achterhalen.

Een maand geleden las ik in NRC Handelsblad over twee studentes van de kunstacademie in Rotterdam, die het project It could be you maakten rond een derde studente. Ze maakten o.a. haar kamer na van foto's die op haar blog stonden en printten en vergrootten haar twitterberichten en hingen ze op, en stuurden tenslotte hun medestudente, die nog nergens van wist, een uitnodiging om de aan haar gewijde tentoonstelling te komen openen.

Een paar weken geleden vertelde een van mijn dochters iets over een feestje waar ze geweest was. Iemand van de aanwezigen had haar de volgende dag verteld dat ze de foto's meteen op Hyves had gezet. 'Maar ik wil eigenlijk niet dat er foto's van mij op Hyves komen,' voegde mijn dochter eraan toe.

Vorige week plaatste iemand met wie ik op twitter wel eens in gesprek ben een linkje (op twitter) naar een tabel van TwitterFriends, waarin iedereen kon zien dat ik nogal eens op de berichten van deze twitteraar reageerde. Iets dergelijks was me ook al een paar keer met blogstatistieken overkomen.

Van het feit dat op internet privacy niet bestaat ben ik me al geruime tijd bewust. Over privacy op twitter had ik op ZB Digitaal ook al het e.e.a. gelezen. Maar toch heb ik nog vrij lang gedacht: het zal wel meevallen. Dat denk ik inmiddels niet meer.

Nee, ik heb niks te verbergen, althans niks wat ik vervolgens op internet zet. Maar dat er verbanden gelegd kunnen worden en dat anderen erover kunnen beslissen wat ze van of over mij laten zien, dat bevalt me niet. Daarom twitter ik sinds een week niet meer en dat hou ik nog maar even zo. Op sommige blogs reageer ik niet meer zo makkelijk. Mijn haatmails stuur ik voortaan uit internetcafés en naar feestjes ging ik gelukkig toch al nooit.

(Ik sta natuurlijk open voor tegenwerpingen, maar de meeste heb ik waarschijnlijk eerder gehoord of zelf bedacht. Ze nemen mijn onbehaaglijke gevoel niet weg.)

Een paar links:
over het boek van Tinkebell, haar blog op de site van P&W;
It could be you
: blog van het het meisje in kwestie, en b.v. hier;
TwitterFriends.

Tekening hier gevonden.

donderdag 23 juli 2009

Voedselpakket

















Een paar dagen geleden vond ik dit boodschappenlijstje in een boek. Mooi is een te groot woord, ontroerend ook, om van fascinerend maar te zwijgen. Toch vind ik ze alledrie een beetje van toepassing. Waar b.v. verkoopt men nog zult? En wat is een grote koek?

Voor wie het een mooi lijstje vindt heb ik een tip: het weblog Geef Ons Heden, dat geheel uit dergelijke lijstjes bestaat. Betrap de medemens terwijl hij zich onbespied waant...

woensdag 22 juli 2009

Een liefde



Festina wees me vandaag op een bericht bij De Papieren Man over een tentoonstelling met foto's van lezende mensen. Toen zag ik daar ook bovenstaande clip van een liedje van de Franse zangeres Pascale Borel: 'J'aime tellement Proust. Het liedje is mijn smaak niet, maar ik vind het een aardige vorm van leesbevordering (al zal het zo misschien niet bedoeld zijn). Zelf heb ik met genoegen minstens een half jaar van mijn lezende leven aan Proust besteed en het was een van mijn beste leeservaringen, vergelijkbaar (voor mij dan) met Het Bureau van Voskuil en de Dagboeken van Frida Vogels: schrijvers die door nauwkeurig observeren van het gedrag van zichzelf en anderen proberen inzicht te krijgen in hun bestaan. (Als je het zo mag samenvatten.)

De reden dat ik dit filmpje hier heb overgenomen is niet om iemand tot het lezen van Proust te bewegen (al zal ik het zeker niet afraden) maar omdat ik het wel bijzonder vind dat dit liedje gemaakt is. In Nederland kan ik me zoiets niet goed voorstellen. Waar zou dat in zitten? Tenaanval weet jij het? (Ik heb je stuk 'Lezen als politieke daad' er nog eens op nagelezen, maar daarin vond ik ook geen antwoord op deze vraag.) Zijn we 'te nuchter', houden we niet genoeg van onze schrijvers, is lezen hier te weinig 'sexy', hebben we geen schrijver met de uitstraling van Proust? Of vergis ik mij en hebben we wél een dergelijk liedje?

In de wolken























Is het geen schattig plaatje voor op je blog? vroeg mijn dochter per mail. Jazeker!

Hier komt het vandaan. De tekenaar is Jan Wijga (vond ik elders).

zondag 19 juli 2009

Oud en out 4 (slot)


















Het artikel dat me nu al drie keer tot een blogpost inspireerde (och waren er maar meer van zulke artikelen...) heeft me ook nog 's op een ideetje gebracht. Het is vast geen realistisch ideetje en behalve ikzelf zal wel niemand er iets in zien, maar dat mag de pret (althans de mijne) niet drukken: ik heb het met genoegen zitten (en lopen en liggen) overdenken.

Het kwam door deze zin, die ik al eerder aanhaalde:

Volgens directeur Rudi Crombeen gaat het overigens om boeken die oud zijn, er smoezelig uit zien en toch niet meer gelezen worden.

Over 'oud en smoezelig' heb ik het al gehad. Mijn ideetje heeft te maken met 'niet meer gelezen worden'.

Dat die boeken niet meer gelezen worden zoú kunnen komen doordat ze oud zijn in de zin van 'uit de tijd' (of 'achterhaald'). Bij een dergelijk boek lijkt het me prima als het uit de collectie wordt gehaald om plaats te maken voor iets anders, zolang het nog maar ergens 'in het netwerk' te vinden is (en liefst voor niet meer dan een enkele euro te reserveren).

(Om te bepalen of het etiket 'uit de tijd' op een boek van toepassing is, heb je, denk ik, bibliothecarissen nodig die iets (liever eigenlijk: veel) weten van literatuur en van de trends die daarin spelen, van wat 'klassiekers' zijn, van wat af en toe terugkomt, en nog zo het e.e.a. Dat zijn dus i.h.a., vermoed ik, niet de mensen die de huidige informatieopleiding gevolgd hebben. Met alleen statistieken van 'wat de mensen lezen' weet je nog niet genoeg. Maar dit tussen haakjes.)

Maar dat die oude boeken niet meer gelezen worden zou ook juist kunnen komen doordat ze er 'te vies om aan te pakken' uitzien. Uit de resultaten van frontaal presenteren is gebleken dat een boek dat in het oog springt eerder wordt meegenomen en ik denk dat dat ook wel eens zou kunnen gelden voor een boek dat opvalt doordat het er nieuw uitziet. In dat geval zou het vervangen van zo'n boek door een fris nieuw (of tweedehands) exemplaar voldoende kunnen zijn om de titel weer onder de mensen te laten komen. Een klein experiment met b.v. 15 titels waarvan je zou kunnen vermoeden dat het daarbij zo zou kunnen werken, lijkt me best eens aardig. (Voor dat vermoeden heb je dan weer zo'n bibliothecaris nodig die ik hierboven bedoelde: iemand die genoeg van literatuur weet om te bedenken welke boeken je daarvoor het beste zou kunnen inzetten.) De kosten van zo'n experiment lijken me niet al te hoog. Misschien werkt het niet, maar er werkt wel meer niet en dat is soms wél duur geweest.

Maar dit was nog niet mijn ideetje. Dat komt nu. Wat me leuk zou lijken is dat er in de bibliotheek af en toe een boek eens écht werd uitgelicht. Zo'n boek dat nu oud en smoezelig is en niet meer gelezen wordt, maar dat beter verdient (elk boek verdient misschien wel beter, maar we moeten streng zijn). Dat boek wordt in een aantal exemplaren nieuw (of tweedehands) aangeschaft, komt op een speciaal tafeltje of schapje, en er wordt een klein tentoonstellinkje omheen gemaakt. Verschillende uitvoeringen van het boek, stukje tekst groot afgedrukt, handschrift van de auteur, filmpje, telefoon waarin je de auteur hoort voorlezen, misschien wat andere boeken van dezelfde schrijver of in elk geval een lijstje met alle titels, enkele parafernalia die bij het boek passen, ik noem maar wat. En dan graag niet in de sfeer van die tafeltjes die je momenteel vast en zeker in allerlei bibliotheken hebt met wat treurige ouwe boeken van Vinkenoog, maar iets echt moois dat gemaakt is door iemand die er kijk op heeft. Vroeger werkte bij ProBiblio iemand die tentoonstellingen maakte (een produkt dat nu niet meer geleverd wordt). Zij wist met een zeer beperkt budget altijd iets leuks te maken met spullen uit de Hema enzo. Zo iemand bedoel ik. En misschien ook nog wel een 'activiteit' rond het bewuste boek: voorlezen of een film o.i.d.

En dit wordt dan iets landelijks, of in elk geval iets waar meer bibliotheken aan meedoen. (Maar níet iets van de CPNB a.u.b.) Die boeken en de spullen die erbij horen trekken (na, uiteraard, de bekende 'pilot' in een paar bibliotheken) rond. De bibliotheekmensen die er zin in hebben om over titels mee te denken komen ook her en der vandaan. Het wordt een soort werkgroepje zal ik maar zeggen (zo heette dat althans vroeger, misschien moet ik het nu projectgroepje noemen). Misschien willen ze het zelfs wel in hun vrije tijd doen...

Nou, dit was mijn plannetje. In mijn hoofd had het iets feestelijks, maar nu het er zo staat valt het misschien een beetje tegen. Ik moet ineens (voor de Voskuil-lezers) denken aan die keer dat Maarten Koning een idee had om iets te gaan uitzoeken aan de hand van schilderijen, iets over de wieg geloof ik. Vol enthousiasme was hij op weg naar de bibliotheek (of naar het museum, dat weet ik niet meer) en je kreeg het gevoel dat hij voor het eerst echt plezier in zijn werk had. Er is nooit iets van terechtgekomen. Maar hij heeft het in elk geval opgeschreven.

Foto gevonden op het Gerard Reve-weblog.

zaterdag 18 juli 2009

Oud en out 3












Het artikel over de Zeeuws-Vlaamse Bibliotheek bood nog meer stof tot verbazing (en daarmee tot bloggen). Wat te denken van deze regel:

De boeken moeten plaats maken voor de realisering van nieuwe ontwikkelingen in de leeszalen, zoals het plaatsen van meer computerapparatuur om de verdergaande digitalisering van de bibliotheek gestalte te geven.

Voor mijn gevoel is het plaatsen van meer computers geen element van verdergaande digitalisering van de bibliotheek. Dat je als directeur graag meer computers in je bibliotheek wilt om het publiek van dienst te zijn, dat kan ik wel begrijpen. Maar waarom zou je dat dan niet gewoon zeggen zonder die digitalisering als argument te gebruiken? Verdere digitalisering van de bibliotheek houdt volgens mij in dat je via internet meer en meer gebruik kunt maken van (een deel van) de diensten van de bibliotheek, en dat staat los van het aantal computers in de bibliotheek.

Als je speciaal naar de bibliotheek moet om via de bibliotheekpc's van een bepaalde dienst gebruik te maken (zoals dat b.v. geldt voor de Krantenbank), blijkt daaruit volgens mij juist dat dat onderdeel nog niet voldoende gedigitaliseerd is. De digitale bibliotheek raadpleeg je thuis (of in de trein of op je werk of waar je maar op internet kunt) en nu juist níet in de bibliotheek zelf, behalve dan als je thuis geen computer hebt. Dus die computers in de bibliotheek hebben naar mijn idee niets met verdergaande digitalisering te maken, maar alles met andere keuzes voor de dienstverlening ín de bibliotheek.

Foto: Flickr, gemaakt door: Trevor Coultart

donderdag 16 juli 2009

Oud en out 2



















In het artikel over de sanering bij de Zeeuws-Vlaamse Bibliotheek waar ik het gisteren over had, stond ook dit:

De bibliotheek Zeeuws-Vlaanderen is druk bezig het kwaliteitscertificaat te behalen. Enkele voorwaarden waaraan moet worden voldaan zijn dat de bibliotheek een collectie van twee boeken per inwoner moet hebben en dat er jaarlijks tien procent van die collectie vernieuwd wordt.

"We hadden meer dan 300.000 boeken, eigenlijk een te grote collectie. Dus als je daarvan tien procent moet vernieuwen betekent het dat we dus jaarlijks 10.000 boeken extra moeten kopen", rekent Crombeen uit. "Dat heeft dan meteen ook grote gevolgen voor onze financiën. Ook dat was een reden om de collectie in te krimpen."


Ik vertelde dat gisteren tijdens de afwas aan mijn dochter en die keek erg verbaasd. Zelf was ik ook nogal verrast toen ik het las. Om dat certificaat te krijgen zou je je collectie moeten inkrimpen? Is méér dan 2 boeken per inwoner dan minder goed dan precies 2 boeken? Zou je niet gewoon 0,2 nieuw boek per inwoner per jaar kunnen kopen en de rest als extra zien? Ik zou denken dat je dan juíst het certificaat 'kwaliteitsbibliotheek' met daarbij nog de aantekening 'met extra ruime keuze' zou moeten krijgen. Maar misschien zie ik het verkeerd.


Plaatje hier gevonden.

woensdag 15 juli 2009

Oud en out


















Onderstaande regels, afkomstig uit een een krantenartikel, las ik ruim een week geleden in een stuk dat ZB Digitaal wijdde aan het weggooien (of verkopen) van oude boeken, n.a.v. de plannen van de Bibliotheek van Zeeuws Vlaanderen. Daar zal bij een saneringsronde de collectie met ongeveer een derde worden ingekrompen.

Volgens directeur Rudi Crombeen gaat het overigens om boeken die oud zijn, er smoezelig uit zien en toch niet meer gelezen worden. "De boeken zijn niet verdwenen", neemt Crombeen de mogelijke ongerustheid van lezers weg. "Als mensen ze willen lezen kunnen ze de betreffende titels altijd nog reserveren via internet. De boeken blijven dus beschikbaar, maar niet in de rekken."

Ik heb hier een beetje moeite mee. Dat boeken die oud zijn en er smoezelig uitzien minder gelezen worden dan net aangeschafte frisse boeken geloof ik onmiddellijk. En dat je in een bibliotheek regelmatig wat moet weggooien lijkt me duidelijk, want op een keer zijn je kasten vol. (In dit geval ging het er overigens om dat er ruimte vrijkwam voor meer computers, 'om de verdergaande digitalisering van de bibliotheek gestalte te geven', wat me, in elk geval zoals het er staat, onzin lijkt, maar dat is iets anders.)

Maar dat een boek oud en smoezelig is, lijkt mij op zich nog niet voldoende reden om ook de titel uit je collectie te verwijderen. Als je vindt dat die titel eigenlijk in jouw bibliotheek voor het grijpen hoort te staan, dan zou je ook kunnen besluiten hem opnieuw aan te schaffen in een frissere staat, 'zo goed als nieuw' bijvoorbeeld, als het boek niet meer écht nieuw te koop is. Bij heel veel titels zal dat zeker lukken. Het is hiervoor natuurlijk wél nodig dat er wordt nagedacht over wat een bibliotheek in huis zou moeten hebben. Als we daarvoor naar het retail-concept grijpen zullen er waarschijnlijk niet veel oude boeken vervangen worden en hebben we binnen de kortste keren de fris-dynamische /treurige (doorhalen wat niet verlangd wordt) uitstraling van de stationsboekhandel. Maar wie weet wil men niet overál een Bruna-bieb en wordt er nog ergens nagedacht over wat wij de lezer nog meer te bieden hebben dan bestsellers?

Ik schreef een keer, na een bezoekje aan DOK Delft, dat ik vind dat er eigenlijk geen Rainbowpockets in een bibliotheek horen te staan. Ik vind ook dat er zo min mogelijk oude, smoezelige boeken in een bibliotheek horen te staan. Maar collecties opfrissen door oude boeken weg te gooien om geen andere reden dan dat ze oud zijn, dat bevalt me niet.

Ja, ik weet dat er nog een tweede reden genoemd wordt: die boeken worden niet meer gelezen. Daarover een volgende keer.


Foto: Flickr, gemaakt door: Kyle Slattery

dinsdag 14 juli 2009

Alt+F4























MELANCOLIA

Als men ten laatste heeft gevonden
Waar heel de ziel naar smacht,
Dan is 't te laat, de dag verzwonden,
Reeds valt de nacht.

Als 't kleed ons past, is het versleten,
Als men het boek kent, is het uit,
Als men het leven komt te weten,
Dan valt het scherm dat alles sluit.


Carel Vosmaer


Foto: Flickr, gemaakt door: hassi

woensdag 8 juli 2009

Voorlopig laatste 'plaatje'























Pierre-Auguste Renoir (1841-1919)
Claude Monet ou le liseur, 1874

dinsdag 7 juli 2009

Boek&bieb 15















In De vertegenwoordigers van F.B. Hotz staat het verhaal De herhaling. Daaruit komen de volgende regels (Metropolis is een sciencefictionfilm uit 1927).

In Metropolis, die hij in zijn leven viermaal gezien had, huisde in de hoogste wolkenkrabber de 'Heerser', die vanuit een controleruimte de werkers in hun onderaardse machinehallen kon bespieden op een scherm. De dakkoepel van dat bouwsel bevatte een wintertuin, concertzalen en bibliotheken. Zonen van de Stichter leefden daar in bovenwereldse luxe.

Toen ik op zoek ging naar een plaatje uit deze film vond ik, naast het bovenstaande beeld uit de film, ook dit ontwerp voor een nieuwe bibliotheek in Utrecht, van het bureau Rapp en Rapp:
















Daarover valt te lezen: 'De film Metropolis leverde ideeën op voor de buitenkant.'
Het ontwerp van Rapp en Rapp wordt overigens niet uitgevoerd. Tenaanval wijdde daar vorig jaar deze blogpost aan.


Filmbeeld hier gevonden.
Impressie ontwerp bibliotheek hier gevonden.

maandag 6 juli 2009

Plaatje 16





















Edward Hopper (1882-1967)
Hotel Room, 1931



(Voor de dames die er een keer op aandrongen dat ik de 'plaatjes' zou groeperen: ik ben een eind gevorderd. Klik op het label 'lezer in de kunst'.)

zondag 5 juli 2009

Plaatje 15


Isaac Israëls (1865-1934)
Liggend naakt (Sjaantje van Ingen)


Wie BoekenDingen leest (en wie dat niet doet mist veel) heeft het al gezien: bovenstaand schilderij won de door het tijdschrift Oog georganiseerde verkiezing van het mooiste naakt uit de Nederlandse schilderkunst. Omdat het een lezend naakt is en ze bovendien laat zien hoe men het best de huidige temperaturen doorstaat, mag zij hier vandaag ook prijken. (Ik bedoel maar: naakt is prima, maar het moet wel functioneel zijn...)

Lees en zie hier meer bij BoekenDingen (o.a. meer lezende naakten) en op de website van de verkiezing.

zaterdag 4 juli 2009

Plaatje 14























Dit mooie plaatje zag ik op dit mooie blog, waarop nog veel meer leuks en interessants te vinden is. Ik kon het niet laten het over te nemen. Hier vind je meer van/over de tekenaar: Jan van der Veken.

woensdag 1 juli 2009

Plaatje 13
















Grigory Myasoedov (1834-1911)
Het voorlezen van het manifest, 19 februari 1861 (vermoedelijke vertaling, schrijverdezes), 1873



Bij gebrek aan inspiratie (ik wijt het nog maar even aan de warmte, na het weekend zien we wel verder) ging ik op zoek naar een plaatje en dacht: laat ik het 's met een Russische zoekterm proberen. Babylon vertaalde 'lezend' in 'Чтение' en daarmee vond ik dit schilderij. Ik moest even denken aan de twaalfjarige Jezus in de tempel, maar ik meen begrepen te hebben dat het het voorlezen van het manifest over de afschaffing van lijfeigenschap laat zien.

(Speciaal voor al die mensen die denken dat in bibliotheken niks revolutionairs te vinden is...)

Klik op het plaatje om het te vergroten.